Guillaume Van der Stighelen
Guillaume Van der Stighelen Guillaume Van der Stighelen schreef na zijn reclamecarrière de bestseller Echt (Lannoo), over onze drang naar authenticiteit.

Toen ik jong was en mij afvroeg wat de zin was van een uur op een stoel te zitten luisteren naar iemand van wie ik vond dat die dommer was dan ik, antwoordde mijn vader: ‘Je gaat naar school om te leren leven. In het leven ga je later nog vaak moeten luisteren naar mensen die veel dommer zijn dan jij.’

Mijn vader kon tussen twee glazen VAT69 door wijze dingen zeggen. Vorige week opperde een topman van het stedelijk onderwijs in Brussel dat leraars beter niet te veel vertellen over zichzelf. En zeker niet over hun seksuele geaardheid, want daar ging het dus om, zoals hij zelf in het nieuws van Radio1 bevestigde: ‘Brussel is een grote stad met veel opinies. We moeten daar rekening mee houden.’ Met andere woorden, er lopen heel wat jongeren school die van thuis uit een homofobe opvoeding meekregen, breng hen niet in de war.

De man wil de vrede bewaren en hij heeft zo zijn eigen ideeën over hoe dat moet. Een beetje zoals het in meerdere kerkelijke organisaties wordt aanbevolen: ‘Doe wat u niet laten kunt, maar doe het in het verborgene. Breng de gelovigen niet in de war.’

De man zit vol goede bedoelingen, dat hoor je aan zijn stem. Maar hij zegt in dat ene zinnetje twee zaken die niet kloppen met de waarden van onze samenleving. Eén, dat homofobie een ‘opinie’ is. Twee, dat seksuele voorkeur voor het eigen geslacht afwijkend gedrag is. Moeders hou uw kinderen binnen, want straks komen er uit het stadhuis twee mannen die in de echt verbonden zijn. Met elkaar dan nog wel.

Natuurlijk willen wij vrede. De spanning in de wereld is deze zomer te snijden en de bevolking van steden als Brussel is een weerspiegeling van de wereldbevolking. Conflicten inbegrepen. Maar lossen we spanning op door onze kinderen te blinddoeken voor de vrijheden die wij sinds de verlichting hebben verworven? Ja, ‘onze’ kinderen. Kinderen die thuis zijn in onze wereld en dezelfde lucht inademen als wij. Kinderen wier scholen ook de onze zijn en die er moeten leren wat het leven is. Lossen we spanning op door te doen alsof we allemaal hetzelfde zijn en denken? Lossen we spanning op door te zwijgen als we het oneens zijn met elkaar? Of lossen we spanning op door kinderen zo vroeg mogelijk te leren omgaan met het feit dat er nog andere wetten en waarden zijn dan die van thuis.

Zelf ben ik bijna zestig en ik mag dus zeggen dat ik in een homofobe wereld ben opgegroeid. Ook al ging ik niet naar het katholiek onderwijs dat hier te lande heel tekenend ‘vrij’ wordt genoemd.

Het huwelijk tussen geliefden van gelijk geslacht werd wettelijk pas mogelijk toen ik bijna twintig jaar getrouwd was. Van klasgenoten, legerkameraden en andere medepubers heb ik nooit geweten of ze al dan niet homo waren. Daar werd niet over gesproken. Het was een afwijking. Er werden grappen over gemaakt. Namen voor bedacht. Mannen en vrouwen stapten uit het leven omdat ze vol gevoelens zaten die door de gemeenschap werden aangeduid als ‘fout’. Mijn moeder kreeg ooit een boze vermaning van Will Ferdy omdat ze zou hebben beweerd dat hij ‘voor de mannen’ is. Een handgeschreven brief, om te ontkennen en te verbieden ooit nog zoiets tegen iemand te zeggen. Schadelijk voor zijn carrière.

Ik wil maar zeggen. Als ik me vandaag nog steeds even onwennig voel als ik twee mannen arm in arm door de stad zie lopen, dan moet ik nog steeds even slikken. Heel even maar. En dan verbeter ik mezelf. Omdat ik weet dat mijn houding niet aangeboren is, maar aangeleerd door de omgeving waarin ik ben opgegroeid. Het lukt mij trouwens uitstekend, de vereiste inspanning wordt met de dag kleiner en daar dank ik onze huidige samenleving voor.

Is het nu de bedoeling dat jonge kinderen vandaag met dezelfde afwijking opgroeien als wij vroeger? Dat ze later zelf hun kinderen homofoob opvoeden? Of erger nog: is het de bedoeling dat we stoppen met kinderen te leren hoe de wereld in elkaar steekt en wat de regels zijn in onze samenleving vandaag? Zodat we ze later met de vinger kunnen nawijzen en zeggen dat ze tot een ‘andere’ cultuur behoren?

Op mijn school vroeger, het Koninklijk Atheneum van Kapellen, kregen we één uur in de week zangles. Wij zongen, naast ‘Hoog op de gele wagen’ en ‘Kom mee naar buiten allemaal, dan zoeken wij de wie-ie-le-eu-waal!’, ook ‘De gedachten zijn vrij’, en het lied van de officiële school:

‘Waar ’t verstand in vree kan groeien.

Waar ’t gemoed kan openbloeien’.

Nergens in die tekst stond:

‘Waar men zijn seksuele geaardheid moet verbergen.’

Guillaume Van der Stighelen, ex-reclamemaker en medeoprichter van Duval Guillaume, schrijft columns en cursiefjes, maakte met Canvas de tweedelige documentaire President Te Koop over de verkiezingscampagnes in de VS en werkt momenteel aan een hernieuwde uitgave van zijn boek Echt.

Guillaume Van der Stighelen

Moeten we onze kinderen blinddoeken voor de vrijheden die wij sinds de verlichting hebben verworven?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content