Het boerenprotest: nog een ton mest over onze politieke partijen?

© Belga
Walter Pauli

Vanuit politieke hoek is er meer begrip dan afkeuring voor het boerenprotest, ondanks het geweld en de vernielingen. Intuïtief voelen de meeste politici dat ze vanuit Brussel weinig te winnen hebben aan een confrontatie met het Vlaamse land.

‘Het moment is gekomen om de blokkades op te geven.’ Geen bestraffend geblaf over puin, geweld, economische schade voor de Antwerpse haven of een rist grootwarenhuizen. Eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) had met zijn reactie iets weg van een surveillant op een middelbare school die zijn rug had gekeerd toen het sneeuwballengevecht danig uit de hand was gelopen, en vervolgens de vermoeide jongens tot kalmte aanmaande. Wat er bot te vieren was, was toch al gebeurd.

De Croo komt natuurlijk uit de landbouwgemeente Brakel, hij kent de (res)sentimenten van zijn buren, tevens zijn kiezers. De voorbije dagen had hij ‘begrip’ voor de woedende boeren. Vervolgens had hij een ‘signaal’: er komen minder administratieve lasten, en er ‘wordt’ gewerkt aan een faire prijs voor landbouwproducten. Hij maakt zich sterk dat ook Commissievoorzitter Ursula von der Leyen daaraan werkt. Wat de premier vooral níét doet, is de boeren eraan herinneren dat zijn eigen partij Open VLD als lid van de Vlaamse meerderheid het finale stikstofdecreet mee heeft ondersteund, en dat de opeenvolgende liberale viceminister-presidenten Bart Somers en Gwendolyn Rutten druk hebben bemiddeld tussen Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) en landbouwminister Jo Brouns (CD&V) om hoe dan ook tot een akkoord te komen. Ook al zouden de boeren het nooit aanvaarden. Het was de week niet om tegen de boeren in te gaan.

Ondanks te veel gratuit geweld, vernielingen allerhande incluis, voelt bijna elke politicus aan dat er meer steun is voor de boeren dan voor andere protestbewegingen.

Want ondanks te veel gratuit geweld, vernielingen allerhande incluis, voelt bijna elke politicus aan dat er meer steun is voor de boeren dan voor andere protestbewegingen. Is het juist omdat ‘de boeren’ ostentatief ‘boer’ zijn, zonder politieke kleur, en niet echt omringd worden door grote belangenorganisaties (die zijn er, maar houden zich relatief in de schaduw). Dat is anders bij stakingen en betogingen waarbij vakbonden betrokken zijn, of bij klimaatmarsen waar de groene partijen en de verzamelde milieubeweging ostentatief aan de kop lopen. Komt het ook omdat de West-Europese boerenstand vrijwel honderd procent autochtoon is? Het is geweten dat vernielingen die aangebracht worden door nieuwe landgenoten – brandstichtingen met Nieuwjaar, rellen nadat de Marokkaanse nationale voetbalploeg met enige bravoure de maat hadden genomen van de Rode Duivels – tot extra verontwaardiging leiden over wat inderdaad niet kan. Natuurlijk, er moeten niet nog vele dagen lang files staan op de autowegen, en de supermarkten blokkeren kan maar zo lang de rekken niet te leeg komen te staan. Is het ook geen uitvloeisel van een politiek die de Vlaamse regering zelf heeft gestimuleerd en die zelfs stilaan vruchten begon af te werpen: aandacht voor onze Vlaamse geschiedenis. Is het beeld van het dorpse Vlaanderen al niet jaren van bovenaf gecultiveerd, alsof Vlaanderen maar echt Vlaanderen kan blijven indien de Vlaamse steden in hun diepste kern ook altijd een piepklein stukje Bokrijk bewaren – met onze waarden, onze gebruiken, onze smaak, onze clichés.

Eigen boerenvolk eerst

Maar verder genieten de boeren van merkwaardig veel stille sympathie. Ook al is er eigenlijk een feitelijke consensus (in de politiek, in de media en ook in de samenleving) dat de stikstof verder moet dalen en dat het klimaat ons nog vele jaren tot extra maatregelen en inspanningen zal verplichten, toch lijkt er een gevoel te zijn dat de boeren inderdaad redenen hebben om zich te beklagen over de manier waarop ze ‘aangepakt’ zouden zijn. In de avatar van ‘de boer’ komen twee beelden samen die beide sterk verankerd zitten in het collectieve Vlaamse bewustzijn: de imaginaire ‘oer-Vlaming’ – mannen en vrouwen met voeten en handen wroetend in de Vlaamse klei – en de eeuwige underdog, hij die niet anders doet dan zijn voorouders ook al deden en toch voortdurend op zijn kop krijgt van ‘hoge heren’. En dat is vooral de politiek, in Brussel en Europa.

En ineens tonen ze bijna allemaal een zekere sympathie voor de boeren. De Open VLD voorop, een partij die onder impuls van ex-justitieminister Vincent Van Quickenborne met een wijziging van de strafwet protest nochtans wilde criminaliseren (dat de vakbonden daartegen danig protesteerden, sterkte veel liberalen juist in hun hardnekkigheid hun zin toch door te drijven). De CD&V natuurlijk: het akkoord rond stikstof binnen de Vlaamse regering was voorzitter Sammy Mahdi het verlies waard van Vlaams parlementslid Tinne Rombouts, die in eer en geweten weigerde het akkoord te verdedigen bij haar landelijke Kempense achterban. De CD&V was tot voor enkele jaren dé boerenpartij – de enige boerenpartij eigenlijk – maar krijgt al enige tijd nadrukkelijk concurrentie van het Vlaams Belang (VB). Concurrentie van goedkope wereldwijde import, regels opgelegd door de volksvreemde Europese Unie: het ‘eigen boerenvolk eerst’-discours is aantrekkelijk.

Er zijn zelfs nieuwe kapers op de kust. Groen-voorzitter Jeremie Van Eeckhout is zelf afkomstig uit het landelijke, West-Vlaamse Anzegem en maakt zich al langer sterk dat het Vlaamse ‘platteland’ zich de voorbije jaren te veel heeft laten wegdringen uit de politieke agenda ten koste van de steden. En waar sociaal onrecht is, en iets dat lijkt op prerevolutionair protest, trekt dat de aandacht van PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw. De internationale agro-industrie is gewaarschuwd. De enige partij die zich echt niet heeft laten horen, is Vooruit. Daar laten ze dezer dagen graag andere partijen ook eens hun shit opruimen.

Zuhal Demir cultiveerde haast het beeld van de minister die zo nodig elke Boerenbond-boer zou verplichten om in te binden.

Als er één partij echt verveeld zit met het boerenprotest, is dat de N-VA. Sinds ze in 2019 aantrad als Vlaams minister van Omgeving, heeft Zuhal Demir nadrukkelijk de kaart getrokken van milieuorganisaties – toch als er robbertjes uitgevochten moesten worden met de Boerenbond, en dus met de CD&V. Over klimaat gaf ze veel minder thuis. En Demir zou zichzelf niet zijn als ze er al die jaren ook niet voor hard gezorgd dat ze met scherpe quotes en duidelijke beslissingen de media haalde. Ze cultiveerde haast het beeld van de minister die, waar het nodig is om de Vlaamse natuur te redden, zo nodig elke Boerenbond-boer zou verplichten om in te binden. Mogelijk heeft ze zelf begrepen dat dit beeld contraproductief kan zijn. Voor haarzelf, maar ook voor haar partij.

Dat heeft zelfs Theo Francken moeten ervaren. Zijn reactie op een filmpje van BoerBurgerBelangen, waarop drie opgehangen poppen in brand werden gestoken met de namen van de Vlaamse ministers Jo Brouns, Zuhal Demir en Jan Jambon, was op zijn Theo’s: ‘Aanzetten tot geweld. Opsluiten dit krapuul.’

Het resultaat was dat Francken ook in eigen N-VA-kringen ineens moeilijk lag. In Diksmuide gelastte de N-VA-afdeling de nieuwjaarsreceptie met Francken af. Plaatselijk N-VA-voorzitter Koen Coupille legde uit in Het Laatste Nieuws: ‘Gezien de polemiek die is ontstaan naar aanleiding van het bericht van Francken over de toekomst van de landbouw, gelasten we onze receptie af. We willen geen commotie en al zeker geen confrontaties. Het was de bedoeling om er een gezellig evenement van te maken, maar na de post van Francken vrezen we voor protest en dat is zeker niet de bedoeling. Daarom annuleren we onze receptie.’

Democratie op straat

Veel marge om tegen de boeren in te gaan heeft blijkbaar geen enkele Vlaamse politicus. Zelfs Bart De Wever niet. De N-VA-voorzitter liet vanuit Zuid-Amerika weten dat hij ‘sympathie’ heeft voor de boeren, maar ‘absoluut niet voor de blokkades’. Dat laatste is zeker niet gelogen: de Antwerpse politie grijpt al enige tijd hard in tegen stakingsposten die een blokkade opwerpen. Meer dan andere partijen zweert de N-VA bij ‘het primaat van de politiek’. Parlementaire oppositie, tot daar aan toe (ook al heeft De Wever als burgemeester vaak zichtbare moeite om tijdens zittingen van de Antwerpse gemeenteraad daarover zijn irritatie te onderdrukken). Maar betogingen, blokkades, acties op straat: het zint De Wever veel minder.

De boeren dagen de politieke democratie uit, de besluitvorming van de instellingen.

Dat is juist wat de boeren doen: ze dagen de politieke democratie uit, de besluitvorming van de instellingen. Net zoals de vakbonden dat per definitie doen, net zoals de Vlaamse Beweging dat vele jaren lang ook met grote ijver en zelfvertrouwen deed (ook van de jonge De Wever zijn er foto’s van toen hij meeliep door de Voerense bossen, op weg naar een verrassende confrontatie met de politie). Natuurlijk, want democratische besluitvorming is niet de exclusieve eigendom van verkozenen of politici. Het hoort ook toe aan de bevolking, aan de (sociale) media, aan protest-, actie- en drukkingsgroepen. Ook al hoort een politicus als De Wever het niet graag: democratie speelt zich ook af op de straat.

Ook al hoort een politicus als Bart De Wever het niet graag: democratie speelt zich ook af op de straat.

Daar liepen onze politici de voorbije dagen inderdaad het risico om een straal uit een mestton over zich te krijgen. Fraai is dat niet, en het is ook geen goed teken van een echte wil tot dialoog. Maar in een gezonde democratie is er ook plaats voor confrontatie, als het niet anders kan, en zeker voor uitingen van wanhoop en woede. Politici en partijen die geen plaats willen of kunnen geven aan dat publieke ongenoegen, riskeren een stevige prijs te betalen waar niemand dat ziet: namelijk in de beslotenheid van het kieslokaal. Hoe boos is de boer dan nog? Hoe solidair met hem zijn veel andere kiezers? ‘De stemming is verplicht geheim’, zo staat in artikel 62 van onze grondwet. De uitslag van diezelfde stemming is dat natuurlijk niet. Afspraak op 10 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content