Pascal Debruyne

‘Kunnen partijen dan echt niet beter? Wie trekt er consequent een lijn voor wat aanvaardbaar is?’

Pascal Debruyne Onderzoeker aan Odisee Hogeschool en voorzitter van Uit De Marge VZW en Samenlevingopbouw Gent

‘Een drama en crimineel feit gebruiken om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Is dat de nieuwe politiek?’ vraagt Pascal Debruyne na de de lauwe reacties op de brand in een toekomstig asielcentrum in Bilzen.

De brand in het asielcentrum van Bilzen doet denken aan de documentairereeks ‘The Power of Nightmares‘ van de bekende BBC-documentairemaker Adam Curtis. De documentaire, die ook terug te vinden is op YouTube, toont hoe politici via woord en beeld voortdurend de haat oppoken tegenover een imaginaire vijand. En hoe die nachtmerrie van een vijand die ons zou overspoelen en potentieel zou vernietigen, het fundament wordt van machtsverwerving.

Adam Curtis Documentaryhttps://www.youtube.com/360344YouTubevideohttps://i.ytimg.com/vi/dTg4qnyUGxg/hqdefault.jpg1.0

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
480The Power Of Nightmares: Part 1 Baby Its Cold Outside (2004)https://www.youtube.com/channel/UCAWxZyfEPejhGJv8Z4wbKBw459

Een significant deel politici in Vlaanderen hanteert diezelfde ‘kracht van de nachtmerrie’. Door een woordenstroom poken ze dagelijks haat en polarisatie op. Ze lanceren korte hashtags en vragen die te delen en retweeten om zo de nachtmerrie te verbeelden: van #WegMetons die de omvolkingsangst moet oproepen tot #Opkuisen en slagzinnen als ‘een tsunami van migranten en cultuurrelativisme’. Waarbij elke solidariteit wordt gebrandmerkt met aangebrande woorden als ‘Gütmenschen’, ‘Opengrenzen-activisten’ en ‘activistische rechters’. Allemaal gaat het om dezelfde tactiek van ontmenselijking en delegitimatie.

Quo Vadis verantwoordelijkheid?

Er is vandaag significant weinig appetijt om de verantwoordelijkheid op te nemen voor wat die voortdurend opruiende taal doet. Behalve dan Burgemeester Johan Sauwens van Bilzen, die als enige op De Afspraak verantwoordelijkheid toewijst. Sauwens heeft het over het opbod tussen staatssecretarissen en enkele burgemeesters van grote steden, en schetst een opbod tussen Vlaams Belang en N-VA dat volgens mij al langer aan de gang is. Ook Gents burgemeester Mathias De Clercq waarschuwde in zijn pleidooi voor een Paarsgroene federale coalitie op federaal niveau al voorverdere verruwing en verharding van de samenleving in haar geheel.

Politici zoals Bart Somers vinden dat we duidelijke taal moeten spreken, en racistische reacties afkeuren die opgepookt worden door extreemrechts, gevolgd door een oproep om een tegenbeweging te maken tegen racisme. Ook politici moeten op hun taal letten. Maar na die vaststelling gaat men over tot de orde van de dag, naar een regering met een etnocentrisch geïnspireerd regeerakkoord, die beslist om met Vlaanderen uit UNIA te stappen, en van wie de etnisch-culturele zelforganisaties op de schop moeten. Naar een Vlaamse coalitie, waarin ‘integratie en inburgering’ gereduceerd worden tot instrumenten voor migratiebeheer. Niet vreemd, gezien de druk van het Vlaams Belang tijdens de ‘vooronderhandelingen’ in aanloop naar de Vlaamse regeringsformatie.

Ethisch kompas

Waarom bundelen de andere partijen niet lokaal hun macht om publiek grenzen te stellen, voor wat N-VA doet op andere beleidsniveaus? In plaats van de stilte te bewaren en zo stap voor stap ook het gedachtegoed van Vlaams Belang mee te legitimeren en normaliseren?

Kunnen partijen dan echt niet beter? Wie trekt er consequent een rode lijn voor wat aanvaardbaar is? Onafgezien van het belang van vrijemeningsuiting in een liberale democratie, kan je ook politiek de contouren bepalen aan wat wenselijk is, wat je wil versterken, legitimeren en normaliseren. Men kiest op dat vlak al te vaak voor schuldig verzuim, in plaats van een ethisch kompas in te stellen. Misschien kunnen ze iets leren van de eigenares van het in brand gezette pand in Bilzen: ‘We kunnen die mensen nooit de baas laten worden. Anders controleren ze mijn en uw leven. Nog meer reden om door te gaan met opvang.’ Politici kunnen hiervan leren hoe ze grenzen moeten trekken. En welke ideeën ze al dan niet “mee de baas laten worden“.

Kunnen partijen dan echt niet beter? Wie trekt er consequent een lijn voor wat aanvaardbaar is?

Woorden leiden tot daden. Daden die uit de kracht van de nachtmerrie volgen. De kracht van nachtmerries brengt in realiteit ook echte nachtmerries voort, zoveel is nu nog maar eens duidelijk. Een tijd geleden in februari 2016 waarschuwde Marc van Ranst in De Morgen al voor het virus van een fascisme 2.0. “Kom achteraf niet zeggen dat we het niet wisten.”, stelde hij toen al. En wie het benoemt is een hystericus of in extreemrechtse terminologie ‘oikofoob’. (https://www.demorgen.be/nieuws/dit-is-het-fascisme-2-0-virus-kom-achteraf-niet-zeggen-dat-we-het-niet-wisten~bf422817/). De brand in Bilzen is een zoveelste kantelmoment, waarbij we de kans krijgen de ogen niet meer te sluiten. We dwepen graag met ‘De Verlichting’, maar volgens de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant is dat vooral de moed en vastberadenheid hebben om de schuldige onmondigheid te doorbreken.

Les mots et les choses

Het gaat niet alleen om taal. Het gaat evenzeer om concrete daden en ook wanbeleid. Niet toevallig merken we in alle gemeentes waar binnenkort een nieuw opvangcentrum zal openen, eenzelfde scenario: zowel off- als online worden de kritische stemmen opgehitst en acties georganiseerd. Vanuite verschillende hoeken wordt de angst opgepookt voor mensen op de vlucht. Dat is het geval in gemeentes als Dormaal, in Zoutleeuw en Beveren-Waas, waar een nieuw opvangcentrum voor mensen op de vlucht komt.

Bovendien, zo roepen Francken en N-VA – in koor en volgens de debatfiche – mag ‘wrok tegen falend beleid, zich niet omzetten in wrok tegen mensen’. Maar Francken en de hele regering van Charles Michel legden zélf de fundamenten van dit falend asielbeleid, zowel door de afbouw van het aantal plaatsen en de besparingen bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Ze hadden beslist om tegen het advies van Fedasil en experten in, om asielopvang af te bouwen, om op korte termijn te scoren, zonder een noodzakelijke buffercapaciteit te voorzien. Een degelijk asielbeleid houdt immers rekening met een fluctuerend gegeven van migratie. Er leeft in academische en overheidsmiddens een grote consensus over hoe nefast dit soort “jojo-beleid” is. Bovendien is het een beleidskeuze waarbij veel middelen verspild worden omdat er voortdurend expertise verloren gaat en men telkens opnieuw moet beginnen.

Een drama en crimineel feit gebruiken om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Is dat de nieuwe politiek? Want daar begint het op te lijken: enerzijds overal onrust opwekken waar er asielopvang komt- want: ‘zijn die lokale bewoners niet de échte slachtoffers?’, terwijl men goed weet dat de voortdurende afbouw en opbouw het altijd maar moeilijker maken om asielopvang in te planten. Het is een beleid dat in de praktijk leidt tot lokale verrotting, waarbij er geen winnaars meer zijn.

Vijf na twaalf

Het is vijf na twaalf om het ethisch en politiek kompas af te stemmen op grondrechten en mensenrechten, maar evengoed op de gelijkwaardigheid van elk mens, en evenzeer op politiek fatsoen. Dit is een appel voor zowel progressieve partijen als centrumpartijen om grenzen te trekken. En durven benoemen waar die ethische rode lijnen overschreden worden.

Alles mag en moet benoemd worden in Vlaanderen en Brussel. De ‘parler-vrai’ en ‘recht voor de raap’-spraak zijn een morele verplichting geworden wanneer het gaat over diversiteit en migratie. Maar wanneer stappen we voorbij dat soort politieke correctheid opgedrongen door uiterstrechts, om opnieuw grenzen te trekken aan wat kan en mag, en actief benoemen wat wenselijk is in een superdiverse samenleving? Want precies die zaken blijven al te vaak onbenoemd.

Dat is het begin om de kracht van de nachtmerrie om te buigen in een samenleving die terug anders mag en kan dromen over samenleven in verschil. Kunnen progressieve partijen vooral daarover een verhaal uitbouwen?

Dat verhaal schrijft bijvoorbeeld het Gentse stadsbestuur via de Taskforce Vluchtelingen die opging in de Taskforce Wonen met het brede middenveld. Daaraan bouwde Bart Somers als voormalige burgemeester van Mechelen, door inclusief beleid op de as van culturele en sociaal-economische insluiting.

Pascal Debruyne is Dr in de politieke wetenschappen, en verbonden als onderzoeker aan Odisee Hogeschool, bij onderzoek over asiel en migratie. Hij is voorzitter van Uit De Marge VZW en Samenlevingopbouw Gent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content