Vrije Tribune

‘Aardrijkskunde mag niet uit het lessenpakket verdwijnen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘In het vak aardrijkskunde leert de leraar de leerlingen na te denken over hoe hun wereld in elkaar zit’, schrijft docente Rita Heyrman samen met de Vereniging Leraars Aardrijkskunde. Ze verzetten zich tegen de plannen van het katholiek onderwijs om de specifieke eigenheid van het vak te laten verdwijnen.

Afgelopen week sprak het Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KathOndVla) het voornemen uit om in de eerste graad van het secundair onderwijs het vak aardrijkskunde op te nemen in een geïntegreerd vak ‘Wetenschappen en techniek’. Weliswaar krijgen scholen de keuze tussen vakken behouden (zoals aardrijkskunde) of te kiezen voor de interdisciplinaire aanpak waarbij de vakken biologie, aardrijkskunde, fysica en techniek geïntegreerd worden in één vak.

Aardrijkskunde mag niet uit het lessenpakket verdwijnen.

Dit interdisciplinair werken maakt aardrijkskunde echter onzichtbaar binnen het geheel, zeker omdat de samenhangende vakinhouden uit de eindtermen verknipt worden om te kunnen aansluiten bij de andere natuurwetenschappelijke thema’s. Hierdoor dreigt niet alleen de inhoud en de naam van ons vak verloren te gaan, maar vooral de expertise errond.

Aardrijkskunde neemt als synthesewetenschap een unieke positie in op het kruispunt tussen positieve en humane wetenschappen en is de meest holistische wetenschap in de rij natuurwetenschappen. Wij brengen vaak de concrete toepassing aan van heel wat theoretische beschouwingen in andere vakken, en dat niet alleen vanuit wetenschapsvakken. Op die manier worden elementen uit het dagelijkse leven en actuele vraagstukken verklaard en worden linken gelegd door leerkrachten die hier specifiek voor opgeleid zijn.

In het vak aardrijkskunde leert de leraar de leerlingen na te denken over hoe hun wereld in elkaar zit.

Vanuit de kennis van de fysische opbouw van de aarde leggen leerlingen relaties tussen platentektoniek, vulkanisme en aardbevingen. Kennis over gesteenten en erosiemechanismen doet hen nadenken over vorm en evolutie van riviervalleien. Anderzijds geeft de aardrijkskundeleraar aanzetten tot het ontrafelen van de eenvoudige en de complexe relaties in de menselijke samenleving. Hij stimuleert leerlingen om bijvoorbeeld vanuit menselijke organisatievormen relaties te leggen tussen landbouwontwikkeling, bevolkingsevolutie en landgrabbing.

Zo kunnen zij de geopolitieke organisatie aan vluchtelingenstromen koppelen of het verband leggen tussen coltan/kobalt in een smartphone en uitbuiting/oorlog in de mijngebieden van Oost-Congo. De aardrijkskundeleraar zal ook de interactie tussen fysische processen en menselijk handelen aanbrengen. Denken we maar aan het effect van overstromingen in gebieden met sterke ontbossing en slordige ruimtelijke ordening of de impact van economische processen waarbij energievoorziening centraal staat op de klimaatverstoring.

We moeten nu op onze strepen staan om te vermijden dat de kennis over aardrijkskunde verdampt.

Kortom, deze competentiegestuurde wetenschap is tevens een maatschappelijk relevant vak dat jongeren heel wat meer duiding kan geven bij veel actuele vraagstukken (klimaatverandering, mobiliteit, migratie, stedelijke problematieken en stadsuitbreiding, duurzaamheid en voedselzekerheid, energievoorziening, land- en waterbeheer). Antwoorden worden aangereikt, gebruikmakend van ruimtelijk inzicht en inhoudelijke expertise. Deze aanpak moet steeds gelinkt worden aan actuele gebeurtenissen. Dit voortdurend vermengen van relevante leerinhouden in een actualiteitscontext is duidelijk compentiegestuurd en uniek binnen het vakkenpakket van het secundair onderwijs. Leerlingen worden hierdoor meer bewust van en verantwoordelijk voor het systeem dat de aarde is. Dat is een zeer belangrijke houding voor elke burger in tijden van globalisering.

Het vak aardrijkskunde steunt op een reeks van wetenschappelijke en noodzakelijke onderzoeksmethoden, welke allen tot het rijtje ‘twenty first century skills’ behoren: je kan nu eenmaal niet zonder observatie en analyse, oriëntering en kaartvaardigheid, Geo-ICT en onderzoekend leren.

Bij deze skills staat echter één belangrijke invalshoek centraal: de ruimtelijke benadering, en dit hebben de andere wetenschappen niet. Met het stellen van vragen zoals ‘waarom?’ en ‘waarom daar?’ bouwen leerlingen een uniek referentiekader op. Ook kunnen ze hierdoor zowel eenvoudige als complexe relaties ontrafelen en inzicht krijgen in de fysische en sociaal-economische concepten van de huidige en de toekomstige wereld. Hier zit de relevantie van het lesvak, hier zijn de aardrijkskundeleraren op getraind, zijn ze uniek en onvervangbaar.

Meer dan een weetjesvak

Aardrijkskunde heeft echter in het onderwijs de perceptie wat tegen: te vaak wordt het omschreven als een ‘klassiek weetjesvak’ waarvan de toegevoegde waarde betwijfeld wordt. Het ruimtelijk-relationeel denken wordt nog te weinig als meerwaarde aanvaard. Voor de bedrijfswereld is geografie echter een graag geziene opleiding en heel wat geografen werken in jobs waar ruimtelijk inzicht belangrijk is.

Jammer genoeg weigeren de beleidsmakers de syntheserol van dit vak ten volle uit te spelen en willen ze het vak liever integreren in een groter interdisciplinair geheel. Clusterplannen met geschiedenis, natuurwetenschappen, techniek – we hebben ze ondertussen allemaal zien passeren. En laat ons eerlijk zijn, ondanks het gul inzetten van lesuren, is de rol van aardrijkskunde binnen Wereldoriëntatie, MAVO (Maatschappelijke vorming) en PAV (Project algemene vakken) ondertussen zo sterk uitgehold dat leerlingen vaak zelfs niet meer aan ruimtelijk-relationeel denken toekomen, laat staan een geografisch referentiekader opbouwen.

Natuurlijk zal door directies het argument gebruikt worden dat je met een één lesuur per week nooit voldoende ruimte zal krijgen om de geografische denkwijze ten volle te laten spelen. Daarom, maak van aardrijkskunde gewoon een meeruursvak. De leerkrachten zullen meer tijd hebben om niet alleen theorie maar ook praktische oefeningen op het terrein in te passen in hun leerprogramma. Iedereen heeft hier baat bij: de leerkrachten zien hun leerlingen meer dan één uur per week, de huidige generatie leerlingen zal meer gemotiveerd worden om problematieken rond ruimtelijke ordening, migratie, klimaat, overbevolking te begrijpen, en de bedrijfswereld (en het onderwijs) zullen meer gemotiveerde mensen kunnen rekruteren.

Staan we nu niet op onze strepen dan levert dit gegarandeerd verdampte aardrijkskunde op en wordt achtergrondkennis over en inzicht in het systeem aarde bij leerlingen niet meer belangrijk. Dit in een wereld welke steeds complexer, veeleisender en ondoorzichtiger wordt.

Om af te sluiten brengen we graag deze woorden van de vorige Amerikaanse president Barack Obama in herinnering, uit 2012: “Celebrate the important role that geography plays in all our lives.” en “The study of geography is about more than just memorizing places on a map. It’s about understanding the complexity of our world, appreciating the diversity of cultures that exists across continents. And in the end, it’s about using all that knowledge to help bridge divides and bring people together.”

Rita Heyrman is Docent aardrijkskunde-wereldoriëntatie in de lerarenopleiding aan de Plantijn Artesis Hogeschool in Antwerpen. De tekst kwam tot stand samen me de Vereniging Leraars Aardrijkskunde en ‘Red Aardrijkskunde’, een groep leerkrachten die zich inzetten voor het behoud van het vak in het lessenrooster. Zij startten een petitie op om het vak te behouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content