Geert Lammens vierde Kerstmis op water en brood, zij het niet meer in de gevangenis. Een gesprek met de ex-direkteur van het Huis van Hød : een boeman of een goeroe ?

BEGIN DECEMBER stond de pers vol smeuïge verhalen over het Huis van Hød in Boutersem : volgens een aantal ex-werknemers werden de bejaarden slecht verzorgd, was er financieel gesjoemel en bezondigde de direkteur zich aan ongewenste seksuele intimiteiten met personeelsleden. Direkteur Geert Lammens, tevens stichter en eigenaar, werd opgepakt, samen met twee dokters en een psychiater. Het huis van Hød legde de boeken neer, omdat het Riziv niet meer wou betalen, en een curator nam het beheer over. Een week voor Kerstmis mocht Lammens de gevangenis van Leuven weer verlaten. Als oud-priester vierde hij Kerstmis op water en brood, een traditie die hij al dertig jaar in ere houdt.

De aanklachten tegen het Huis van Hød hadden in de sektor van de bejaardenzorg een schokeffekt, omdat Geert Lammens jarenlang bejubeld werd als dé pionier van een nieuw soort kleine, open instellingen voor demente mensen, rond de filozofie van de zelfredzaamheid. Het ziekenhuismodel van de klassieke, gesloten instellingen zou bejaarden soms teveel betuttelen en afhankelijk maken. In het Huis van Hød kwamen honderden delegaties uit binnen- en buitenland de gang van zaken observeren, zonder veel kritiek. Hoe kon het dan dat hetzelfde huis nu ineens met ?Roemeense toestanden” geassocieerd werd ?

Na de storm van kritiek die hij tijdens zijn gevangenschap over zich heen kreeg, wil een zeer geëmotioneerde Geert Lammens nu ook zijn klok laten horen. Hij woont in een vleugel van het gebouw waarin het Huis van Hød is gevestigd. In zijn woonkamer is er een deur naar het bejaardenhuis, maar de curator heeft die vergrendeld. Het raam geeft uit op de binnenkoer van het Huis van Hød, waarvan ook het hek nu gesloten is. Het is symbolisch voor een na al die jaren nog altijd kontroversiële kwestie in de sektor : open versus gesloten huizen.

Ex-direkteur Lammens leest snikkend een brief voor die hij in de gevangenis schreef : ?Lieve Hød, achttien jaar geleden haalde ik de boeken met jouw naam vanonder het stof vandaan, om een naam te geven aan een tehuis voor dwalende mensen… Nu blijkt dat er ook veel pijn is geweest, pijn die geen uitweg gevonden heeft in de groep. Men heeft eerst afstand moeten nemen om dan luid te roepen om zeker gehoord te worden. Dit laatste geroep hebben wij niet meer aangekund. Het heeft zich tegen ons gekeerd. Sorry, liefste Hød, maar ik heb vandaag gevraagd de boeken opnieuw te sluiten en op te bergen in de geschiedenis…”

GEERT LAMMENS : De hetze in de pers zegt meer over de pijn van mensen dan over het huis van Hød. Dat is tenminste mijn verklaring. Eind 1994 heb ik na een mislukte relatie een zware depressie gekregen die zes maanden aangesleept heeft. Ik heb me toen minder met mijn werk kunnen inlaten. Kort na elkaar zijn er drie personeelsleden met ziekteverlof gegaan, zij konden de overlast niet meer aan. Ik heb onvoldoende naar hen geluisterd, en hun wanhoop heeft zich dan vertaald in kwaadheid naar mij toe. Zij zijn met klachten naar een politicus gegaan, en die heeft een dossier voor het gerecht samengesteld. Ik erken dus dat ik beoordelingsfouten gemaakt heb, dat ik een aantal mensen niet goed opgevangen heb. Maar ik erken niet dat het huis van Hød zelf is mislukt. De mensen die mij aangeklaagd hebben, moeten zich ook niet schuldig voelen. Zij hebben jaren fantastisch werk geleverd en staan waarschijnlijk nog altijd achter dezelfde ideeën als ik.

Hoe bent u, zonder opleiding, in deze sektor terechtgekomen ?

LAMMENS : Ik heb vier jaar als priester in een parochie in Eisden gestaan, maar in 1965 ben ik daarmee gestopt. Dan heb ik twee jaar rechten gestudeerd in Leuven. Ik ben getrouwd en heb dit huis gekocht, wat toen een bouwvallige hoeve was met schuur en stallingen. Om familiale redenen heb ik in de jaren zeventig mijn baan bij een uitgeverij opgegeven en ben ik in terapie gegaan in Lovenjoel. Via mijn kontakten in de psychiatrie kwam ik in aanraking met het huis van de Zwarte Zusters, waar ik bedlegerige, kwijlende bejaarden zag verzorgd worden. Het bleek dat er in Vlaanderen helemaal niéts bestond voor demente mensen. Die werden gewoon in de psychiatrie opgeborgen, waar ze niet thuishoorden.

Psychiater Toni Wagemans zei me toen dat terapieën in feite niets hielpen voor dementen, dat die mensen beter in een gewoon huis zouden samenwonen, met alleen maar nestwarmte, goed eten, warme voeten en een dak boven hun hoofd. Ik heb mijn oude hoeve dan laten verbouwen en op 27 januari 1978 is de eerste bejaarde binnengekomen, Prosper. Er was zoveel vraag naar dat ik de volgende jaren systematisch moest uitbreiden. Daarom richtte ik met vrienden en dokters een naamloze vennootschap op, waarin ik zelf een meerderheid van de aandelen hield. De naam had ik gevonden in een tijdschrift van de heemkundige kring. Daarin stond dat Boutersem kwam van Baldersheem, het huis van Balder, een Skandinavische god. Die Balder had een broer, die simpel van geest was : Hød.

Tegenover de afhankelijkheid in een ziekenhuismodel stelde u de zelfredzaamheid in een open centrum ?

LAMMENS : Ik legde een link tussen zelfredzaamheid, mobiliteit en de openheid van ons huis. Ik wou dat mensen hier een gewone levensstijl aanhielden : op straat komen, zelf naar de winkel gaan, ’s zondags naar de kerk… De mensen hadden hier een sociaal leven in het dorp, wat fundamenteel anders is dan wanneer je hen in een instelling opsluit. Daarom hebben wij bijna nooit bedlegerige mensen. De inrichting is ook zo gekoncipieerd : vier aparte woonhuizen voor telkens vijftien mensen, die de dag samen doorbrengen, een eigen keuken hebben, eventueel ruzie maken met elkaar, alsof ze één gezin zijn. De chef van zo’n huis noemen we het gezinshoofd.

Welnu, zo’n zelfredzaamheid is onmogelijk als het hek op slot gaat. In het begin was het huis dag en nacht open, maar later heb ik het ’s avonds toch moeten sluiten. Het was een voortdurend gevecht, met de rijkswacht, met de buurt, want uiteraard liep er zo nu en dan iemand verloren die wij dan ’s nachts moesten gaan zoeken. Voor ons gemak moesten we het niet doen. Nieuwkomers werden de eerste maand op straat begeleid door iemand van het huis. Onze ervaring was dat 99 procent na twee wandelingen tot rust kwam en geen enkel probleem meer stelde. Maar die ene procent moesten we wel opsporen in velden en bossen. Ik heb daar speciaal een jeep met vierwielaandrijving voor gekocht.

Men verwijt u dat u tever gegaan bent. Drie mensen zijn al dolend verongelukt. Dat is geen zelfredzaamheid, wordt gezegd, maar het in de steek laten van mensen.

LAMMENS : Dat is ook zo. Het was een keuze met risico’s, dat wisten wij. Dat wist ook de familie, die dat principe ondertekende en bewust koos voor een open huis. Eén man was hier nog maar een maand ; zelfs als het hek dicht was, kroop die nog over de muur. Die is ergens onder een haag gekropen en daar in een rustige houding gestorven. Ondanks zoekakties met honden en helikopters is die pas vier maanden later gevonden. Een andere man wou naar zijn broer in een rusthuis in Leuven, hij volgde de spoorweg en werd door een trein gegrepen. Het meest pijnlijke was Fientje, die hebben we na een hele nacht zoeken ’s morgens in een beemd gevonden, maar tijdens de overbrenging naar het ziekenhuis is ze gestorven.

Dat zijn drie dramatische ongelukken op achttien jaar tijd. We hebben dat risico genomen. Maar we namen dat risico ook voor de andere 170 mensen die hier geweest zijn en die wèl in leven gebleven zijn. Die gingen ook de straat op, naar de winkel of de kerk, en dat ging goed ! Ik vind die drie doden op achttien jaar heel erg, maar ik weiger om alle anderen ervoor op te sluiten ! Wij kregen mensen binnen die jarenlang vastgebonden waren geweest, maar die hier vrij waren en helemaal opleefden. Trouwens, in een gesloten bejaardenhuis hebben ze evenveel dodelijke ongevallen, want ook daar gaan mensen lopen.

U werd aangehouden op verdenking van doodslag, en er was sprake van aktieve eutanasie ?

LAMMENS : De BOB viel hier op 18 april met een wetsdokter binnen en nam 57 dossiers mee. Daarin vonden ze dat twee mensen kort voor hun dood twintig gram valium hadden gekregen. Waarom zouden de dokters dat in de dossiers schrijven, als het de bedoeling was iemand dood te spuiten ? Trouwens, voor de kamer van inbeschuldigingstelling waren er drie andere interpretaties van professoren, die zegden dat twintig milligram valium nooit als dodelijk kan beschouwd worden.

Er is geschreven dat mensen hier ’s morgens dood en stijf in hun bed werden aangetroffen. Dat is bij mijn weten één keer gebeurd. Het gebeurt zelfs in families thuis dat iemand zijn partner ’s ochtends dood naast zich vindt, dus zeker ook ooit in een bejaardenhuis. Maar als we wisten dat iemand terminaal of stervende was, werd er op doktersbevel voor verzorging ’s nachts gezorgd, en werd de familie verwittigd om het proces te begeleiden.

Er wordt natuurlijk meer gestorven in een bejaardenhuis dan in een kindercrèche. Maar het mag statistisch worden onderzocht : ik ben zeker dat de mortaliteit hier niet hoger was dan in een gesloten instelling, wel integendeel ! Door mensen zelfredzaam en mobiel te houden, door hen een stem te geven en nog zelf over dingen te laten beslissen, zijn ze meer gemotiveerd en leven ze langer. Het is het ziekenhuismodel dat de afhankelijkheid vergroot en de aftakeling versnelt. Vroeger moesten wij mensen met een heupfraktuur in een ziekenhuis onderbrengen : allemaal stierven ze op enkele weken tijd. Sinds wij die mensen hier in eigen huis kunnen verzorgen, is er geen enkele meer van overleden.

Een ander twistpunt : pampers. Men zegt dat veel mensen hier nat in bed moesten liggen ?

LAMMENS : In het begin heb ik ooit zelf een pamper aangedaan om te weten hoe dat was. Toen ik in bed urineerde, vond ik dat zo’n erg gevoel, dat ik besloot dat eerst alle àndere middelen moesten geprobeerd worden. Als ik iemand meteen pampers geef, is de boodschap in feite : je bent niets meer waard, je kunt maar kakken en pissen waar je staat. Het is zo vernederend, maar het is natuurlijk wél gemakkelijker dan iemand zes maal per dag naar het toilet te helpen. Wij gaven overdag training. Natuurlijk, als het echt een onomkeerbaar proces was, dan besloten wij op de teamvergadering ook om die mensen een pamper te geven. Maar wij stelden dat zoveel mogelijk uit.

Mensen wasten zich niet altijd en kregen soms geen eten…

LAMMENS : Het kadert allemaal in onze filozofie : mensen verantwoordelijkheid geven over hun eigen kleren, hun eigen hygiëne, hun eigen ruimte… Het ontbijt stond tot halftien op tafel. Wie dan nog niet beneden was, moest wachten tot ’s middags. Dat lijkt streng, maar voor ons was het een middel om de mensen uit bed te krijgen. We wilden niet de verwachting scheppen dat ze wel aan bed zouden bediend worden. Maar het was zeker niet de bedoeling dat mensen verscheidene maaltijden zouden missen.

Ik ben nu 59 jaar, en ik hoop dat mijn kinderen nog niet meteen in mijn plaats gaan beslissen wanneer ik mij moet wassen. Eénmaal per week moesten de mensen in bad, daar hielden wij aan. Maar als zij zich op andere dagen niet wilden wassen en het liep de spuigaten niet uit dan was dat hun eigen verantwoordelijkheid. In andere instellingen worden de bejaarden soms elke ochtend aan de lopende band gewassen, zelfs tegen hun zin of wanneer ze het zelf nog kunnen.

Bezoekers zegden meestal dat ons huis en de bewoners er zo netjes uitzagen.

U bent ook in verdenking gesteld van ongewenste seksuele intimiteiten ?

LAMMENS : Volgens mijn advokate Liliane Versluys, die juist vaak slachtoffers van seksueel geweld verdedigd heeft, zit er absoluut niets strafbaars in heel het dossier. Zonder in details te gaan, wil ik daar alleen over zeggen dat onze manier van samenwerken vrij dicht bij elkaar was. Nadat mijn partner begin 1994 was weggegaan, ben ik bij sommige mensen misschien te dicht geweest, ik heb enkele korte relaties gehad, en dat is niet goed gegaan.

Via de BVBA GL Consulting zou er geld van het rusthuis zijn weggevloeid ?

LAMMENS : Dat is flauwekul. In 1994 ben ik beginnen denken aan de afbouw van mijn carrière, want binnen een jaar word ik zestig. Ik ben te rade gegaan bij een fiskale specialist, en die heeft mij geadvizeerd om mijn privé-huis in een maatschappij onder te brengen, om in de beste orde de erfenis voor mijn kinderen te regelen. Ik heb toen de BVBA J&M Consulting gekocht van iemand die op het kabinet van premier Dehaene werkte, en mijn initialen in de naam gezet. Die maatschappij moest inkomsten hebben om het onderhoud van het huis te kunnen bekostigen. Dus werd mijn loon verminderd met 25.000 frank, die elke maand betaald werd aan de BVBA, als vergoeding voor een aantal diensten zoals vergaderingen, sollicitatiegesprekken…

Maar er ging ook anderhalf miljoen naar GL Consulting voor de verhuur van gebouwen ? Is dat geen financiële belangenvermenging ?

LAMMENS : Ik verhuurde twee derde van mijn huis tegen 107.000 frank per maand. Maar ik heb in dit gebouw dan ook 22 miljoen geïnvesteerd en zit nog in de schulden. En straks ben ik misschien alles kwijt.

Vroeger kwam uw huis in de pers als een model voor de bejaardensektor. Nu wordt het bijna geassocieerd met Roemeense toestanden. Dat moet pijn doen ?

LAMMENS : Geen enkele familie heeft iemand weggehaald, dus moeten zij het niet eens zijn met de hetze in de pers. In al die jaren zijn hier ruim 2.000 bezoekers geweest, onder wie zeker 300 kollega-direkteurs, uit Nederland, Denemarken, Frankrijk… Zij wilden de relevantie van onze aanpak voor demente bejaarden bestuderen. Dementie is een nieuwe kwaal, we weten niet eens hoe ze ontstaat, maar ze neemt angstwekkend toe.

Het wordt nu niet passend gevonden dat ik het zeg, maar ik herhaal het : ik ben fier op wat wij hier met ons team op achttien jaar gedaan hebben. Met alle foutjes en korrekties hebben wij al die mensen in ondankbare omstandigheden toch een goede oude dag bezorgd. Want werken met demente en psychiatrische bejaarden is niet niks. Dat zijn verschrikkelijke dingen, die voortdurend om ingrijpende beslissingen vragen.

Na mijn aanhouding is meteen beslist om het hek te sluiten. Toen ik vrijgelaten werd, kwam ik op straat Jef tegen, een man die na dertig jaar psychiatrie bij ons is gekomen en al twaalf jaar hier woont. Hij gaat tweemaal per week naar de winkel chocola kopen, ’s zondags gaat hij in de kerk met de schaal rond, en aan de afrit van de snelweg noteert hij nummerplaten in opdracht van koning Boudewijn dat is zijn leefwereld. In de gevangenis was ik helemaal ontredderd, ben ik door de hel gegaan. Maar ik dacht : ik kom hier wel uit, maar andere mensen hebben levenslang gekregen. Ik weet zeker dat Jef snel zal aftakelen als hij opgesloten wordt.

Sommigen noemen u een soort goeroe ?

LAMMENS : Ik weet niet wat daarmee wordt bedoeld. Men mag mij best een goeroe noemen, als men bedoelt dat er over de basisideeën niet met mij te spreken viel. Daar heb ik achttien jaar keihard voor gewerkt en voor gevochten. Dan heb ik het over de simpele dingen : de openheid van het huis, het respekt voor de mensen om niet meteen een pamper tussen hun benen te stoppen, het recht van mensen om geen zin in eten te hebben zonder meteen gedwongen te worden…

Maar nu is het Huis van Hød, uw levenswerk, wel een gesloten centrum. Voor u een afgesloten hoofdstuk ?

LAMMENS : Ik mis het erg. Het Huis van Hød zit aan de andere kant van deze deur in mijn living, maar ik mag er niet meer binnen. Maar misschien kan ik er later nog iets voor doen. De boeken zijn neergelegd omdat dit jaar met terugwerkende kracht werd beslist dat het al sinds 1991 niet meer erkend is. Ikzelf heb dat pas een half jaar geleden vernomen. De minister zei dat ik ook in de toekomst persona non grata ben in het Huis van Hød. Maar enkele dagen geleden kwam de curator mij zeggen dat ik nu wél een bod mag doen om het te kopen. Dat is toch een stukje rehabilitatie.

C.D.S.

Geert Lammens en het Huis van HYd : Drie doden op achttien jaar : moest ik daarvoor iedereen opsluiten ?

Geert Lammens : Ik deed zelf een pamper aan om te weten hoe het voelt. Ik vond dat zo erg, zo vernederend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content