‘Als de waakvlam in de ketel begint te flakkeren, dan is de politieke steekvlam niet ver weg’

‘Slechte beslissingen worden altijd betaald door exact dezelfde mensen die net beschermd moesten worden’, schrijft staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD). Ze doet vijf voorstellen die van pas kunnen komen om het energiedebat zinvoller te laten verlopen.

Ons land wordt zoals de rest van Europa hard geraakt door de stijgende energieprijzen. De prijzen die we zien opduiken doen ons duizelen. Er zijn gezinnen die overwegen om hun aardgas te laten afsluiten, ook al betekent dat ze hun huis niet meer kunnen verwarmen. Geheel terecht woedt er een politiek debat over wat daaraan gedaan kan worden. Geheel terecht worden er voorstellen gelanceerd om de stijgende kosten in te perken.

Als de waakvlam in de ketel begint te flakkeren, dan is de politieke steekvlam niet ver weg.

Alleen is het zo dat als we de consumenten willen helpen, en in het bijzonder die consumenten voor wie energie een steeds groter en relevanter deel van hun inkomsten wegkaapt, we nood hebben aan een energiedebat dat gevoerd wordt op basis van feiten in plaats van – soms foute – veronderstellingen.

Daarom geef ik 5 elementen mee om het energiedebat niet alleen eerlijker en juister te laten verlopen, maar vooral ook zinvoller. Een debat naast de feiten, leidt tot slechte beslissingen. Slechte beslissingen worden altijd betaald door exact dezelfde mensen die net beschermd moesten worden. Alleen beslissingen op basis van feiten maken kans om effectief de pijn voor de consument te verlichten.

Het prijspeil kan niet weggetoverd worden: politici kunnen de wet van vraag en aanbod niet amenderen

Een eerste belangrijk element is dat aan de grond van de zaak, niet op 1, 2, 3 iets kan veranderd worden. De prijzen zijn hoog om de eenvoudige reden dat de vraag hoog is en het aanbod laag. Dat is niet alleen zo in België, ook de rest van Europa worstelt met het probleem, en politici kunnen dat niet eigenhandig oplossen. Je kan de wet van vraag en aanbod niet amenderen.

Dat is in het verleden vaak geprobeerd, met steeds dezelfde desastreuze gevolgen. Prijzen zijn namelijk belangrijke informatiedragers. Ze zijn indicatoren van schaarste. Die functie uitschakelen is een slecht idee omdat hoge prijzen voor een bepaald goed of voor een bepaalde vorm van dat goed, de ontwikkeling en investeringen in alternatieven of substituten aanwakkeren. Bovendien leidt het negeren van schaarste tot meer schaarste, door irrationeel gebruik van de beschikbare capaciteit. Schaarste is dus de motor achter zowel de rationalisering van het gebruik als van de zoektocht naar verscheidene duurzame alternatieven.

De langetermijnoplossing ligt effectief daar: – Minder verbruiken door efficiënter gebruik. Meer aanbod door een meer divers en stabieler aanbod. De motor daarentegen stilleggen is spelen met de toekomst van onze burgers en bedrijven.

Op korte termijn is ingrijpen op het spel van vraag en aanbod (quasi) onmogelijk, tenzij we alle milieu en klimaatoverwegingen overboord smijten en alles in de fik steken wat ook maar de minste vorm van energie kan opleveren of energie zouden gaan rantsoeneren. Het enige wat er echt kan gebeuren, is het trachten wegmasseren van de pieken en de ongelijke sociale impact.

Elke verzachting van de pijn op korte termijn zal geld kosten

Dat laatste brengt ons bij het tweede element. Om het in pandemietaal te zeggen: Hoe vlakken we de curve af? Hoe besparen we de meest kwetsbare en de middenklasse deze piek? Of correcter gezegd: Hoe herverdelen we de financiële impact van de prijsstijgingen over de verschillende inkomensklassen zodat de laagste inkomensklassen niet kopje onder gaan?

Het tweede element van eerlijkheid is namelijk inzien dat elke verzachting van de pijn geld zal kosten. Er wordt soms de indruk gecreëerd alsof er tijdelijke energiemaatregelen zouden bestaan die geen geld of belastinggeld zouden kosten. Ik kan u als staatssecretaris van begroting zeggen dat ik nog niet veel maatregelen heb gezien die geen geld kosten. De rekening komt altijd achteraf.

Vooral de verlaging van de BTW wordt voorgesteld als een wondermiddel. Door de hogere energieprijzen ontvangt de overheid immers ook hogere BTW op energie. Ik hoor veel collega’s dan zeggen: ‘Het kan toch niet dat de overheid hier rijker van zou worden.’ Dat kan inderdaad niet, want dat doet ze ook niet. Het klopt dat de overheid door de hogere energieprijzen ook hogere btw-inkomsten kan hebben. Maar die hogere energieprijzen leiden voor de overheid ook wel tot hogere uitgaven. De hogere energieprijzen zullen ervoor zorgen dat de spilindex wordt overschreden en dat de overheid hogere lonen aan ambtenaren en hogere uitkeringen aan steuntrekkers zal moeten betalen. Ook smelt de winstmarge van bedrijven, wat resulteert in minder inkomsten via de vennootschapsbelasting. Volgens modellen van de Nationale Bank leidt dit ertoe dat de overheid net zoals burgers en bedrijven verliest aan de hogere energieprijzen.

Als we de pijn voor onze meest kwetsbaren en onze middenklasse willen verzachten, moeten we beseffen dat dat belastinggeld gaat kosten, belastinggeld dat we ergens zullen moeten gaan halen. Op dat vlak moet je rekening houden met een belangrijke paradox. Hoe breder je de steun maakt, hoe meer belastinggeld dat gaat kosten, hoe breder dat je dat geld gaat moeten recupereren. Dat kan er weer toe leiden dat we de middenklasse verder afkalven. De korting die hij via de energierekening krijgt, dreigt hij of zijn kinderen via de belastingen weer terug te moeten betalen. We moeten ons stilaan afvragen hoeveel we op de schouders van komende generaties willen afschuiven.

Geld dat je nu uitgeeft aan verzachting, is geld dat we niet meer kunnen uitgeven aan voorkoming

Een keer dat we beseffen dat mitigerende maatregelen geld kosten, moeten we ook herinneren dat we geld maar één keer kunnen uitgeven. Dat is het derde element dat we in dit debat moeten brengen.

De exacte budgettaire impact van de verschillende voorstellen in circulatie is niet gekend. Dat klinkt absurd uit de mond van de staatssecretaris van begroting, maar helaas is het toch zo. Dat heeft enerzijds te maken dat niet ik maar mijn collega van Peteghem het meest actuele zicht heeft op de btw-inkomsten. Anderzijds is het ook niet zeker hoe de prijzen, temperaturen en consumptie zullen evolueren de komende maanden.

Op basis van zeer ruwe assumpties en berekeningen, is het mogelijk dat de btw-verlaging tot 2 miljard per jaar kan kosten. Het chequevoorstel van PS-voorzitter Paul Magnette kost dan weer 600 miljoen tot 1 miljard, afhankelijk van wie onder middenklasse wordt gerekend.

Hoe dan ook: het gaat om een stevige lap geld. Geld waar je veel zaken mee kan doen. We moeten ons ervan bewust zijn dat het geld wat we nu uitgeven, ook had kunnen gaan naar andere zaken. Dat geld zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om het probleem ten gronde aan te pakken en het aanbod te vergroten. Met 600 miljoen of 2 miljard kan je al heel wat investeringen doen in duurzame energie. Ter vergelijking: De bouwkost van een windturbine wordt rond de 2,5 miljoen geschat.

Er is ook nog een andere optie. Zeker wanneer je uitgaat van de maximumhypothese van 2 miljard, is het eigenlijk al interessanter om te denken of we dit niet via een (tijdelijke) sociale lastenverlaging tot bij de burger kunnen kanaliseren. Dat is ook nog eens goed voor onze bedrijven en onze werkgelegenheid.

Verantwoordelijkheid van alle regeringen: in een volwassen federalisme kan de federale overheid niet het manusje van alles blijven

Desondanks bovenstaande bedenkingen is het logisch dat er bij forse prijsstijgingen gedacht wordt aan het aandeel heffingen en belastingen terug te schroeven. De federale overheid doet dat dan ook al. Alle federale heffingen zijn recent in een éénvoudige federale accijns gegoten. Die accijns kan functioneren als een regelaar. Wanneer er forse prijsstijgingen zijn wordt de knop van accijns dichtgedraaid om de stijging af te vlakken. Dat is ook nu het geval.

Je kan natuurlijk de knop niet verder dichtdraaien dan hij gaat. De realiteit is dat de federale heffingen die nu in de federale accijns zitten, niet de enige heffingen zijn die de uiteindelijke energiefactuur beïnvloeden. Het overgrote deel zijn regionale heffingen. Ook de deelstaten hebben met andere woorden een impact op wat mensen betalen. Het is niet meer dan logisch dat ook zij mee moeten nadenken over welke inspanning zij kunnen doen om hun burgers te beschermen. Dat geldt trouwens ook op lange termijn. Het zijn bijvoorbeeld de regio’s die in de lead zijn om ons woonpark energetisch te verduurzamen.

In een volwassen federalisme neemt iedereen zijn verantwoordelijkheid. Het is verleidelijk om als regio federale dotaties en overdrachten alleen te gebruiken voor dingen die leuk zijn. Maar ondertussen heeft de federalisering ertoe geleid dat er cruciale kerntaken bij de regio’s zitten. Voor cruciale kerntaken moet je centen reserveren en vrijmaken.

Een holistische aanpak is nodig: degelijk verbouwen is beter dan altijd maar blijven aanbouwen

Als de waakvlam in de ketel begint te flakkeren, dan is de politieke steekvlam niet ver weg. Wanneer kiezers kwaad zijn, worden politici niet alleen zenuwachtig maar ook soms vergeetachtig.

We vergeten dat ons systeem al heel wat mechanismen kent die deze schokken moet opvangen. Wanneer je in het wilde weg oplossingen voorstelt en je bent je niet goed bewust van wat er al is en hoe dat exact werkt, dan riskeer je dat je dubbelop werkt en je goede bedoelingen hun doel missen.

We hebben namelijk al een zeer algemeen mechanisme dat burgers beschermt voor een stijgend prijspeil en stijgende energieprijzen. Dat heet de index.

Voor alle duidelijkheid: hogere energieprijzen (inclusief de BTW) zullen resulteren in hogere inflatie, wat een beetje later op haar beurt zal resulteren in indexatie. Burgers krijgen dus een hoger loon om de hogere kosten te kunnen betalen.

In de omgekeerde richting worden er ook denkfouten gemaakt. Zo wordt er gesproken over een verdoken indexsprong als de BTW op energie verlaagd wordt. Als de BTW tijdelijk verlaagd wordt zal dat ertoe leiden dat er geen indexatie komt. Dit een indexsprong noemen is echter een brug te ver. Wanneer de BTW weer naar het standaardtarief gaat, zal dat meetellen voor het prijspeil en de inflatie en dus ook voor de indexatie.

We moeten er ons dus bewust van zijn dat door maatregelen boven op de indexatie te leggen, we dus in theorie dubbel gaan compenseren. Hiermee wil ik geen uitspraak doen over of de indexatie de consument vandaag wel of niet afdoende beschermt tegen de prijsstijgingen. Wat ik wel wil zeggen is dat als we vinden we dat ons huidige mechanisme niet goed werkt, het zinvoller is om te kijken hoe we het mechanisme zelf evalueren. Als je een functioneel huis wil hebben, is het beter om deftig te verbouwen dan telkens een stukje te blijven aanbouwen.

Conclusie: er bestaan geen silver bullets weet wat je wil en wat de impact is

Het is voor politici leuker om te zeggen hoe we iets wél in 1, 2 en 3 kunnen oplossen, dan te moeten melden dat er geen snelle, efficiënte en haalbare oplossing is. Als er geen oplossing is die elders geen nieuwe problemen veroorzaakt, kunnen ze ook niet de redder in nood zijn.

Het vergt meer moed om soms eerlijk te zijn waarom dingen niet zo vlot opgelost geraken. Het kost meer moeite om uit te leggen waar de moeilijkheden liggen en welke afwegingen er moeten gebeuren.

Transparantie is een kernwaarde in mijn beleid. Niet zozeer omdat dat goed klinkt om dat te zeggen. Wel omdat ik er een hekel aan heb dat politici ervan uitgaan dat de burger onwetend is en dat we hem alles kunnen wijsmaken om hem te paaien met simplistische zoethoudertjes en hem zo trachten gerust te stellen. De burger heeft recht op de waarheid. Het vertrouwen in de politiek en in politici raakt zoek wanneer burgers vaststellen, vaak na verloop van tijd, dat ze niet het volledige plaatje te zien kregen.

Hoe we de stijgende energieprijzen zullen aanpakken, zal uiteindelijk een politieke beslissing zijn. Maar niets schrijft voor dat politieke beslissingen de feiten naast zich neer moeten leggen. Integendeel ze zullen alleen sterker en gerichter worden, wanneer de feiten de basis ervan zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content