Wat niemand als gevolg van Agusta geloofde, gebeurde toch : de verkiezingen van 21 mei hielden de koalitie in het zadel. De vraag is alleen of Dehaene II echt een lang leven beschoren is.

Wie durft er vandaag nog beweren dat Jean-Luc Dehaene niet populair is ? De supporters van Club Brugge wisten allang beter, voor de andere Vlamingen daagde het licht begin februari. Op reis in de Verenigde Staten besteeg de premier in een Texaanse saloon voor de verzamelde persmeute een mekanische stier en riep “Let the beast go ! ” Een ander brengt van zo’n uitstap een foto mee waarop hij met Bill en Hillary Clinton pronkt, maar zoniet Jean-Luc. Toen de kreet in Brussel werd gehoord, beseften de waarnemers van het politieke gebeuren dat het niet tot het najaar zou duren voor er verkiezingen werden uitgeschreven.

En inderdaad. “We staan voor zware beslissingen, ” klonk het kort daarna, “de begroting voor 1996 moet in overeenstemming zijn met de normen van Maastricht, etcetera, het is beter om nog voor de zomer verkiezingen te houden, enzovoort… “

De beslissing was zorgvuldig voorbereid, de mededeling moest uiteindelijk overhaast gebeuren omdat het Agusta-schandaal de politieke agenda plotseling helemaal overhoop haalde. Met verkiezingen eind mei werd het zodoende een lange campagne die, moet het gezegd, in de schaduw stond van wat er aan het Agusta-front gebeurde. Daarmee leek de liberale oppositie met de vingers in de neus op winst af te stevenen. Terwijl de schandaalsfeer bovendien volop in de kaart van het Vlaams Blok leek te spelen. Midden april gaf niemand nog een cent om de kansen van de meerderheid om ongeschonden door het avontuur te komen : kristen-demokraten en socialisten hadden hun lot aan elkaar verbonden. Als de meerderheid niet werd gebroken, zouden ze samen verder besturen.

Dat was vooral voor de CVP in volle schandaal-storm op zeker ogenblik een hachelijke gok, maar het was allemaal zonder Louis Tobback gerekend. De geplaagde SP-voorzitter bespeelde het publiek op twee vlakken. Eerst en vooral kreeg het gerecht het niet al te subtiel geformuleerde verwijt te horen dat ze zijn partij in de Agusta-zaak zocht. Daarnaast ging Tobback keihard de strijd aan met VLD-voorzitter Guy Verhofstadt in verband met de sociale zekerheid. Met de liberalen in de regering wordt het stelsel er een van sociale onzekerheid, luidde de boodschap en ze werd geslikt : de SP deed het op 21 mei opmerkelijk goed. De partij haalde net geen 20 procent van de stemmen, en ze hield daarmee ook de koalitie overeind. Jean-Luc Dehaene haalde op de senaatslijst meer voorkeurstemmen dan Tobback en Verhofstadt en werd snel formateur van zijn tweede roomsrode regering. Luc Van den Brande bokste nog sneller een Vlaams kabinet in elkaar, waaruit de Volksunie zelfs werd geweerd : kristen-demokraten en socialisten voelden zich in juni zo sterk dat de minister-president meende aan één stem meerderheid genoeg te hebben om te besturen. De commotie rond het Agusta-schandaal deed er zowaar bijna bij vergeten dat de verkiezingen van 21 mei de eerste waren waarbij een Vlaams parlement rechtstreeks werd verkozen.

Aan de kant van de oppositie kon slechts Bert Anciaux tevreden zijn. Hij had voorop gesteld dat zijn Volksunie 300.000 stemmen moest halen, wou ze nog verder kunnen blijven bestaan. Hij haalde de drempel probleemloos. Agalev zit een beetje in een dalletje en de winst van het Vlaams Blok was dit keer gelukkig niet echt spectaculair. Maar 21 mei was vooral voor Guy Verhofstadt een zwarte zondag. Na de Europese en de gemeenteraadsverkiezingen boekte zijn VLD een derde opeenvolgende pyrrus-overwinning, genoeg voor de voorzitter om de handdoek in de ring te gooien. Als zijn partij de meerderheid niet kon breken, zou hij opstappen, zo had hij beloofd en dat deed hij.

Terwijl de meerderheid zich tevreden stelde met een wel erg mager regeerakkoord niet meer dan een handvol intenties , begon bij de VLD de slag om de opvolging. Een zomer lang knokten vooral Herman De Croo, Patrick Dewael, Annemie Neyts en Rik Daems tegen elkaar om de gunst van de leden, die de nieuwe voorzitter in twee stemronden konden verkiezen. Dat het er daarbij niet altijd even zachtzinnig aan toe ging vooral de rigide kumuulregeling van de partij lag onder vuur , gaf al aan dat het veelbelovende VLD-projekt op apegapen lag.

De uitslag was in september toch nog verrassend : de populist Herman De Croo, die zijn wantrouwen ten aanzien van het Verhofstadt-avontuur nooit onder stoelen of banken had gestoken, haalde in de eerste ronde net geen 50 procent maar dat was genoeg omdat Patrick Dewael, die als tweede uit de bus was gekomen, de tweekamp met de man uit Michelbeke niet meer aanging. De Croo zette als nieuwe voorzitter meteen de toon : hij lanceerde prompt een frontale aanval op zijn voorganger, die hij van financieel wanbeleid beschuldigde. Onder meer het zo suksesvolle referendum, meer dan 400.000 mensen stuurden het vragenformulier terug dat de VLD in het voorjaar in alle Vlaamse bussen dropte, zou handenvol geld hebben gekost.

De regering zag het krakeel intussen schijnbaar rustig aan. Ze bereidde tegen september haar begroting voor, die ons land eind volgend jaar moet toelaten om toe te treden tot de Europese Muntunie. De operatie was alweer niet mals. Het beloofde tewerkstellingsplan bleef intussen in het dak steken en de voor december aangekondigde hervorming van de sociale zekerheid is alvast naar het voorjaar verschoven : het water is op dat vlak tussen socialisten en kristen-demokraten nog erg diep. Dat getreuzel leverde Dehaene II het verwijt op van een grote laksheid in het beleid.

Het was anderzijds ook triest om te moeten vaststellen hoe de bespreking van de zo belangrijke en ingrijpende begroting voor 1996 in het parlement nauwelijks belangstellende verkozenen trok. Het moet gezegd dat de afschaffing van het zogenaamde dubbel-mandaat iemand is nu nog alleen lid van de kamer of de Vlaamse raad of de senaat, niet meer tegelijk de werking van de instellingen nog niet echt heeft verbeterd. De dames en heren volksvertegenwoordigers liepen wel storm, toen Willy Claes zich persoonlijk voor de kamer wou verdedigen tegen de aantijgingen van het hof van kassatie over zijn betrokkenheid in de Agusta-affaire. Maar of ze hun werk in die zaak goed hebben gedaan, is nog een ander paar mouwen.

Dat wil niet zeggen dat het in de meerderheid al die tijd rustig bleef. Hoewel premier Dehaene accepteerde om de gelegenheidstoespraak te houden bij het verschijnen van een boek waarin Louis Tobback zijn geloof belijdt, groeide onderhuids toch de spanning tussen de koalitiepartners. Die kwam soms onverwacht naar buiten. Bijvoorbeeld, toen minister van Volksgezondheid Marcel Colla in het SP-partijblad Doen vertelde dat hij de behandelende dokter enkele jaren geleden vroeg om zijn doodzieke moeder uit haar lijden te verlossen. De CVP reageerde scherp op wat zij als een poging zag om het etische probleem van de eutanasie op de politieke agenda te plaatsen. Een andere keer ontstond er herrie, toen binnenlandminister Johan Vande Lanotte tijdens een tv-interview toegaf dat hij ooit soft drugs had gebruikt. Eerder al lag diezelfde Vande Lanotte met de CVP overhoop over het toelaten van burgerwachten in de gemeenten, terwijl ook zijn beleid ten aanzien van vluchtelingen de kristen-demokratische achterban erg hoog zit.

Het water in de regering is dus niet rimpelloos glad. Misschien heeft een en ander te maken met de heersende onzekerheid over de uitkomst, van wat nu al milder de “modernizering” van de sociale zekerheid heet. Jean-Luc Dehaene blijft ervan overtuigd dat hij die operatie alleen met de steun van de socialisten in de regering, en dan vooral de PS, tot een goed einde kan brengen. Maar de kans bestaat dat hij straks door zijn eigen partij wordt terug gefloten als er echt knopen moeten worden doorgehakt.

– Premier Jean-Luc Dehaene werkte aan zijn populariteit. Vooral tijdens zijn reis naar de Verenigde Staten ging de eerste-minister de volkse toer op. Dehaene laat zich liever portretteren met een pint bier dan met een glas champagne.

– De verkiezingen stonden vooral in het teken van de sociale zekerheid. Terwijl bij de affiches vooral de agressieve aanpak van de VLD en het Vlaams Blok opviel en VU-voorzitter Bert Anciaux probeerde te stunten door zich met een leeuw te laten fotograferen, hield Louis Tobback de SP weg van de verwachte nederlaag door de kaart van de pensioenen te trekken (foto’s bovenaan). Na de stembusgang kon Dehaene bij de koning de eed afleggen (uiterst links) en met een ploeg van dezelfde samenstelling (grote foto) verder werken. Hiernaast in de midden pronkt de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande met zijn nieuwe oude regering.

– Ondanks het referendum onder de burgers en een radikale verkiezingscampagne kon de VLD de meerderheid niet breken, waarna de Vlaamse liberalen een opvolger voor Verhofstadt moesten kiezen. Bij de stemming behaalde Herman De Croo zo’n ruime meerderheid dat tegenkandidaat Patrick Dewael afzag van een tweede ronde. Het grootste verlies voor de liberale familie was echter de dood van PRL-voorzitter Jean Gol.

– Aan konfliktstof ontbrak het niet in het politieke jaar. De rellen in Molenbeek trokken de aandacht naar racisme in België en de situatie van de migranten (bovenaan) ; met de aanstelling van José Smeets als burgemeester (foto in het midden) leek de kwestie-Voeren geregeld, maar nog geregeld borrelden incidenten naar boven ; de verdeeldheid in de Vlaamse beweging was zo groot dat er tegelijk twee aparte IJzerbedevaarten georganizeerd werden (foto onderaan).

– België kreeg er met Louisa Maria, het vierde kind van prinses Astrid, een prinsesje en met Miss België Veronique De Cock een schoonheidskoningin bij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content