Ann Peuteman

‘Burn-outs tegengaan? Zorg voor genoeg kinderopvang’

Steeds meer ouders hebben de grootste moeite om geschikte kinderopvang te vinden. ‘En dat zorgt vaak voor meer stress dan hun baan zelf’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag.

Terwijl mijn gastvrouw me een kop koffie inschenkt, kijk ik rond in haar keuken. Aan de muur hangt een indrukwekkende planning vol kleurvlakken, symbolen en pijlen. Eerst denk ik nog dat het de voortgang van haar doctoraatsonderzoek voorstelt, maar het blijkt een planning voor de opvang van haar kinderen te zijn. ‘Wanneer mijn partner en ik allebei minstens een dag per week thuis werken en geregeld een oppas inschakelen, lukt het net. Als de meisjes tenminste niet ziek worden’, zucht de onderzoekster.

Veel jonge ouders slagen er vandaag amper in om de zorg voor hun kinderen met hun baan te combineren. Zoals de collega die ronduit in paniek was toen hij te horen kreeg dat de crèche van zijn kinderen de deuren zou sluiten. Vinden ze niet snel andere opvang, dan zal zijn vrouw noodgedwongen minder gaan werken. Dat is ook wat een kennis overweegt nu de school van haar zoontjes de naschoolse opvang terugschroeft. Vanaf volgend schooljaar moeten alle leerlingen ten laatste om halfvijf worden opgehaald. De school vindt geen vrijwilligers meer die tot zes uur op de kinderen willen passen.

Mijn eigen zoon kan ondertussen al een paar jaar perfect voor zichzelf zorgen, maar ik begin alweer te zweten als ik nog maar terugdenk aan de tijd dat dat niet zo was. Zoals die keer dat hij ’s nachts koorts kreeg terwijl ik de volgende dag een belangrijk interview moest gaan doen. De opvangdienst voor zieke kinderen van mijn ziekenfonds kon – zoals zo vaak – pas na een paar dagen een oppas sturen, mijn moeder moest zelf werken en in mijn hele vriendkring was er niemand te vinden die zich die dag kon vrijmaken. Dus besloot ik mijn zieke zoon in pyjama in de auto te laden en mee te nemen naar mijn afspraak met de Antwerpse politicus, die – zo hoopte ik toch – daar als familieman wel begrip voor zou kunnen opbrengen. Toen zich op de valreep toch nog een vriendin meldde die wou inspringen, kon ik wel huilen.

Natuurlijk moesten er niet alleen boekgriepjes en luchtweginfecties worden overbrugd, maar ook vakanties en pedagogische studiedagen. Al was de grootste uitdaging toch wel dat mijn zoon elke dag ten laatste om kwart voor zes moest worden opgehaald. Meestal was ik er al vroeger, maar er waren ook dagen dat ik me vastreed in een file of niet weg kon rennen uit een eindeloze vergadering. Toch kwam het uiteindelijk altijd goed. Ofwel arriveerde ik nog net op tijd, ofwel kon ik iemand anders mobiliseren om hem op te halen. Maar ondertussen had ik amper iets van de vergadering opgestoken, klopte mijn hart in mijn keel en voelde ik me ongelooflijk schuldig. Het constante gepuzzel om opvang te regelen gaf me in die tijd meer stress dan alle deadlines die ik moest halen samen. En voor veel ouders is dat vandaag niet anders.

Scholen schaffen avondopvang af, crèches sluiten, vakantiekampjes zijn te schaars of te duur en er is te weinig opvang voor zieke kinderen.

Niet alleen is het in de meeste gezinnen zo dat beide ouders uit werken gaan, er zijn ook meer en meer kinderen die in een eenoudergezin opgroeien. Heel wat werkgevers hebben zich daar al wat aan aangepast door minder meetings in de late namiddag in te plannen en hun personeel door middel van glijdende uren de kans te geven de kinderen ’s ochtends naar school te brengen. De huidige generatie jonge ouders stelt op dat vlak ook duidelijkere grenzen en ondertussen is telewerk meer ingeburgerd geraakt – al heeft de pandemie bewezen dat thuiswerken met jonge kinderen niet noodzakelijk voor minder stress zorgt.

Hoe dan ook zullen flexibele werkuren en thuiswerkdagen alleen het probleem niet oplossen. Zeker als er geen grootouders in de buurt wonen die met pensioen zijn en het zien zitten om voor de kleinkinderen te zorgen. Willen we dat minder jonge ouders uitgeblust raken, dan moeten ze niet alleen een werkbare job hebben maar ook een beroep kunnen doen op betaalbare en betrouwbare kinderopvang. En daar wringt het schoentje steeds meer. Nogal wat scholen schaffen de avondopvang af of perken die in, crèches sluiten wegens personeelsgebrek, opvangouders houden het voor bekeken, vakantiekampjes zijn te schaars of te duur en er is veel te weinig structurele opvang voor zieke kinderen.

Dat heeft natuurlijk impact op de kinderen in kwestie, maar vaak nog meer op hun ouders. Sommigen staan daardoor zo onder druk dat ze op den duur uitvallen, ervoor kiezen om minder te gaan werken of er helemaal mee te stoppen. Willen we écht een strategie opzetten om de burn-outepidemie te bestrijden, dan moet daar ook een stevig opvangluik in. Vraag maar aan de moeder die begin dit jaar begon te schokken van het huilen toen ze tijdens een vergadering een telefoontje kreeg. Haar collega’s dachten dat er iemand was gestorven, maar dat was niet zo. Haar dochtertje had koorts gekregen en moest zo snel mogelijk in de crèche worden opgehaald.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content