Baant CD&V weg voor Hilde Crevits bij Grondwettelijk Hof? ‘Dit is niet à la tête du client’

Hilde Crevits (CD&V). © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

CD&V wil sleutelen aan de politieke benoemingen bij het Grondwettelijk Hof. Het wetsvoorstel lijkt op maat gemaakt van Vlaams minister Hilde Crevits, maar dat wordt ontkend.

Als het van de CD&V afhangt, wordt het moeilijker voor ex-politici om tot rechter benoemd te worden bij het Grondwettelijk Hof, dat wetten toetst aan de Grondwet. Vandaag bestaat dat Hof uit twaalf rechters, waarvan de helft uit voormalige parlementsleden – ook bekend als rechters-politici. Via een ongeschreven regel worden de rechters tussen de partijen verdeeld op basis van hun parlementaire grootte.

Vandaag moeten die politici niet over een rechtendiploma beschikken. Daar wil de CD&V verandering in brengen: rechters-politici moeten voortaan een ‘diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten’ hebben. ‘Arresten maken is een vak’, zegt indiener en CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten. ‘Juridische kennis is belangrijk voor het evenwicht bij discussies tussen de rechters.’

De kwestie kwam al eens ter sprake tijdens de benoemingssaga rond Zakia Khattabi (Ecolo) in 2020. Khattabi, die vandaag federaal minister is, beschikt niet over een rechtendiploma, wat haar door oppositiepartijen N-VA en Vlaams Belang werd aangewreven.

‘Politiek arrest’

Ook wil de CD&V het strikte evenwicht tussen rechters-politici en rechters-juristen flexibeler maken. Nu moet de helft van de rechters uit de politiek komen. CD&V wil die verplichting afzwakken: minstens een derde ex-politici, hoogstens de helft. Daarnaast willen de christendemocraten de hoorzittingen voor kandidaat-rechters verplicht maken in Kamer en Senaat, en moeten ze bewijs leveren dat ze het Nederlands en Frans voldoende machtig zijn.

Grondwetspecialist Patricia Popelier (UAntwerpen) kan zich vinden in de voorstellen. ‘Een rechter zonder een rechtendiploma zal door de bank genomen minder zwaar wegen dan iemand met juridische expertise.’ Bovendien speelt dat ook een rol in de perceptie van de rechters. ‘Wie het niet eens is met het Hof spreekt al gauw van een “politiek arrest”. Het is daarom belangrijk dat het Hof zoveel mogelijk juridische argumenten hanteert.’

Ex-politici blijven best deel uitmaken van het Grondwettelijk Hof. ‘Mensen hebben nu eenmaal een kleur, en het Hof doet politiek delicate uitspraken. Dan heb ik liever dat we weten wat de kleur van die persoon is.’ Ze ziet wel heil in het CD&V-voorstel om het met minder ex-politici te doen.

Hilde Crevits

Professor Popelier heeft moeite met een ander CD&V-voorstel. Vandaag moeten de rechters-politici beschikken over minstens vijf jaar parlementaire ervaring. De partij wil die termijn optrekken naar acht jaar. Met één grote vernieuwing: dat ook ervaring in een regering moet kunnen meetellen.

Popelier: ‘Niemand heeft er ooit over geklaagd, er is geen enkele reden waarom je dit zou invoeren. Wel integendeel: het is geen goed idee om mensen naar het Hof te sturen die zwaar gewogen hebben op het beleid. Ze zullen immers moeten oordelen over wetten die tijdens hun termijn tot stand zijn gekomen. Eigenlijk mag die persoon in dat geval niet meebeslissen.’

De wetswijziging zou in het voordeel kunnen zijn van een politica als Vlaams minister Hilde Crevits. Binnen de partij doen al langer geruchten de ronde over haar politieke toekomst. Haar naam valt als opvolger van West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé, maar ook als lijsttrekker van de Europese lijst in 2024 en dus ook als rechter bij het Grondwettelijk Hof. Dat bevestigen verschillende bronnen met kennis van zaken aan Knack.

Alleen: Crevits, die over een rechtendiploma beschikt en ooit als advocaat werkte aan de balie van Brugge, heeft slechts drie jaar parlementaire ervaring. Te weinig dus voor de huidige vereiste. Wél is ze sinds 2007 onafgebroken minister in de Vlaamse regering. Ook gewezen minister Koen Geens, die pas in 2020 parlementariër werd, zou hierdoor in aanmerking komen. Maar Verherstraeten benadrukt dat de wet niet ‘à la tête du client’ is gemaakt. ‘Noch a posteriori, noch a priori.’

Hoe dan ook heeft het wetsvoorstel geen gewone, maar een bijzondere meerderheid nodig: een meerderheid in elke taalgroep en een tweederdemeerderheid in het hele parlement.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content