‘Parijs was een waarschuwing. Brussel een herinnering’, schrijft het propagandatijdschrift Dabiq van terreurgroep IS in zijn nieuwe editie.
Het propagandatijdschrift uit in zijn voorwoord onmiddellijk nieuwe dreigementen. “De vlammen die jaren geleden aangestoken zijn in Irak hebben nu het slagveld in België verschroeid. Binnenkort zullen ze zich verspreiden over de rest van het Europa van de kruisvaarders en van het Westen. Parijs was een waarschuwing. Brussel een herinnering. Wat er nu aan zit te komen, zal nog meer verwoestend en bitter zijn.”
In het voorwoord klinkt meer van de gebruikelijke propagandataal, die volgens sommige experts vooral tot doel heeft jihadi’s te ronselen. Naast het inroepen van politieke motieven voor de aanslagen, zoals bombardementen in Irak, wordt het Westen verder van zijn menselijk gelaat ontdaan door consequent te spreken over “ongelovigen” en “kruisvaarders”.
Mohamed Abrini grote afwezige
Verder in het tijdschrift staat een portret van de drie zelfmoordterroristen in Brussel en Zaventem, die samen 32 slachtoffers maakten. Ook Mohamed Belkaïd, die het vuur opende op de politie toen die een huiszoeking deed in het safehouse in Vorst waar Salah Abdeslam verbleef, krijgt een portret.
Opmerkelijk is dat Dabiq beweert dat alle voorbereidingen van de raids in Parijs en Brussel begonnen zijn bij de broers-El Bakraoui. “Deze twee broers brachten de wapens en de explosieven bijeen.” Ook schuift IS Najim Laachraoui nadrukkelijk naar voor als de bommenmaker van Parijs en Brussel.
Jihad-expert Pieter Van Ostaeyen waarschuwt dat de informatie kritisch moet benaderd worden: wat IS schrijft, strookt mogelijk niet met de werkelijkheid. Hij is vooral geïntrigeerd door wat er niet staat. “Toen een portret werd gemaakt van de daders van Parijs stond Salah Abdeslam er niet bij. Nu ontbreekt Mohamed Abrini (de “man met het hoedje”, nvdr). Speelden zij een grotere rol dan tot nu toe werd aangenomen?” (Belga/TE)
