Het ABVV heeft niet alleen een nieuwe voorzitter. De bond zelf is veranderd.

HET ALGEMEEN BELGISCH VAKVERBOND, erfgenaam van de in 1898 opgerichte Syndikale Kommissie van de Belgische Werkliedenpartij, kwam door het plotselinge overlijden van voorzitter François Janssens in een krisis terecht. Sommigen dachten bij de gebeurtenissen van de jongste drie maanden in het hoofdkwartier aan de Brusselse Hoogstraat aan de paniek voor de kommunistische putsch-pogingen na de Tweede Wereldoorlog en zelfs aan de ontreddering na de eenheidswet-staking van 1960-1961. Toen erkenden de Waalse afdelingen niet langer het gezag van het nationale ABVV en wallingant André Renard wilde zelfs af van de Vlamingen.

Op het kongres van donderdag 28 september wijst het ABVV nu Michel Nollet aan tot voorzitter. En passant verkiezen de Vlaamse vakbondsleden Xavier Verboven tot sekretaris van de Vlaamse interregionale. Sedert de politieke verkiezingen zetelt Verbovens voorganger Robert Voorhamme (SP) in het Vlaams parlement. De Vlamingen vochten een robbertje voor de plaats aan de top, maar geen van de drie kandidaten kon voldoende steun vergaren. Verboven, nationaal sekretaris verantwoordelijk voor de sociale zekerheid, daalt als “consensus-kandidaat” naar de regio af. Dat komt voor het nationale ABVV best uit, want hij is nooit betrapt op het zingen van de Vlaamse Leeuw.

Gewone betalers van lidgeld kregen geen inspraak in de kwestie van de opvolging of in het “nieuwe ABVV”, dat in de coulissen tot stand kwam. Het kongres zal dat straks toch goedkeuren, de statuten zijn op zo’n moeilijkheden voorzien. Alleen de textielcentrale van Donald Wittevrongel wringt tegen, maar die onderbond met 60.000 leden kan niet echt tegengewicht bieden.

De Vlaamse Mia De Vits blijft algemeen sekretaris, de nummer twee in het ABVV. Zij volgt Janssens niet op als voorzitter. Ze weet best dat die een sterke man uit een belangrijke beroepscentrale hoort te zijn. Dat zij vrouw is, uit de studiedienst komt en aan de KU Leuven afstudeerde, zijn drie negatieve punten en in de huidige omstandigheden is Vlaming zijn ook geen troef.

RISICO.

Bovendien zat dé opvolger klaar. Michel Nollet is een zwaargewicht. Janssens kon hem al niet passeren. Dat bleek het spectaculairst in 1993, toen de ABVV-voorzitter onder druk van Nollet het sociaal pakt moest kelderen, terwijl hij het zelf nog levenskansen gunde. Maar Nollet was voorzitter van een bond binnen de bond. Zijn Algemene Centrale, die de arbeiders van bouw, chemie, olienijverheid en nog andere takken groepeert, is met 280.000 leden veruit de grootste en financieel sterkste bond. De 56-jarige Nollet is radikaal, handelt taktisch en pragmatisch naar gelang van de omstandigheden en hij weet macht te gebruiken. Als Waal spreekt hij redelijk goed Nederlands. Wat hem voor de Vlamingen aanvaardbaar maakt, temeer omdat officieel “het duo Nollet-De Vits” de bond zal leiden.

De definitie “vakbondsleider” dekt eigenlijk de lading niet. Willy Peirens van het ACV kan geen standpunt innemen of engagement aangaan zonder akkoord onder zijn “bonzen” (de voorzitters van de vakcentrales en de gewestelijke afdelingen) en zonder goedkeuring van zijn “middenstand” (sekretarissen en militanten). In het ABVV ligt het voor de voorzitter nog moeilijker. Historisch groeide het vakverbond uit lokale groepjes en beroepsbonden die zich de een na de ander onder de nationale paraplu schaarden. Zo komt het dat, bijvoorbeeld, de Luikse metallo’s hun plaatselijke bond beschouwen als autonoom, als dé vakbond. Volgen daarna in orde van belangrijkheid : de Luikse regionale, de nationale metaalcentrale, het Waalse FGTB en pas op de vijfde plaats het nationale ABVV.

De nationale voorzitter heeft geen langlopend mandaat. Hij is een verzoener en koördinator. Maar zo zag Nollet het voor zichzelf niet zitten. Hij schreef een plan ter bevordering van samenwerking en eenheid, dat meer macht geeft aan de voorzitter. Maar toen vele bondsbaronnen daarop hun zwaard trokken om hun territorium te verdedigen, liet hij weten dat het voorzitterschap voor hem niet zo hoognodig hoefde. Op zijn Nollets, prees zijn Algemene Centrale Mia De Vits als toekomstig voorzitter de hemel in.

De baronnen begrepen het, vooral de Luikse ultra Urbain Destrée, die zich opmaakte voor een strukturengevecht. Het kan toch niet dat het strijdhaftig Waalse syndikalisme zich laat afremmen door pragmatische Vlamingen die zich door het ACV op de kop laten zitten, klonk het aan de Luikse Place Saint-Paul. Een beetje dreiging en diplomatiek werk en Nollet-De Vits hadden de klus geklaard. De Waalse roep naar autonomie is verstomd en daar is de prijs voor betaald.

Zo mag straks de FGTB-leider zetelen in het nationaal sekretariaat het diskrete politbureau van de bond als regionale materies worden behandeld. En voor Destrée is het overgrote deel van het vakbondswerk regionaal. Voor het nationaal bestuur, dat nooit goed overweg kon met zijn “vleugels”, is het meegenomen dat algemeen sekretaris De Vits tegelijk voorzitter wordt van het Vlaamse ABVV. Verboven komt als intergewestelijk sekretaris onder nationale kuratele terecht.

Het duo Nollet-De Vits, nog niet goed en wel verkozen door het kongres, slaagde erin het ABVV te hernationalizeren. Het risico van statutenwijziging namen zij niet, een samenwerkingsprotokol moet volstaan. Textielvoorzitter Wittevrongel vreest dat de nationale bevoogding, die nu hoofdzakelijk een Waalse is, riskant kan zijn voor het ABVV, dat toch zijn meeste leden telt in Vlaanderen. “De protokolmakers beseffen niet dat ze misschien de doodgravers zijn van de nationale eenheid in het ABVV. “

G.D.

Het duo Michel Nollet-Mia De Vits leidt het ABVV.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content