Carl Devos over mislukking Forza Flandria: ‘Mocht het Verhofstadt gelukt zijn, bestond de N-VA allicht niet’

Politicoloog Carl Devos © Belga
Walter Pauli

In de jaren negentig benaderden conservatieve krachten die een Forza Flandria beoogden belangrijke CVP’ers, in de hoop dat ze met Guy Verhofstadt in zee zouden gaan. Het werd een echec, met verregaande politieke gevolgen. De Gentse politicoloog Carl Devos geeft er commentaar bij.

Vorige week kondigden Hendrik Vuye en Veerle Wouters hun exit uit de Kamer aan omdat ze een Forza Flandria-project niet van de grond kregen. Dat was niet de eerste poging om liberale, conservatieve en Vlaamsgezinde krachten te bundelen. Bij omvorming van PVV tot Open VLD in 1991-1992 werd in het grootste geheim gemikt op rechtse CVP’ers. Zelfs de legendarische Leo Tindemans werd benaderd, zij het tevergeefs. Op basis van onuitgegeven archiefmateriaal van de rechtse publicist Paul Belien reconstrueerde Knack die weinig bekende manoeuvres in the dark.

Bij omvorming van PVV tot Open VLD in 1991-1992 werd in het grootste geheim gemikt op rechtse CVP’ers.

U was degene die aan Knack ‘de papieren Belien’ bezorgde, een bundel notities van de publicist. U had ze in 2009 van hem gekregen. Hoe schat u de waarde en het belang van dat hoogst persoonlijke archief in?

Carl Devos: Toen Paul Belien mij, vele jaren geleden, die documentatie overhandigde, was dat met de bedoeling om bij te dragen tot inzichten over het functioneren van de Belgische politiek, niet vanuit een of andere politieke agenda. Het was zijn intentie om daarover wetenschappelijk onderzoek te laten verrichten. Ik heb hem toen gezegd dat ik niet wist of en wanneer dat ooit mogelijk zou zijn, en ik de documenten toen eerst zelf gelezen en een tijd apart gelegd, net om te vermijden dat ze te zeer in het lopende politieke vaarwater zouden komen.

Belien heeft nadien nooit meer contact met mij opgenomen met de vraag of en wat ik ermee zou doen. Hij zou die documentatie anders wellicht vernietigd hebben, en heeft ze me vooral vanuit een zekere archiverende bekommernis gegeven, met de gedachte dat ze zo misschien ooit nuttig zou zijn. Die map is mij destijds in deze vorm overhandigd, er is niets toegevoegd of uit verdwenen om een of andere eigentijdse agenda te dienen. Het is een getuigenis van iemand die vanaf de eerste rij dit proces heeft beleefd (de poging om tot een Forza Flandria te komen, nvdr) en het mee vorm heeft gegeven. De documenten zijn destijds verzameld om dat proces te ondersteunen, niet om er achteraf een politieke agenda mee uit te voeren.

Zowel in 1991-1992 als de voorbije maanden bleek het project van een ‘Forza Flandria’ een steeds terugkerende droom, maar in de praktijk toch zo moeilijk te realiseren.

Devos: Forza Flandria is een decennia oude droom van belangrijke delen van conservatief, rechts Vlaanderen. Een manco dat Bart De Wever inderdaad gezien heeft, zoals hij onlangs op VTM erkende in een gesprek met Luc Alloo. Misschien komt de N-VA zelf nog het dichtst in de buurt van wat sommigen in de jaren 1990 voor ogen hadden. En mocht het Guy Verhofstadt destijds gelukt zijn met Forza Flandria, dan bestond de N-VA vandaag allicht niet.

Maar de N-VA kan vandaag wel rechts-liberale elementen aantrekken die anders zouden kunnen meedoen aan een concurrerende Forza Flandria. Kijk naar Jean-Marie De Decker, die door Vuye & Wouters aan de mouw getrokken werd, maar straks wel op een N-VA-lijst staat. De gesloten organisatie van ons politieke systeem zorgt ervoor dat nieuwe initiatieven, zoals dat van Vuye en Wouters, geen levenskans krijgen.

Hoe komt dat? Inhoudelijk waren en zijn er toch voldoende raakpunten? Vrijwel alle deelnemers aan zo’n Forza Flandria-poging, en alle figuren die daarvoor benaderd werden, zijn en waren conservatief, economisch liberaal, destijds vaak katholiek, en doorgaans Vlaamsgezind.

Devos: Het probleem bij Forza Flandria is níét dat er onvoldoende algemene beginselen zouden zijn die de deelnemers binden. Veel belangrijker is wat hen scheidt. ‘Hoe positioneren we ons? Welke concrete standpunten nemen we in? Wat is het strategische doel van de hele operatie? Moet die droom gerealiseerd worden in een ‘onafhankelijk’ Vlaanderen, of volstaat een ‘autonomer’ Vlaanderen? Wat is de plaats van religie en van de overheid in dat nieuwe Vlaanderen?’

‘Het probleem bij Forza Flandria is níét dat er onvoldoende beginselen zouden zijn die de deelnemers binden. Veel belangrijker is wat hen scheidt.’

Er is niet alleen onder de progressieven van de SP.A, Groen en de CD&V veel onderling verschil, dat verschil is minstens zo groot aan de overkant van het spectrum. Niets bindt een groep meer dan de strijd tegen een gemeenschappelijke vijand, maar zodra men onderling zelf eigen alternatieven moet formuleren, blijkt die cohesie plots veel moeilijker te vinden.

Om nog maar te zwijgen van de politique politicienne: het gaat ook over carrières en mandaten, over wie welke rol mag spelen. Die menselijke factor is van groot belang. Vooraleer zo’n operatie lukt, moet er heel veel vertrouwen groeien tussen mensen die samen een risico willen nemen. En dat laatste blijkt zeer vaak een groot probleem. Want velen hebben een (gedeeld) verleden, ook met elkaar. Vlaanderen is klein, en dergelijke operaties worden in nog kleinere kringen opgezet. Dat zijn zelden vriendenclubs. Wantrouwen en opportunisme zijn er doorgaans sterker dan vertrouwen en collegialiteit.

Verhofstadt beleed in zijn boeken ‘de politiek van de burger’, en viel onder meer de achterkamerpolitiek aan. Was zijn ‘1 Oktobergroep’ iets anders dan een goed georganiseerde achterkamer?

Devos: De Verhofstadt in het Forza Flandria-project van 1991-1992 is een heel andere Verhofstadt dan die van de progressieve paarse coalitie van 1999-2007, of die van het hevige antinationalisme van vandaag. Verhofstadt heeft met die ondergrondse operatie destijds getracht om een machtsconstellatie uit te bouwen die, mocht ze succesvol zijn geweest, het politieke landschap fundamenteel zou hebben hertekend. Toen hem dat niet lukte, heeft hij dat met VLD in zekere zin ook betracht, maar minder fundamenteel. De achterkamerbenadering staat inderdaad ver af van de geest van de Burgermanifesten.

‘Verhofstadts achterkamerbenadering in ’91-’92 staat ver af van de geest van de Burgermanifesten.’

Kan de politiek wel zonder achterkamers?

Devos: Al deze voorbeelden illustreren dat Guy Verhofstadt steeds de ambitie had om grote politieke bewegingen op te zetten, om het hele politieke landschap te hervormen. Om dat te doen, moeten politici vanuit de luwte kunnen werken, dus inderdaad vanuit de achterkamer. Zelfs dan zijn die pogingen doorgaans gedoemd om te mislukken. Dat zijn ze al zeker als ze onder het licht van de camera’s zouden worden opgezet. Om evidente redenen: elke stap, elk gesprek – dat zagen we ook bij eerdere pogingen tot politieke vernieuwing – wordt van alle kanten becommentarieerd en afgeblokt.

Ondanks die achterkamers, toen en nu, is het blijkbaar niet evident om tot nieuwe partijpolitieke hergroeperingen te komen.

Leo Tindemans (CVP).
Leo Tindemans (CVP).© Belga

Devos: Het is al vaak geprobeerd, maar wie een grote hervorming van het partijlandschap wil realiseren, zal dat wellicht alleen kunnen doen via een hervorming van het kiesstelsel. Een meerderheidsstelsel met kleinere kieskringen, bijvoorbeeld, zou partijen dwingen tot fusies en een herschikking van het landschap. Waarmee ik niet zeg dat dat een goede evolutie zou zijn, enkel dat de weg naar een ander partijsysteem loopt via de kieswetgeving. Maar wie controleert de kieswetgeving? Inderdaad, de bestaande partijen, met hun respectievelijke machtscentra. Die zullen niet bereid zijn om, mocht dat al een goede zaak zijn, hun eigen zekere posities op te geven voor de onzekere toekomst van een hertekend partijlandschap.

Er is fors aan de mouw getrokken van Leo Tindemans. Hij was ontevreden over de koers van de CVP, maar stapte toch toch niet over naar een nieuw ‘christelijk liberale alliantie’.

Devos: Vandaag zou Tindemans zich misschien ook niet zo goed gevoeld hebben in de christendemocratie. Maar alleen vanwege zo’n gevoel van onbehagen je partij verlaten en een politiek avontuur beginnen? Dat is niet alleen een inhoudelijke, ideologische beslissing. Daar komt zo veel meer bij kijken.

Is dat nog altijd het probleem van de CVP: een structurele dominantie van het ACW, nu Beweging.net, waardoor de oude evenwichten eigenlijk verstoord zijn? Verklaart dat niet het succes van de N-VA?

Devos: Er is binnen de CD&V – al lang niet meer de standenpartij van het verzuilde Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog – nog altijd sprake van vleugels of strekkingen. Die lijken de laatste jaren inderdaad minder in evenwicht dan toen de partij groter en sterker was. Als de christendemocratische partij op een schaal gezet moet worden, dan is ze veel vaker centrumlinks dan centrumrechts. Dat is niet abnormaal voor christendemocratische partijen, die iets anders zijn dan katholieke of conservatieve partijen. Maar de interne consensus onder de strekkingen toen de CVP dé grote volkspartij was, is vandaag moeilijker te bereiken binnen de CD&V, die veel kleiner is geworden.

Bovendien heeft de CD&V op haar rechterflank een grote concurrent gekregen. De N-VA trekt wél voluit de liberale kaart. Ze appelleert wél aan die klassieke christelijke traditie – zie haar islamkritiek – terwijl de CD&V in haar nieuwe opstelling alle religies, dus ook de islam, moet verdedigen.

De CD&V heeft via de regeringsdeelname vaak de indruk gegeven dat ze naar links helt in een naar rechts varende boot. De rechterflank binnen de CD&V leek verzwakt. In de aanloop naar de verkiezingen van 26 mei is te zien dat de CD&V dat imago enigszins wil corrigeren. Ik vrees ervoor: een half jaar voor de verkiezingen krijg je dat beeld niet meer zo makkelijk bijgesteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content