Ignace Demaerel

‘Pasen is de kern van het christelijk geloof, maar niet evident om uit te leggen’

Ignace Demaerel Godsdienstleraar en auteur

‘Het hoeft niet herhaald te worden: de algemene achteruitgang van het godsgeloof in onze westerse wereld leidt tot een toenemende onwetendheid rond de geestelijke wortels van onze eigen cultuur’, schrijft godsdienstleraar Ignace Demaerel in zijn paascolumn. ‘Hoog tijd dus om dezer dagen het geheugen even op te frissen: waarover gaat Pasen ook alweer? Over de paashaas en chocolade eieren, of is er misschien nog iets meer?’

Die christelijke feesten elk jaar op de kalender, soms lijkt het wel alsof we ons collectief ongemakkelijk voelen wanneer de woorden ‘christelijk’ of ‘God’ ergens genoemd worden. Hoe en waarom zijn die ooit zo in de taboesfeer geraakt? Wie heeft ooit officieel besloten of gedecreteerd dat het christendom definitief passé is? Waarom krijgen we kromme tenen wanneer in de publieke sfeer iemand de naam ‘Jezus’ laat vallen, terwijl hij 1500 jaar lang in onze cultuur als hét grote rolmodel gold? Wat heeft die brave man ons dan misdaan? Heeft er geen bizarre shift plaatsgevonden in onze cultuur: alsof we ons schamen voor het geloof en de morele waarden die onze voorouders groot gemaakt hebben?

En toch, Jezus is geen gewone man: er zijn redenen waarom hij ons oncomfortabel doet voelen, zeker in het paasverhaal. Reeds in zijn tijd wekte hij véél controverse op, vooral bij de leiders van het religieuze establishment. Nog sterker: toen Jozef en Maria hem als pasgeborene naar de tempel in Jeruzalem brachten om hem aan God op te dragen was daar een oude man, de profeet Simeon, die voorspelde dat deze baby veel weerstand zou opwekken (Lukas 2:34). Reeds tijdens zijn driejarige publieke optreden heeft men verschillende keren geprobeerd hem te vermoorden. Hij nam inderdaad geen blad voor de mond: vandaag vinden we dat hip en cool – behalve natuurlijk als iemand tegen ónze gevoelige plekken duwt. Hebben we hem in onze cultuur opnieuw gekruisigd omdat we zijn woorden te hard vinden?

Waarom plaatsen mensen gemakkelijk een Boeddhabeeldje op hun vensterbank, maar geen Jezus-beeldje? Het eerste komt over als ‘spiritueel en ruimdenkend’, het tweede als ‘hopeloos ouderwets en bekrompen’? Vreemde ‘discriminatie’, nietwaar? Is Boeddha exotischer? Jezus kwam nochtans ook uit het Oosten.

Maar het is waar: er is inderdaad een groot verschil tussen Jezus en Boeddha. Boeddha (450-370 v. Chr.) claimde nooit ‘de zoon van God’ te zijn, door God gestuurd te zijn of zelfs de mensheid te komen redden. Hij heeft ook zijn leven niet geofferd aan een kruis of iets gelijkaardigs. Jezus echter doet een appél op elk mens: ‘Volg mij’. Let op: hij zei niet ‘Volg mijn woorden of mijn leer’. Hij stelde zonder enige gêne en zonder enige arrogantie zijn persoon centraal. En hij voegde er onmiddellijk aan toe dat we dan ook ons kruis zouden moeten opnemen (Mattheüs 10:38).

Deze woorden zijn niet vrijblijvend én niet gemakkelijk: wat moeten we daar vandaag mee? Veel moderne, vrijgevochten mensen blijven liever autonoom en vrij om hun eigen weg te gaan. Jezus stelt bovendien zijn morele normen onmogelijk hoog: “Heb uw vijanden lief; zegen wie u vervloeken; doe goed aan wie u haten; en bid voor wie u vervolgen” (Matt. 5:44-45). Dat is quasi ondoenbaar, en toch… De Franse politieofficier Arnaud Beltrame bood tijdens de gijzeling in het Franse Trèbes (maart 2018) uit vrije wil aan om de plaats van een gijzelaar in te nemen. De man was zowel vrijmetselaar als katholiek, en gaf zijn leven vrijwillig om een ander te redden. Je zou kunnen zeggen dat hij zo ‘een klein beetje Jezus’ was. En zo zijn er vele grote en kleine voorbeelden die meestal de media niet halen. ‘Je leven geven’ betekent trouwens niet per se ‘sterven’: elke dag kunnen we onze tijd, ons geld, onze aandacht geven aan een behoeftige om ons heen. Het zijn duizend kleine gebaren die het leven wat menselijker en warmer maken.

Jezus heeft zichzelf dus niet populair gemaakt met zijn uitspraken, maar pleit dat niet vóór hem? Omdat hij geen populist was, maar rechtuit sprak, zonder verkoopspraatjes van communicatiespecialisten en spindoctors? Zijn eerlijkheid kostte hem zijn leven, maar leverde op lange termijn wel duurzame vruchten op: 2,5 miljard volgelingen, oftewel 33% van de wereldbevolking.

Er hangt een bizarre contradictie rond Jezus: hij startte de grootste wereldgodsdienst die zich al 2000 jaar onvermoeibaar over de planeet verspreidt, maar vooral in de westerse, postchristelijke wereld hangt een taboe rond hem. Hij wordt enerzijds bewonderd en gerespecteerd, anderzijds lijkt het voor veel gelovigen alsof hij doodgezwegen wordt. Is hij dan zo bedreigend? Hij heeft zonder twijfel de hoogste morele normen gepredikt, de radicaalste liefde en zelfopoffering, een oproep gedaan tot de heiligste levenswandel. Nietzsche bestempelde de christelijke moraal als die van de ‘zwakke Untermenschen’, maar van Jezus kan je toch onmogelijk zeggen dat hij een slappeling was! Hij stond helemaal alleen tegenover de joodse Hoge raad, tegenover koning Herodes en gouverneur Pilatus, maar overklaste hen allemaal. Omdat hij zich met God identificeerde, stond hij boven alle partijen en alle groepsbelangen, boven alle hokjes, niet bang voor afwijzing of executie. Hij keek de dood in de ogen zonder te knipperen. Niemand kan hem voor zijn kar spannen, ook al proberen mensen – ook kerken en christenen –  het ook vandaag nog voortdurend.

Ook het paasverhaal is eigenlijk geen comfortabel verhaal: de kruisiging en opstanding van Jezus zijn dé kern van het christelijk geloof, maar allesbehalve evident om uit te leggen. Zeker tegenover westerlingen met hun rationele bril is het heel moeilijk over te brengen waarom een eenvoudige volksprediker een gruwelijke, bloederige dood moest sterven om de mensheid te redden. En nog sterker: dat hij uit de dood zou zijn opgestaan, is totaal onverteerbaar voor een door de wetenschap gevormde blik. Heeft de ‘Verlichting’ met haar enge en naïeve rationalisme onze geestelijke ogen verduisterd en onze spirituele voelsprieten verdoofd? Wie met de foute bril kijkt, snapt er geen jota van.

De Romeinse gouverneur Pilatus sprak na zijn ondervraging en geseling van Jezus woorden uit waarvan hij de draagwijdte niet besefte: ‘Ecce homo’ – ‘Zie, de mens!’ (Johannes 19:5). Voor christenen zijn deze woorden gigantisch profetisch: voor hen is Jezus inderdaad dé Mens: de mens zoals hij van bij de schepping bedoeld was, niet gebroken door zonde en zelfzucht, in staat om zichzelf te overstijgen in de meest belangeloze liefde. “De grootste liefde is zijn leven te geven voor zijn vrienden”, zei hij (Johannes 15:13), en hij deed het zelf ook: zonder angst voor verlies, pijn of dood. Met andere woorden: hij was wérkelijk vrij, zelfs om zijn eigen leven af te leggen… om het in eeuwigheid terug te krijgen. Waar atheïsten of humanisten soms zeggen: “Ik geloof niet in God, maar in de mens”, zouden christenen kunnen repliceren: “Wij geloven niet in de mens, maar in de Mens”. God is de grootste humanist van allemaal.

Historicus en bestsellerauteur Tom Holland argumenteert uitvoerig – in zijn boek Dominion – dat wij onze westerse morele waarden, zoals respect voor álle mensen, níet van de Romeinen of Grieken hebben gekregen, maar van de Bijbel. Als we vandaag echter collectief Jezus verwijderen uit onze cultuur, doen we dat dan ook met zijn woorden en waarden? Wie dé prediker van liefde monddood maakt, promoot toch – misschien ongewild – liefdeloosheid, of niet? Een cultuur van ‘ieder voor zich’, van verharding, waarin “de liefde zal verkillen” – ook een voorspelling van diezelfde Jezus (Mattheüs 24:12).

Wat prefereren we: een cultuur waar ‘zelfverwerkelijking’ en ‘opkomen voor je eigen rechten’ de centrale waarden zijn, of eentje waar liefde – ‘éérst aan de ander denken’ – en zelfopoffering de toon aangeven? Als we – parallel aan de zovele ‘vergeten groenten’ – eens deze ‘vergeten waarde’ zouden herontdekken en opnieuw proeven? Toegegeven, zelfopoffering proeft wat bitter en voelt aan als ‘sterven aan jezelf’, maar hiervan ga je heus niet dood, hoor! Als de dood aan het kruis overwonnen is, is er alleen nog de overwinning van het échte leven.

Jezus’ gebod ‘Heb je naaste lief als jezelf’ staat zovele niveaus hoger dan het magere ‘Tolereer elkaar a.u.b.’. Nee, we hoeven niet allemaal moeder Teresa te worden, maar af en toe een beetje zou al wonderen doen. Een dosis warme menselijkheid, oprechte aandacht, zomaar uit het hart, belangeloos en gemeend…, het doet zoveel deugd, raakt een diepere snaar, doet een traan wegpinken. De boodschap van Pasen ontvangen – de overwinning van het leven op de dood – is als het winnen van dé lotto-jackpot die we elke dag van het jaar in kleine muntjes mogen uitdelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content