JA

Priesters hebben biechtgeheim, dokters hun beroepsgeheim. Hulpverleners mógen iets melden maar ze zijn daar niet toe verplicht, zegt de wet vandaag. Waarom vindt u dat onvoldoende?

De analyse op grond van onze werkzaamheden binnen de Kamercommissie is dat de huidige regeling veel te veel druk legt op de slachtoffers. Zij moeten vandaag beslissen of ze naar het gerecht stappen of niet, maar hebben het daar in de praktijk dikwijls moeilijk mee. Vaak hebben ze er de kracht niet voor. Omdat ze al te zeer getraumatiseerd zijn. Of omdat ze onder druk worden gezet om het niet te doen. Door de kerkelijke autoriteiten, bijvoorbeeld, zoals blijkt uit getuigenissen in de commissie.

Mijn voorstel houdt in dat iedereen die kennis krijgt van seksueel misbruik van kinderen dat móét aangeven bij justitie of politie. Het is de bedoeling om de druk op het slachtoffer weg te nemen en die te leggen bij alle andere betrokkenen. Misbruik melden is hun maatschappelijke plicht. Om te vermijden dat de dader nog andere slachtoffers maakt.

Zou de meldplicht ook gelden bij intrafamiliaal geweld? Volgens hulpverleners dreigt ze, zeker daar, contraproductief te zijn.

Ook bij intrafamiliaal geweld, ja. Men haalt hier twee dingen door elkaar. Goed zorgen voor slachtoffers betekent niet dat je daders uit de wind moet zetten. Men is vaak zo met het welzijnswerk bezig dat men, bij wijze van spreken, het welzijn van de hele buurt uit het oog verliest.

Trouwens, het gerecht is niet per definitie een repressief apparaat. Misdrijven leiden niet noodzakelijk tot een gevangenisstraf of het uiteenrukken van een gezin. Maar het gerecht moet wel grenzen kunnen trekken en bepalen of er sprake is van een misdrijf of niet.

Ik verwacht dat we in onze conclusies de meldingsplicht zeker sterk bijsturen. Dit is geen steekvlampolitiek.

Een meldplicht voor pedofiliepraktijken bestaat in onder meer de VS en Frankrijk. Waarom dan ook niet bij ons?

Elk juridisch systeem heeft voor- en nadelen, maar uit ervaring weet ik dat Frankrijk het moeilijk heeft om hulp te organiseren. Enkele jaren geleden heeft men er een anoniem meldpunt geopend, met een gigantische meldingsstroom tot gevolg. Dat zegt genoeg. Een meldplicht zal, vooral bij intrafamiliaal geweld, mensen tegenhouden om met hun probleem naar buiten te komen.

Al meer dan 30 jaar hebben we in Vlaanderen en België een uniek systeem dat internationaal wordt gewaardeerd. Bij een situatie van kindermishandeling hebben alle betrokkenen – slachtoffers, daders, familie – namelijk twee mogelijkheden. Ze kunnen het ofwel aangeven bij het gerecht, ofwel hulp zoeken. Die twee sporen moeten naast elkaar blijven bestaan. Als je weet dat in Vlaanderen 85 procent van alle meldingen van kindermishandeling gaat over intrafamiliaal geweld, en 20 procent over seksueel misbruik, begrijp je waarom. Slachtoffers willen vaak niet dat een familielid in de gevangenis belandt, maar dat er hulp komt voor hen én de dader. Het voordeel van het vertrouwenscentrum is dat het laagdrempelig is.

Ook Nederland debatteert nu trouwens over de meldplicht. En ook daar uiten kinder- en jeugdartsen hun bezwaren.

Als daders niet worden vervolgd, bestaat het risico dat zij nog andere slachtoffers maken. Weegt dat argument niet zwaar genoeg?

Die overweging maakt iedereen. Uiteraard. Als dat risico bestaat, wat vaak het geval is bij extrafamiliaal geweld, moet men natuurlijk strafrechtelijk kunnen ingrijpen. In welk dossier ook, wij wijzen er altijd op dat men een klacht kan indienen.

Kortom: ik pleit voor een betere samenwerking tussen hulpverlening en justitie. Maar beide sporen moeten blijven bestaan.

NEE

Priesters hebben biechtgeheim, dokters hun beroepsgeheim. Hulpverleners mógen iets melden maar ze zijn daar niet toe verplicht, zegt de wet vandaag. Waarom vindt u dat onvoldoende?

De analyse op grond van onze werkzaamheden binnen de Kamercommissie is dat de huidige regeling veel te veel druk legt op de slachtoffers. Zij moeten vandaag beslissen of ze naar het gerecht stappen of niet, maar hebben het daar in de praktijk dikwijls moeilijk mee. Vaak hebben ze er de kracht niet voor. Omdat ze al te zeer getraumatiseerd zijn. Of omdat ze onder druk worden gezet om het niet te doen. Door de kerkelijke autoriteiten, bijvoorbeeld, zoals blijkt uit getuigenissen in de commissie.

Mijn voorstel houdt in dat iedereen die kennis krijgt van seksueel misbruik van kinderen dat móét aangeven bij justitie of politie. Het is de bedoeling om de druk op het slachtoffer weg te nemen en die te leggen bij alle andere betrokkenen. Misbruik melden is hun maatschappelijke plicht. Om te vermijden dat de dader nog andere slachtoffers maakt.

Zou de meldplicht ook gelden bij intrafamiliaal geweld? Volgens hulpverleners dreigt ze, zeker daar, contraproductief te zijn.

Ook bij intrafamiliaal geweld, ja. Men haalt hier twee dingen door elkaar. Goed zorgen voor slachtoffers betekent niet dat je daders uit de wind moet zetten. Men is vaak zo met het welzijnswerk bezig dat men, bij wijze van spreken, het welzijn van de hele buurt uit het oog verliest.

Trouwens, het gerecht is niet per definitie een repressief apparaat. Misdrijven leiden niet noodzakelijk tot een gevangenisstraf of het uiteenrukken van een gezin. Maar het gerecht moet wel grenzen kunnen trekken en bepalen of er sprake is van een misdrijf of niet.

Ik verwacht dat we in onze conclusies de meldingsplicht zeker sterk bijsturen. Dit is geen steekvlampolitiek.

Een meldplicht voor pedofiliepraktijken bestaat in onder meer de VS en Frankrijk. Waarom dan ook niet bij ons?

Elk juridisch systeem heeft voor- en nadelen, maar uit ervaring weet ik dat Frankrijk het moeilijk heeft om hulp te organiseren. Enkele jaren geleden heeft men er een anoniem meldpunt geopend, met een gigantische meldingsstroom tot gevolg. Dat zegt genoeg. Een meldplicht zal, vooral bij intrafamiliaal geweld, mensen tegenhouden om met hun probleem naar buiten te komen.

Al meer dan 30 jaar hebben we in Vlaanderen en België een uniek systeem dat internationaal wordt gewaardeerd. Bij een situatie van kindermishandeling hebben alle betrokkenen – slachtoffers, daders, familie – namelijk twee mogelijkheden. Ze kunnen het ofwel aangeven bij het gerecht, ofwel hulp zoeken. Die twee sporen moeten naast elkaar blijven bestaan. Als je weet dat in Vlaanderen 85 procent van alle meldingen van kindermishandeling gaat over intrafamiliaal geweld, en 20 procent over seksueel misbruik, begrijp je waarom. Slachtoffers willen vaak niet dat een familielid in de gevangenis belandt, maar dat er hulp komt voor hen én de dader. Het voordeel van het vertrouwenscentrum is dat het laagdrempelig is.

Ook Nederland debatteert nu trouwens over de meldplicht. En ook daar uiten kinder- en jeugdartsen hun bezwaren.

Als daders niet worden vervolgd, bestaat het risico dat zij nog andere slachtoffers maken. Weegt dat argument niet zwaar genoeg?

Die overweging maakt iedereen. Uiteraard. Als dat risico bestaat, wat vaak het geval is bij extrafamiliaal geweld, moet men natuurlijk strafrechtelijk kunnen ingrijpen. In welk dossier ook, wij wijzen er altijd op dat men een klacht kan indienen.

Kortom: ik pleit voor een betere samenwerking tussen hulpverlening en justitie. Maar beide sporen moeten blijven bestaan.

Opgetekend door Jan Jagers

‘Dit is geen steekvlampolitiek.’

‘Slachtoffers willen vaak niet dat een familielid in de gevangenis belandt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content