De verklaringen van de Britse vroegere premier Tony Blair over Irak hebben in Groot-Brittannië opschudding veroorzaakt. Vooral de burgemeester van Londen, Boris Johnson, geeft hem een veeg uit de pan.
In het weekeinde heeft Blair gezegd dat het huidige “jihadistische” offensief in Irak generlei uitstaans heeft met de Amerikaans-Britse invasie van elf jaar geleden. Blair, die al hevig onder vuur is komen te liggen voor zijn volgzaamheid in 2003 ten opzichte van Washington, heeft met die uitspraak opnieuw bakken kritiek geoogst, ook vanuit zijn eigen Labourpartij die nu in de oppositie zit.
“Ik was indertijd niet akkoord met Tony en ik ben het nu ook niet”, zei zijn vroegere vicepremier John Prescott. Tony Blair heeft “absoluut en zwaar ongelijk, ongelijk en nog eens ongelijk”, zei zijn vroegere minister voor Ontwikkelingssamenwerking Clare Short, die in 2003 opstapte tengevolge van de invasie in Irak. Als ex-staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken gaf Mark Malloch Brown gewoon de raad “te zwijgen”.
Geschiedenis herschrijven
De meest hevige kritiek van rechts kwam van de conservatieve burgervader van Londen, Boris Johnson. In zijn wekelijkse column in de krant Daily Telegraph kwam hij tot de slotsom dat Blair “gek is geworden”. “Hij (Blair) heeft verklaringen afgelegd die paf doen staan en die dermate niet kloppen met de werkelijkheid dat hij zeker professionele psychiatrische hulp nodig heeft”.
Terwijl hij erkent indertijd voor de interventie in Irak te hebben gestemd, zegt Johnson nu dat de oorlog in Irak een “tragische vergissing” was. Blair “ontkent de feiten” en “wil de geschiedenis herschrijven”, schreef de burgemeester. Hij vindt dat Blair en de toenmalige Amerikaanse president George W Bush van een “onwaarschijnlijke arrogantie” blijk hebben gegeven door te denken dat het omverwerpen van president Saddam Hoessein niet zou leiden tot een instabiliteit die rechtstreeks verantwoordelijk is voor de dood van meer dan 100.000 Irakezen en honderden Amerikaanse en Britse soldaten. (Belga/TE)
