Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Geweld tegen de politie moet als een terreurdaad beschouwd worden, en ook zo bestraft worden’

‘De leiding van de politiek is soms meer bezig met haar eigen PR en reputatie, dan met de bescherming van haar eigen politiekorps en de bevolking’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

Er bestaan veel multiculturele tradities in ons land. Op twee daarvan kun je de klok en de zonnewijzer gelijkzetten. Met de jaarwisseling wordt Brussel telkenjare gebrandschat door doorgesnoven draaideurcriminelen, en met de eerste zonnestralen zakken ze sporend af naar de Vlaamse zwemvijvers. Geen hekken is hoog genoeg om het schorem buiten te houden, van de Blaarmeersen tot de recreatiedomeinen in Hofstade, Sint-Niklaas of Diest.

Een hekken bouwen als het hek van de dam is, is eigenlijk al een vorm van capitulatie voor het straatgeboefte. Bij elk baldadig incident moet er dan telkens een blik agenten opengetrokken worden, en worden er stewards, sfeerbeheerders en welzijnsknuffelaars opgetrommeld om de verhitte gemoederen te bedaren. De media berichten traditioneel  zalvend eufemistisch over “Brusselse jongeren”, terwijl het telkens gaat over Franstalige heethoofden uit de hoofdstedelijke islamitische zoontjesfabriek. Hun hersencellen worden al verhit en hun handjes beginnen al te jeuken bij het zien van een blote bil of borst. Een westerse vrouw is voor hen een ongelovige kech, vrij te betasten en te beschimpen als “femme de la rue”.

De vergoelijkingslobby verdrinkt dan per definitie opnieuw in een bad van valse dooddoeners en pavloviaanse racismeriedels: het is slechts een kleine minderheid, het schorem is kansarm en werkloos, in de hoofdstad is er geen openluchtzwembad of het is een uiting van “verzet tegen de dominante cultuur”… Minister van Binnenlandse Zaken, zoetwaterpolitica Annelies Verlinden, komt dan voor de zoveelste keer op de proppen met het voorstel van een zwarte lijst voor de alom gekende recidivisten, maar die even veel keer opgeborgen wordt in de lade van loze beloften.

(Lees verder hieronder.)

Wie de riedels van de wegkijkers als Verlinden en justitieminister Van Quickenborne niet mee papegaait, wordt al vlug van racisme beschuldigd. Het benoemen en het duiden van delinquent gedrag bij bepaalde etnische minderheden en religieuze groepen is nochtans geen racisme, maar het begin van een oplossing. Tot welke excessen dit struisvogel- en dhimmitudegedrag kan leiden stond op 14 juli 2022 nog afgedrukt in een zijkolommetje van de wokegazet De Standaard: “Generaties lang, sedert de jaren 80, werden bewijzen van seksmisdrijven genegeerd in de Britse stad Telford. Duizenden meisjes werden misbruikt. De kinderen kregen zelf de schuld van de bevoegde agentschappen. De praktijken werden niet onderzocht omdat de etniciteit van de allochtone daders raciale spanningen zou veroorzaken.” In Brussel kregen zes groepsverkrachters van de rechter vorig jaar alleen een voorwaardelijke straf, en moesten ze verder enkel maar een opstel schrijven over ‘gelijkheid en respect’.

Op 1 juni was er nog een klasje van 40 Molenbeekse jongeren van het Athénée Royal Serge Creuz op schoolreis in de Ardennen. Tijdens een kajaktochtje op de Lesse herkenden ze plots een paar vrouwelijke politieagentes van de Brusselse Zone-West die deelnamen aan een informele olijke teambuildingdag. Hun mysogine duivels werden ontbonden, de dames werden zelfs “getoucheerd” en het eindigde in een zeeslagje waarbij vier agenten gematrakeerd werden met kajakpeddels en met breuken in het ziekenhuis belandden (twee met 5 breuken in het aangezicht en een vrouw met een neusbreuk). Hun korpschef van Brussel-West Luc Ysebaert kreeg onmiddellijk last van dhimmitudegedrag en zocht spijkers op laag water om zijn korpsballen mede verantwoordelijk te stellen. De leiding van de politie hunkert niet zelden meer naar de goedkeuring van de progressieve elite, en is meer bezig met haar eigen PR en reputatie dan met de bescherming van haar eigen politiekorps en de bevolking.

Bij de recente Blaarmeersrellen werd er zegge en schrijve één amokmaker voor een paar uurtjes administratief aangehouden. Ze lachen met het gedoogbeleid van activistische rechters en dragen hun veroordelingen als eretekens. Snelrecht betekent voor een draaideurcrimineel snel terug op vrije voeten. De laksheid van justitie om te bestraffen voedt het gevoel van onaantastbaarheid van de recidivisten, die steeds driester te werk gaan tegen wat zijn beschouwen als ‘witte weekdieren’.

Bij de belaagde ordehandhavers heerst steeds meer het gevoel van moedeloosheid.  Police bashing is een nieuw tijdverdrijf voor internettrollen. Op de haatkanalen circuleren video’s die het geweld tegen politie, brandweer en ambulanciers verheerlijken. Op 4.000 politiemensen, die in 2020 aan een interne peiling deelnamen, verklaarde 66 procent van de respondenten het slachtoffer te zijn geweest van valse klachten, en bijna 40 procent daarvan was ook slachtoffer van fysiek geweld. Bij de zone Hoofdstad Brussel-Elsene lag het aantal ziektedagen ten gevolge van fysiek geweld in 2019 op 7.080, en in politiezone Antwerpen op 3.943. Volgens korpschef Michael Govaerts is er in zijn zone Elsene sprake van één gewonde collega per dag. Volgens het Brussels parket werd 33,5 procent van de dossiers “Slagen en verwondingen tegen politieambtenaren” zonder gevolg geklasseerd, schrijven Vincent Housin en Vincent Gilles in hun boek ‘F*ck you flik‘ (Lannoo), waarin ze getuigenissen verzamelen over geweld tegen de politie.

Het college van Procureurs-generaal schreef op 24 november 2020 een verbeterde omzendbrief die de door minister Verlinden & Co gepredikte nultolerantie voor geweld tegen politieagenten moest beteugelen. In realiteit is die circulaire nog altijd dode letter en politieke windowdressing gebleven. Ingeval een agent bijvoorbeeld minder dan vier maanden arbeidsongeschikt is als gevolg van geïncasseerde slagen en verwondingen, beperkt de inspanning van justitie zich quasi nooit tot voorleiding van de dader of tot snelrecht. Tijdens een overwinningsfeest in Heusden-Zolder voor de herverkiezing van de Turkse president Erdogan reed een 21-jarige man opzettelijk in op twee politieagenten. In Westende reed een dolgedraaide bestuurder frontaal en opzettelijk in op een politiecombi, met maandenlange werkonbekwaamheid tot gevolg door lichamelijke en geestelijke trauma’s. Alles werd gefilmd en in het proces-verbaal opgenomen als poging tot doodslag. Die kwalificatie werd door de onderzoeksrechter gewijzigd in gewapende weerspannigheid.

Nagenoeg elke rechtgeaarde burger heeft een haat-liefde verhouding met de politie. Ingeval van nood kan ze niet vlug genoeg ter plaatse zijn en bijstand verlenen. Maar je wenst alle koddebeiers een tros pijnlijke aambeien toe als je gecontroleerd wordt door een uniform die zich gedraagt als een Hitler omdat hij een kepie op zijn hoofd heeft, of als je een boete van 68 euro in je bus krijgt omdat je het gaspedaal een beetje te diep hebt ingedrukt.

De politie bezit het geweldsmonopolie beschreven in de Wet op het Politieambt uit 1992. Ze is gebonden door het legaliteits-, noodzakelijkheids- en subsidiariteitsprincipe en door het proportionaliteitsbeginsel, en moet daarop zorgvuldig gecontroleerd worden. Maar geweld tegen de politie moet als een terreurdaad beschouwd worden en als dusdanig bestraft. We hebben een parket nodig dat zijn werk doet, optreedt en vervolgt.

The thin blue line is een frêle grens tussen orde en veiligheid enerzijds, en chaos en anarchie anderzijds. In de grafrede van Pericles stond 2500 jaar geleden al dat gehoorzaamheid aan de wetten het voorrecht is van de vrijheid. We moeten er daarom hardnekkig over waken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content