Agenten die terroristen Verviers uitschakelden riskeren vervolging: ‘Dit is de wereld op zijn kop’

Bijna negen jaar na de feiten riskeren agenten die in Verviers een terroristische cel uitschakelden vervolging wegens doodslag en machtsmisbruik. ‘Als onze namen bekend worden, zijn we loslopend wild’

Het bericht viel enkele dagen na de dodelijke aanslag op twee Zweedse voetbalsupporters in Brussel tussen de plooien van het nieuws: midden oktober werd Marouan El Bali na het uitzitten van twee derde van zijn celstraf van twaalf jaar uit de gevangenis vrijgelaten. El Bali was de enige overlevende van de IS-terreurgroep van Verviers, die op 15 januari 2015 na een hevige schietpartij werd ontmanteld.

‘Mijn maag keerde om toen ik die vrijlating vernam’, zegt L.* Hij was een van de agenten van de Speciale Eenheden – specifieker: de Direction Special Units (DSU) – die op 15 januari 2015, acht dagen na de islamistische aanslag op de redactie van het Franse tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs, naar Verviers werd gestuurd. Daar, in een onopvallend rijhuis in de Rue de la Colline, hielden Soufiane Amghar (26) en Khalid Ben Larbi (23) zich al een tijdje schuil. De twee jeugdvrienden uit Molenbeek, bekend bij de politie voor diefstallen, waren in april 2014 naar Syrië vertrokken voor een terreuropleiding en enkele maanden later teruggekeerd.

In november kwamen ze terecht in het safehouse in Verviers, dat gehuurd werd voor 415 euro per maand. Kort daarna kwamen ze op de radar van de Staatsveiligheid, na een buitenlandse tip die beweerde dat ze een aanslag aan het voorbereiden waren. Hun telefoonverkeer werd afgeluisterd en er werden microfoons in de kelder van hun safehouse geplaatst. Uit hun onderschepte communicatie kon men drie zaken concluderen. Eén: een aanslag was ophanden. Twee: Marouan El Bali (26) was de man die voor het duo de praktische zaken regelde en pendelde tussen Brussel en Verviers. Drie: de terroristen waren voorbereid op een inval in hun woning. Hen verrassen zou niet lukken.

Dat bleek ook op 15 januari 2015 om twintig voor zes ‘s avonds. Toen de Speciale Eenheden zich via een springlading toegang tot de woning verschaften, werden ze meteen beschoten. Wat volgde, was een hevig gevecht. Soufiane Amghar werd vrij snel gedood door een sniper op het dak van een nabijgelegen school. Khalid Ben Larbi bleef langer weerstand bieden maar werd uiteindelijk ook dodelijk geraakt. Marouan El Bali probeerde te ontsnappen door het raam van de badkamer en werd ingerekend. Als bij wonder vielen er bij de Speciale Eenheden geen gewonden of doden. ‘Maar zonder die microfoons in de kelder, waardoor we wisten dat ze op onze komst voorbereid waren, waren er ook zeker aan onze kant slachtoffers gevallen’, zegt L. ‘We vonden aan het raam aan de voorkant een kleine GoPro-camera. Ze filmden alles wat op straat gebeurde. Daarom werden we ook meteen onder vuur genomen.’

We hebben destijds ons leven op het spel gezet. En nu worden we in de steek gelaten.

‘Executie’

De inval in Verviers was wereldnieuws. De BBC en CNN toonden de beelden van het in brand geschoten safehouse. De actie betekende ook de start van een anderhalf jaar durende klopjacht op IS-cellen in ons land, die pas na de aanslagen in Parijs (13 november 2015) en Brussel (22 maart 2016) en de daaropvolgende arrestaties tot een eind kwam.

Ook bij Salah Abdeslams arrestatie op 18 maart 2016 waren L. en zijn collega’s betrokken. ‘Daarna stonden onze oversten op de eerste rij om de felicitaties van de ministers voor ons werk in ontvangst te nemen’, zegt ex-hoofdinspecteur L. ‘Vandaag horen we hen niet meer. Nochtans zouden ze net nu voor ons moeten opkomen.’

‘Er is intussen betere ondersteuning voor de Speciale Eenheden’, zegt minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden.

Want bijna negen jaar na de feiten hangt agenten die deelnamen aan de actie in Verviers een vervolging voor doodslag boven het hoofd. Dit na een klacht van de zus van Soufiane Amghar, die al een lange voorgeschiedenis heeft. Zij stelde zich al op 5 juni 2015 burgerlijke partij tegen onbekenden en wierp de vraag op of er sprake was van wettige zelfverdediging door de politie dan wel ‘een executie’. Daarbij verwees ze onder meer naar het feit dat haar broer kort voor de inval alleen en ‘vermoedelijk ongewapend’ naar een nabijgelegen nachtwinkel was gegaan om er El Bali op te pikken. Haar these is dat men haar broer daar zonder geweld had kunnen arresteren en dat zijn dood dus te vermijden was.

Verder klaagde Amghars zus aan dat er nog veel open vragen waren in het onderzoek. Zoals: welke aanslag(en) wou de cel plegen? En hoe kwam het dat, als het klopt dat de eerste schoten door Amghar en Ben Larbi waren afgevuurd, geen enkele agent geraakt werd? Wees dat niet op het feit dat de Speciale Eenheden zelf het vuur openden?

Na onderzoek concludeerde de procureur des Konings in 2021 – zes jaar na de feiten – dat er geen sprake was van een executie en dat de agenten volgens het boekje hadden gehandeld. De vraag waarom Amghar en El Bali niet gearresteerd werden toen ze van de kruidenier kwamen, werd beantwoord door het feit dat een interventie op dat moment – met veel volk op straat – als te risicovol werd beschouwd.

Ongeloof bij agenten

Enkele maanden later vroeg de burgerlijke partij bijkomende onderzoeksdaden. Die werden afgewezen. Het gerecht besliste om de betrokken agenten niet te vervolgen, maar de zus van Amghar ging recent in beroep.

‘We zijn dus weer vertrokken voor jaren’, zucht L., die zich als spreekbuis voor zijn collega’s opwerpt. ‘Dit hangt al bijna negen jaar boven onze hoofden. Toen we recent te horen kregen dat we nog altijd vervolging riskeren, was er veel ongeloof. We hebben destijds ons leven op het spel gezet. En daar klagen we niet over: het was onze job, we wisten wat de gevaren waren.

Maar niemand kan ontkennen dat we zware offers gebracht hebben. De impact op ons familieleven is groot geweest. Sommige ex-collega’s hebben posttraumatische stress. Een agent is tijdens de schietpartij in de Driesstraat in Vorst (op 15 maart 2016, waarbij Salah Abdeslam wist te ontsnappen, nvdr.) zwaargewond geraakt en is voor het leven gehandicapt. Hij heeft jaren moeten vechten om zijn medische kosten terugbetaald te krijgen. De hogere echelons lieten ons vallen. En ook nu horen we ze niet. Terwijl deze zaak als een zwaard van Damocles boven ons hoofd blijft hangen.’

De actie was het begin van een anderhalf jaar durende klopjacht op IS-cellen in ons land.

‘Je moet weten: als het beroep van die zus wordt toegestaan, riskeren we niet alleen vervolging, maar ook dat onze namen bekend worden. Dan zijn we loslopend wild. Het is toch opvallend dat juist wij geviseerd worden? Wij hebben tenslotte maar een opdracht uitgevoerd die van hogerhand kwam. Wij waren de laatste schakel in een hele ketting. Is dat dan de uiteindelijke bedoeling: aan onze namen komen?’

De mensen aan het begin van de ketting liggen er niet van wakker, zegt L. ‘We worden simpelweg in de steek gelaten. Dit sleept al jaren aan en het einde is nog lang niet in zicht. Deze hele situatie zorgt voor enorme stress bij sommige ex-collega’s. Maar de top van de politie en van de politiek lachen dat weg. Waar zijn ze, de federale procureurs die na onze succesvolle acties op tv kwamen? Waar zitten de mensen die ons destijds naar Verviers, Vorst en Molenbeek stuurden?

‘Wat voor signaal is dat ook naar de huidige agenten van de Speciale Eenheden? Als je een sniper bent en je weet dat je door je job te doen vervolging riskeert, ga je misschien wel twee keer nadenken alvorens de trekker over te halen.’

Annelies Verlinden: ‘Ik ben de Direction Special Units erkentelijk’

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) geef toe dat er ruimte is voor verbetering. ‘Ik ben erkentelijk voor de beschikbaarheid en inzet van de interventieleden van de DSU’, zegt ze. ‘Binnen de directie van de Speciale Eenheden werd intussen voorzien in een beter opvolgings- en ondersteuningssysteem voor de medewerkers. Dat moet ervoor zorgen dat het maken van onderlinge afspraken, het beheren van de persoonlijke dossiers en de communicatie en opvang belangrijke hoekstenen worden, om iedereen zo goed mogelijk te omkaderen. Aan de nieuwe directeur van de Speciale Eenheden werd de opdracht gegeven om daar prioritair werk van te maken, dit in het belang van alle medewerkers.’

De zus van Amghar wordt vertegenwoordigd door de Brusselse advocate Virginie Taelman. Zij verdedigde eerder Mehdi Nemmouche, die tot levenslang veroordeeld werd voor de aanslag op het Joods Museum in Brussel in 2014. Daarbij vielen vier doden. Taelman pleitte op het proces in 2019 dat niet de IS maar de Israëlische geheime dienst Mossad achter de aanslag zat. Op het proces rond de aanslagen in Brussel en Zaventem verdedigde ze Bilal El Makhoukhi. Hij kreeg in september van dit jaar levenslang. Op dat proces vroeg Taelman om haar cliënt te beoordelen volgens het oorlogsrecht, aangezien hij een ‘soldaat van de IS’ was.

Knack nam contact op met meester Taelman, maar zij gaf aan dat haar cliënte en zijzelf voorlopig niet verder op de zaak willen ingaan.

L. beëindigde eind 2017, na vijftien dienstjaren, zijn loopbaan bij de DSU. ‘De jacht op de terroristen had me uitgeput.’ Ook veel van zijn collega’s van toen zijn intussen gestopt. ‘Maar de band tussen ons is voor het leven. Daarom dat ik ook namens hen dit verhaal wil doen.’

*Om veiligheidsredenen publiceren we de volledige naam van L. niet. Die is wel bekend bij de redactie.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content