De veroordeling van twee leden van de Russische punkgroep Pussy Riot moet herbekeken worden. Dat heeft het Russische Hooggerechtshof geoordeeld.
De veroordeling van twee leden van de Russische punkgroep Pussy Riot moet herbekeken worden. Dat heeft het Russische Hooggerechtshof geoordeeld. Volgens het Hof zijn de motieven voor hun delict niet bewezen. Pussy Riot bracht in februari 2012 in de belangrijkste Russisch-orthodoxe kathedraal van Moskou een “punkgebed” tegen president Vladimir Poetin ten berde.
Nadedja Tolokonnikova en Maria Alekhina werden in eerste aanleg veroordeeld tot twee jaar strafkamp. Een derde bandlid kreeg een voorwaardelijke straf. Het Hooggerechtshof meent echter dat de rechtbank niet voldoende bewijzen heeft geleverd dat de twee jonge vrouwen werden gedreven door “haat tegen een socale groepering”.
Ook werd de mogelijkheid niet onderzocht om de twee vrouwen, die elk een jong kind hebben, een straf met uitstel te geven, tot hun kind 14 jaar is. “Andere omstandigheden werden niet in rekening genomen zoals de jonge leeftijd (van de beklaagden), hun familiale situatie en het niet-gewelddadige karakter van hun daden”, aldus het Russische Hooggerechtshof. Pussy Riot werd veroordeeld wegens “hooliganisme” en “aanzetten tot religieuze haat”. De twee vrouwen die in een strafkamp zitten, komen in principe in maart 2014 vrij. Het Hooggerechtshof heeft de zaak nu teruggestuurd naar een rechtbank in Moskou.
