Amerikaanse onderzoekers kweken het eerste levende menselijke hart in een laboratorium in Minnesota.
Volgens de onderzoekers zou het kunsthart over enkele weken kunnen beginnen kloppen. De uiteindelijke bedoeling is om een dergelijk hart in de mens te transplanteren.
Met een soort detergent werden lichaamseigen cellen van het donorhart uitgewassen. Daarop werden stamcellen in het hart gebracht, die zich daarop succesvol omvormden tot hartcellen.
“Er zijn nog veel hindernissen te overwinnen, maar toch hopen we op een dag een volledig orgaan te kweken dat kan worden getransplanteerd”, stelt Doris Taylor, een specialiste regeneratieve geneeskunde aan de Universiteit van Minnesota. Ze verwees daarbij naar eerder succesvol onderzoek met dierlijke harten.
Het onderzoeksteam bracht ook stamcellen van de mens in harten van duiven en varkens in, en stelde vast dat de cellen zich razendsnel deelden en dat het hart begon te kloppen. Toch klopte het hart maar aan een kwart van de intensiteit van wat die zou moeten zijn, maar dat feit alleen al zien de onderzoekers als een succes.
Tekort aan orgaandonoren
Patiënten die een normale harttransplantatie krijgen, moeten de rest van hun leven medicijnen nemen om hun immuunsysteem te onderdrukken. Dit verhoogt het risico op hoge bloeddruk, nierproblemen en diabetes. Bij een nieuw hart met eigen stamcellen van de patiënt is het afstotingsrisico minder groot.
De techniek biedt hoop voor miljoenen hartpatiënten. De grootste uitdaging echter blijft het complexe hart laten werken in het bloedvatenstelsel. Een ander groot obstakel is het tekort aan orgaandonoren.
