‘Ethische dossiers verdienen beter dan parlementair snelrecht omdat er geen regering is’

‘Abortus en euthanasie zijn in wezen beiden kunstgrepen om de kwaliteit van het leven te verbeteren’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Maar als het debat over dergelijke diepgaande kwesties over leven en dood verpolitiseerd wordt, worden de moraal en de ethiek opgeofferd op het altaar van de macht en van de luidste schreeuwers.’

Straks liggen er twee hete hangijzers als wetvoorstellen op de vermolmde pupiters van het Federaal Parlement: eentje over abortus en eentje over euthanasie. Abortus en euthanasie zijn in wezen beiden kunstgrepen om de kwaliteit van het leven te verbeteren. Het eerste om een onvolmaakte vrucht te beletten om te rijpen. Het tweede om het overrijpe verval van het leven rigoureus af te breken. Maar als het debat over dergelijke diepgaande kwesties over leven en dood verpolitiseerd wordt, worden de moraal en de ethiek opgeofferd op het altaar van de macht en van de luidste schreeuwers.

Het eerste wetsvoorstel, waarbij de legale periode voor zwangerschapsonderbreking zou uitgebreid worden van 12 naar 18 weken, werd al ingediend door de PVDA en wacht ondertussen op het advies van de Raad van State. Onder het communistisch kiespubliek zitten blijkbaar nogal wat vrouwen die na drie maanden bevruchting nog niet weten of ze al dan niet zwanger zijn. Ze hebben daarvoor vijf maanden bedenktijd nodig. Ik ben libertair tot in mijn diepste vezels, en “baas in eigen buik” is voor mij eerder een dogma dan een credo.

Ethische dossiers verdienen beter dan parlementair snelrecht omdat er geen regering is.

Maar volgens de gynaecoloog van mijn bedgenote betekent 18 weken in werkelijkheid soms wel 20 weken, en dan gaat het om een foetus van 20 cm die weggehaald moet worden. ‘We kunnen het als zorgverleners moeilijk over ons hart krijgen om abortus in zo’n vergevorderd stadium van de zwangerschap uit te voeren’, schreef een groep van 750 hulpverleners in november van vorig jaar nog in een open brief naar onze parlementariërs.

Dergelijke levensbepalende ingreep uitvoeren omdat het wezenloze wezentje al of niet een piemeltje heeft, of omdat de moeder haar maandstondenkalender niet kan lezen, is minstens voor discussie vatbaar. Het vereist een dieper maatschappelijk debat dan parlementair snelrecht omdat er ondertussen geen regering van dienst is.

De neerlegging van het tweede wetsvoorstel wordt eerstdaags verwacht en is het gevolg van het geruchtmakend maar nutteloos euthanasieproces over de zaak Tine Nys. Het proces werd gekenmerkt werd door een pijnlijke morele striptease voor de familie en door een doorgeschoten profileringsdrang van zwarte toga’s met witte befjes. In 2002 was ik lid van de senaatscommissie die na twee jaar van verhelderende debatten en hoorzittingen de huidige euthanasiewet goedkeurde. Een mijlpaal in maatschappelijke ontvoogding die ik niet had willen missen. Deze wet is nu aan herziening en uitbreiding toe onder andere voor dementerende sukkels die opgesloten zitten in palliatieve hardnekkigheid omdat het begint te sneeuwen in hun hoofd.

Daarvoor laat ik me leiden door de woorden van Dokter Christiaan Barnard: ‘Ik geloof niet dat zinloos lijden deel uitmaakt van Gods definitie van het leven. Een terminale patiënt die dag en nacht in zijn bed ligt te kronkelen van de pijn, leidt een leven gecreëerd door de geneeskunde, niet door God’. Een wijs man, die Zuid-Afrikaanse chirurg die de eerste succesvolle harttransplantatie ooit uitvoerde. Alhoewel ik niet gevraagd heb om op deze prachtige aardkloot rond te lopen vind ik het leven een geschenk. Ik ben er mijn beide scheppers tot in de eeuwigheid dankbaar voor. Maar niemand heeft het recht om mij te beletten om er terug af te stappen als ik vind dat mijn eigen leven niet meer waard is om geleefd te worden.

Alle eufemismen en window dressing ten spijt gaat het in de politieke arena in beide gevallen om een strijd tussen de Kerk en de georganiseerde vrijzinnigheid. Met God heb ik het zelf al een tijdje gehad. Godsdienst kan een kruk zijn als troost, maar het blijft in wezen een totale privéaangelegenheid. Het blijft merkwaardig dat de katholieke Kerk haar moraal -zelfs via justitie-blijft opleggen aan de samenleving, terwijl haar eigen bedienaars van de eredienst nog nauwelijks recht van spreken hebben. Van hen hoef ik geen lessen meer, zeker niet over huwelijk en voortplanting gegeven door celibatairen. Seks is voor hen de wortel van alle kwaad op deze wereld, terwijl ik denk dat je met een verbod op dit vrolijke tijdverdrijf een leger aan zwaar gefrustreerden creëert. Het heet niet voor niets vrijen. Seks bevrijdt, van de onderbuik tot het hoofd.

Zwartrokken in belachelijke jurken met boorden en kazuifels, van aarsbisschoppen tot pedofiele Roomse rukkers en pastoors, die van de paus hun roede niet in een andere volwassene mogen proppen, hebben dan maar eeuwenlang kinderen misbruikt zonder schaamhaartje wroeging. Onschuldige hummels in korte broek op de schoot bij een hele vieze kapelaan stribbelen immers niet tegen. Hun misdaden werden hoogstens weggeblazen met het wierookvat, en opgeborgen in de doofpot onder de biechtstoel. Miljoenen mensen kregen aids omdat zwartrokken aan hun arme gelovigen een doordeweekse wip met een rubbertje verboden, en de kerstening heeft de bevolking van hele continenten gedecimeerd enz…De rij is eindeloos.

Van deze mensen lust ik geen lessen moraal meer, laat staan de absolutie of het recht om onze wetten te maken. ‘Religie besmet mensen’, beweert bioloog Richard Dawkins. ‘De mens is een vehikel voor zijn op overleving en op werelddominantie bewuste genen. Religie is systematische indoctrinatie van jonge, weerloze, omgevormde geesten.’

Geloven is niet meer weten wat de waarheid is. We geven onze onwetendheid de verheven naam van God. Als er een bloemetje bloeit, een vogeltje fluit en een bijtje zoemt is het de wondere wereld van God, maar als een tsunami have, goed en levens van arme hongerlijers uit hun krotten blaast en spoelt, mag de Oppermeester niet aangesproken worden. Sprookjesboeken waarin een gozer over het meer wandelt, broden uit de lucht tovert en water verandert in een heerlijk chateautje rode wijn behoren volgens mijn bescheiden mening tot de leerstof van het kleuteronderwijs, naast de voorleeslectuur van Roodkapje en de boze wolf. Alle zogenaamde Heilige schriften zijn gewoon verhalen die onze voorouders verzonnen hebben om sociale normen en structuren te legitimeren. Confucius, Laozi, Boeddha en Mahavira legden al de grondvesten voor universele ethische codes toen er van Paulus, Jezus en Mohammed nog geen sprake was. In de tijd dat het jodendom nog dierenoffers en systematische uitroeiing van hele volksstammen voorschreef, instrueerden bovenstaande goeroes hun volgelingen al om niet alleen geen mensen kwaad te doen, maar helemaal geen levende wezens te schaden, zelfs geen insecten.

Onze grote godsdiensten beroepen zich op hallucinaties van enkelingen opgetekend door derden. Op pagina 288 van zijn boek “21 lessen voor de 21ste eeuw” verwoordt de nieuwe oppergod van de filosofie Yuval Noah Harari het zo: ‘Als duizend mensen één maand lang geloven in een of ander verzinsel, dan is dat nepnieuws. Als een miljard mensen er duizend jaar in geloven, dan is het een religie en mogen we het geen nepnieuws noemen, om de gevoelens van de gelovigen niet te kwetsen en hun woede niet te wekken.’ Voorlopig nog een wijs man, die Harari.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content