Marc Dillen

‘Berg alle doemscenario’s over bouwshift op: Vlaanderen sprong nooit zuiniger om met ruimtebeslag’

Marc Dillen Directeur Generaal van Embuild Vlaanderen, dat meer dan 10.000 bedrijven in de bouwsector vertegenwoordigt.

‘Terwijl op alle beleidsniveaus in Vlaanderen ruimtelijke plannen worden gesmeed op basis van verkeerde veronderstellingen’, schrijft Marc Dillen van Embuild Vlaanderen, ‘zet de woningmarkt al jaren in op verdichting en ruimtelijk rendement.’

Experts waarschuwen al jaren dat de doelstelling van de bouwshift niet zal gehaald worden. Doemscenario’s volgen elkaar op. Daarbij worden krachttermen als ‘betongolf’ en ‘elke dag 12 voetbalvelden extra aan bebouwing’ niet geschuwd.

Nu wijst een recente analyse van de Vlaamse overheid uit dat Vlaanderen de laatste jaren nooit zuiniger omsprong met de beschikbare ruimte. Van bijkomend 5 hectare per dag aan ruimtebeslag in 2013-2019 gingen we naar 3,8 hectare per dag in 2019-2022. Dat driejaarlijks gemiddelde ligt 24 procent lager. De Vlaamse overheid maakt de jaarcijfers niet bekend, maar de doelstelling van de Vlaamse regering van 3 hectare per dag in 2025 ligt binnen handbereik.

Niet zozeer het beleid ligt aan de basis van deze trendbreuk, maar wel de steeds hogere bouwgrondprijzen.

(Lees verder onder de preview)

Schaarste aan bouwgrond drijft woningprijzen omhoog

Met de bouwshift wil men het bijkomend ruimtebeslag herleiden tot 0 hectare per dag tegen 2040. Dat is tien jaar vroeger dan Europa vraagt. Terwijl op alle beleidsniveaus in Vlaanderen ruimtelijke plannen worden gesmeed op basis van verkeerde veronderstellingen en vol beperkingen op ruimte voor wonen, zet de woningmarkt al jaren in op verdichting en ruimtelijk rendement. Niet zozeer het beleid ligt aan de basis van deze trendbreuk, maar wel de steeds hogere bouwgrondprijzen.

De Nationale Bank stelt al langer dat in Vlaanderen de bouwgrondprijzen de driver bij uitstek zijn van de woningprijzen. Die impact blijkt niet alleen sterker dan in andere Europese landen, maar ook veel sterker dan in Wallonië. Aangezien de toenemende schaarste aan bouwgrond weegt op de vastgoedmarkt, zetten private spelers steeds meer in op onder andere meergezinswoningen, nieuwe woonvormen en hergebruik van bestaande sites.

Bovendien is ruimtebeslag een breed begrip dat veel ruimer gaat dan woningen. Het geeft eigenlijk de uiteenlopende noden in Vlaanderen aan. Naast woningen en tuinen, gaat het om economische activiteiten, recreatie, sport, parken, transport- en landbouwinfrastructuur. Op recreatie en sport na, is de ruimtebeslagsnelheid sinds 2019 voor alle rubrieken afgenomen. Daarnaast blijkt dat sinds 2013 meer dan 40 procent van het bijkomend ruimtebeslag te vinden is in zachte bestemmingen. Daarbij gaat het om landbouwinfrastructuur, economische activiteiten, transportinfrastructuur zoals fietspaden en wonen. Maar dat laatste gaat over de herbestemming van voormalige hoeves en niet zozeer over nieuwbouwwoningen.

Hoewel experts vaak spreken over de ‘verstedelijking van buitengebied’, blijken de cijfers dat dus niet te onderbouwen.

(Lees verder onder de preview)

Op 10 jaar ongeveer 208.000 huishoudens erbij

Zoals de bouwshift van de Vlaamse regering voor ogen stelt, is net de verdichting in en rond steden en dorpskernen volop aan de gang. Uit het nieuwe rapport van de Vlaamse overheid blijkt dat het aantal vergunningen voor woningen in de laatste vijf jaar is toegenomen van 185.000 (2013-2017) naar 220.000 (2018-2022). Aangezien het aantal woningen toeneemt, maar het bijkomend ruimtebeslag in dalende lijn gaat, is er duidelijk sprake van ruimtelijk rendement en verdichting. Want het merendeel van de vergunningen gaat over flats en meergezinswoningen. Bovendien is er vooral bijkomend ruimtebeslag door verstedelijking rondom grootstedelijke kernen zoals Antwerpen, Kortrijk en Mechelen.

Deze bevindingen stemmen overeen met het laatste ruimterapport van de Vlaamse overheid, dat aangeeft dat appartementen voor 90 procent op bestaande sites worden gerealiseerd en dus geen open ruimte innemen. Eerdere gegevens gaven al aan dat elke gesloopte woning gemiddeld wordt vervangen door 2,2 wooneenheden. Hergebruik en verdichting vormen de hoofdtoon en zetten zich enkel door.

Dat is nodig aangezien sinds 2013 er om en bij de 208.000 huishoudens zijn bijgekomen. Bovendien wordt de bijkomende woonbehoefte tegen 2050 geraamd op 400.000. Daarin schuilt de uitdaging bij uitstek voor de bouwshift: het klaarstomen van onze centra en kernen. Die hebben nood aan meer groen, minder verharding, een betere waterhuishouding, een shift naar duurzame mobiliteit, een fossielvrij gebouwenpark en een groter en breder woningaanbod om gezinnen in al hun diversiteit aan te trekken en te behouden.

De grote noden die gepaard gaan met die transities in onze steden en kernen werden tot dusver niet in kaart gebracht. Het kostenplaatje is dan ook onbekend. Embuild Vlaanderen roept de Vlaamse overheid op om de nodige studies op te zetten, zodat lokale overheden de draagwijdte van hun bouwshift kunnen inschatten.

(Lees verder onder de preview)

Nieuwe Europese definitie?

Intussen werkt Europa aan een nieuwe definitie voor ruimtebeslag. Dat begrip is nu te breed en staat ook te ver af van de perceptie bij de publieke opinie. De mensen vereenzelvigen het eerder met verharding, die in Vlaanderen trouwens afneemt.  

Als gevolg van die verfijning neemt het ruimtebeslag in Vlaanderen al zeker af met 9 procent. Dat is de oppervlakte die onze tuinen innemen. Maar ook parken en recreatiegebieden zullen er niet langer toebehoren. De impact is dus niet gering.

Terwijl Vlaamse experts vandaag 32,4 procent aan ruimtebeslag naar voren schuiven, wordt het binnenkort veeleer 22 procent. Vanaf nu kunnen we elke dag heel wat voetbalvelden aan parken, recreatie en tuinen schrappen binnen het ruimtebeslag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content