Het leger van president Bashar al-Assad zet na de vernietiging van de stad Homs zijn leger in in de rebellenstad Idleb. Assad weigert nog steeds mee te werken aan een oplossing voor het conflict in zijn land. Humanitaire hulp wordt niet toegelaten. Kofi Annan tracht te bemiddelen.
Het Syrische leger heeft zware bombardementen ingezet op de rebellenstad Idleb, in het noordwesten van het land. Dat is vernomen van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten en militanten.
Kofi Annan, de speciale gezant van de Verenigde Naties en de Arabische Liga voor Syrië, komt net nu naar Damascus voor gesprekken met president Bashar al-Assad. Volgens de baas van het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn de bombardementen het voorspel van een grootscheepse aanval op Idleb.
Een lokale militant heeft het over heel hevige bombardementen. Er zouden al verschillende gebouwen zijn ingestort.
Bergachtige provincie
De Syrische overheid heeft eerder deze week troepenversterkingen gestuurd naar Idleb, een bergachtige provincie aan de grens met Turkije. Het leeuwendeel van de rebellen van het Syrische Bevrijdingsleger zou er zich ophouden. Veel rebellen vrezen dat de stad Idleb een even brutaal offensief te verwerken zal krijgen als Homs, en de rebellenwijk Baba Amr aldaar.
Toelaten van humanitaire hulp
Annan is in de hoofdstad Damascus voor gesprekken met Assad en ook leden van de oppositie. Belangrijkste eis blijft een onmiddellijk staakt-het-vuren, naast een globale politieke oplossing en het toelaten van humanitaire hulp. (Belga/INM)
