De nieuwe ‘Encyclopedie van de Vlaamse Beweging’: zonder Theo Francken maar met stoofvlees
De nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging biedt een panoramische kijk op een Vlaanderen dat al eeuwen bestaat maar in een paar decennia wezenlijk is veranderd.
U hebt het misschien nog niet zo bekeken, maar telkens als u in een Vlaamse taverne een dampende schotel stoofvlees laat aanrukken, maakt u zichzelf deelgenoot aan wat historici ‘banaal nationalisme’ noemen. Want ook onze eetgewoonten bepalen onze identiteit. Zoek in de nieuwe digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging maar eens het lemma ‘Vlaamse eetcultuur’ op. Emeritus professor Peter Scholliers (VUB), sinds jaar en dag de foodhistoricus van het land, legt daarin uit dat tot 1990 de Vlaamse gastronomie een bouwsteen was van de Belgische identiteit – dat stoofvlees werd bij de wereldtentoonstelling in Luik in 1905 aangeboden als ‘carbonnades à la flamande’. Pas recent zijn we van een eigen Vlaamse keuken gaan spreken. Identiteit hangt niet alleen af van wetten en grenzen. Identiteit is een zaak van iedereen: van politici en kunstenaars, van academici en leerkrachten, van slagers en zangers. En uiteindelijk ook van historici.
Dat blijkt uit de inmiddels al derde versie van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Honderden wetenschappers hebben er jaren aan (mee)gewerkt, in het besef dat het werk nooit echt af zal zijn. Vandaar dat historicus Bruno De Wever deze editie definitief’ noemt: ‘Er zullen altijd nieuwe lemma’s bijkomen, en de bestaande teksten kunnen altijd herschreven worden.’
‘Pluriform samengesteld’
Voor alle duidelijkheid: de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging heeft niets te maken met De canon van Vlaanderen of Het verhaal van Vlaanderen. Die initiatieven kwamen er omdat de Vlaamse regering van Jan Jambon (N-VA) dat zo wilde. De Encyclopedie van Vlaanderen is meer dan vijftig jaar oud.
Het eerste initiatief ging uit van De Standaard-journalist Gaston Durnez (1928-2019). Durnez was minzaam, erudiet, ijverig en ondernemend, en was bovenal een beginselvaste flamingant. In 1973 kon hij een aantal medestanders warm maken om een uiterst lijvig, tweedeling naslagwerk van zes kilogram op te stellen. Die eerste Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (EVB) telde meer dan 2000 pagina’s en 2600 lemma’s. Het was van de eerste tot de laatste letter duidelijk dat dit een naslagwerk was vanuit en vooral voor de Vlaamse Beweging. Toch was de redactie ‘pluriform’ samengesteld, zoals dat toen heette. Bij de kernredacteurs zaten bijvoorbeeld cultuurmens Jozef Deleu (die jaren later voor de Vlaamse socialisten in de raad van bestuur van de VRT zat ) en Reginald De Schryver, Leuvens historicus en zoon van de christendemocratische minister van staat August De Schryver.
Maar op het omslag stond wél een massieve zwarte Vlaamse Leeuw tegen een gele achtergrond, en een van de twee wetenschappelijke begeleiders was niemand minder dan Hendrik Elias. Elias had niet alleen naam gemaakt als een historicus, maar vooral als opvolger van Staf Declercq als leider van het collaborerende Vlaams Nationaal Verbond (VNV) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Die eerste EVB koppelde een zekere objectiviteit aan de vergoelijking van wat de Vlaamse Beweging allemaal werd verweten. Maar voor die tijd was de EVB zonder concurrentie het beste wat er voorhanden was voor wie zo correct mogelijke informatie wilde vinden over de Vlaamse Beweging.
‘Kritische distantie’
Die eerste EVB verscheen in 1973. Hij kwam dus tot stand kort nadat Gaston Eyskens in 1970 de eerste staatshervorming had gerealiseerd. Daarbij werd het unitaire België ingewisseld voor een structuur met (rudimentaire) gewesten en cultuurgemeenschappen. Vervolgens zouden opeenvolgende staatshervormingen de Belgische politiek beheersen. Er kwamen er in 1980, 1988 en 1993, waardoor het concept ‘Vlaanderen’ danig veranderde en de EVB in snel tempo verouderde.
Bovendien had zich in de Vlaamse partijpolitiek een belangrijke scheuring voltrokken toen het extreemrechtse en zelfs racistische Vlaams Blok (nu Vlaams Belang) zich losmaakte van de Volksunie – die was afhankelijk van het thema links-progressief, centristisch of behoorlijk tot radicaal rechts. Intussen was in 1991 Zwarte Zondag gepasseerd, de electorale doorbraak van het Blok. Tegen die achtergrond verscheen in 1998 een Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging (NEVB). Hij telde drie delen en 3672 lemma’s. ‘Kritische distantie’ was het nieuwe ordewoord.
Het historisch onderzoek an sich was intussen namelijk stevig geëvolueerd. Ook op de departementen geschiedenis van de Vlaamse universiteiten was een rigoureuze omgang met het bronnenmateriaal standaard geworden. Daardoor had de toen nog jonge historicus Bruno De Wever in 1994 Greep naar de macht kunnen schrijven, de handelsversie van zijn zesdelige doctoraat over het VNV. Hij maakte een eind aan de mythe van de Vlaamse collaboratie als een naïeve beweging die zich te goeder trouw door nazi-Duitsland had laten misleiden. In werkelijkheid zaten de hang naar het fascisme en een afkeer van de parlementaire democratie van in het begin ingebakken in het VNV.
De NEVB kon niet meer anders dan zakelijk en strikt wetenschappelijk worden. Veel teksten bouwden verder op die van de oude EVB, maar werden zo nodig helemaal herschreven, en er kwam een pak lemma’s bij. Die koerswijziging kwam er niet zonder discussies in het redactiecomité, waar De Wever en de Durnez met hun collega’s tot een vergelijk moesten komen. Voor het eerst trad ook de Vlaamse overheid op als gulle sponsor. Een objectieve kijk op het Vlaamse verleden was een prima antidotum tegen de nationalistische heroïek die het VB propageerde – er de Vlaamse regering was veel aan gelegen dat Vlaanderen loskwam van het stigma een ‘Beieren aan de Noordzee’ te zijn, een zogezegd van nature rechts en conservatief land.
Identiteit is een zaak van iedereen: van politici en kunstenaars, van academici en leerkrachten, van slagers en zangers.
Een ander land
Misschien was, with the benefit of hindsight, 1989 was het meest ingrijpende schakeljaar geweest. Dat jaar werd Paula D’Hondt aangesteld als koninklijk commissaris voor het migrantenbeleid. Met haar rapporten zou ze een nieuwe en eminent belangrijke consensus onder woorden brengen: dat het niet meer de bedoeling is dat de ‘gastarbeiders’ collectief zouden terugkeren, het zijn nieuwe Belgen.
Dat impliceerde dat België en Vlaanderen de realiteit onder ogen konden zien: dit land was een multiculturele samenleving, of was alvast onomkeerbaar op weg om dat te worden. Tijdens de kwarteeuw die erop volgde, is dat proces zodanig versterkt en geëvolueerd dat het Vlaanderen van het einde van de vorige eeuw is veel opzichten een ander land en een andere samenleving was dan het België en Vlaanderen van vandaag. Vandaar de behoefte aan alweer een nieuwe editie van de NEVB: de derde, ‘definitieve’ Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Ditmaal coördineerde het Archief voor Nationale Bewegingen (ADVN) het werk.
En inderdaad: alles is nieuw. Om te beginnen de vorm. De volledige encyclopedie is online raadpleegbaar. Het is een immer onaf work in progress. Dat spoort met de recente inzichten over identiteit: ook die is per definitie fluïde. Lemma’s kunnen en zullen altijd aangepast worden. Een eerste grote herziening komt er al eind 2024, wanneer alle verkiezingen achter de rug zijn en nieuwe besturen gevormd, van steden en gemeenten (en in Antwerpen ook de districten) en binnen afzienbare tijd ook Vlaamse en federale regeringen, die dan weer zullen moeten leunen op de nieuw samengestelde parlementen. Naast die digitale encyclopedie verschijnt een bundeling van de voornaamste overzichtsartikelen als een lijvig boekwerk: Encyclopedie van de Vlaamse Beweging – de Synthese.
Het gaat niet alleen om de vorm. Belangrijker is dat een nieuwe lichting auteurs de nieuwe aanpak versterkt. Coördinatoren Aragorn Fuhrmann en Sarah Menu zijn geen historici maar literatuurwetenschappers. Geschiedenis is namelijk geen eigendom van historici alleen. Furhmann: ‘Er is recent onderzoek naar de relatie tussen Vlaams-nationalisme en sport, economie, literatuur, beeldende kunsten enzovoort. Dat raakt allemaal aan de Vlaamse Beweging in brede zin: dat wat onze identiteit bepaalt, wat vandaag begrepen kan worden als Vlaamse Beweging.’ Inderdaad, wat is er Vlaamser dan de koers, of de Gentse Feesten? De Ronde van Vlaanderen kreeg met de Gordel zelfs een politieke pendant. Al bestaat die laatste organisatie inmiddels al jaren niet meer in zijn oorspronkelijke vorm, als een fietstocht door de Vlaamse Rand rond Brussel. De noodzaak van zo’n politieke manifestatie was stilaan verdwenen. Zo gaat dat. Daarom ook zijn dit mogelijk de meest essentiële regels van De Vlaamse Leeuw: ‘De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan.’
Hoezeer onze blik op de Vlaamse geschiedenis de laatste jaren is veranderd, blijkt uit de lemma’s over Vlaanderen en Congo. Vroeger werd vooral geschreven over de achtergestelde positie van het Nederlands in Congo. Wat de auteurs van vandaag vooral interesseert, is hoe koloniaal de Vlaamse Beweging zelf was.
Vijftien pagina’s Knack
Vlaanderen is al lang geen land meer van vendelzwaaiers, volksdansers of fanfares. Het publiek, jong en oud, gaat in dichte drommen naar Rock Werchter, Pukkelpop en Tomorrowland. Waar spaghetti bolognaise (versie ‘met veel gruyèrekaas’) en broodjes pita of veganistische falafel in veel gezinnen tot de Vlaamse kost behoren. Waar de Ronde van Vlaanderen aanleiding gaf tot een feuilleton op VRT, inbegrepen het bier, het panoramische uitzicht over de verkavelingen en de onvermijdelijke racistische wauwelaar – la Flandre profonde, versie vroege eenentwintigste eeuw.
Dat betekent onvermijdelijk dat de zuivere partijpolitiek minder prominent aanwezig is dan vroeger. Ook hier werden andere keuzes gemaakt. Tot en met de tweede editie gold de regel dat elk Vlaams-nationalistisch parlementslid een eigen lemma had. In de praktijk betekende dat: niet alleen elk parlementslid van de Volksunie, maar ook alle verkozen Vlaams Blokkers of, voordien, VNV’ers. Van dat principe werd afgestapt, legt politoloog en coauteur Dave Sinardet uit: ‘Toen de Volksunie nog 15 procent behaalde, bestond de fractie vooral uit “sterke karakters”, markante figuren die op hun manier hun Vlaamse ideaal invulden. Toen de N-VA in 2010 plots bijna 30 procent van de stemmen behaalde, veranderde dat. Bart De Wever maakte toen zelf grapjes in de trant van: “Iedereen die verkozen moest worden, werd verkozen. En iedereen die niet verkozen moest worden ook.” Het is echt niet meer nodig dat ook elke backbencher zonder veel betekenis een eigen lemma krijgt.’ Zeg trouwens nooit zomaar ‘artikel’ tegen een lemma in de derde Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. De bijdrage over Bart De Wever van de hand van Sinardet beslaat een kleine 50.000 tekens. Dat is vergelijkbaar met bijna vijftien pagina’s in Knack.
Waar is Theo?
Toch is het even schrikken wanneer je als lezer vruchteloos zoekt naar het lemma ‘Theo Francken’. Dat is er niet. Of beter: nog niet. Met historici is het zoals met journalisten: soms haalt men de deadline niet. Bruno De Wever: ‘Een geschiedenis van de N-VA zonder Theo Francken is ondenkbaar.’ In afwachting van een update kan de lezer zich verdiepen in de bijzonder uitgebreide lemma’s over partijgenoten als Peter De Roover dat van de staatshervorming.
Meer dan eens is er intern stevig gediscussieerd. Elk artikel is ondertekend door de auteur(s), en ondanks de grote zorg voor objectiviteit blijft er ruimte voor een persoonlijke touch – zolang het maar geen egotrip wordt. Dat koppige kantje, die particuliere pen: mogelijk hoort ook dat bij de Vlaamse volksaard: onder het zo gelijke laagje vernis blijven de verschillen zichtbaar, en dat geeft het geheel extra kleur. Een virtuele encyclopedie naar de aard en het uitzicht van het echte land.
De derde Encyclopedie van de Vlaamse Beweging staat online: encyclopedievlaamsebeweging.be
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging – De synthese. Met bijdragen van meer dan 50 experten, Lannoo, 680 blz., 39,90 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier