‘Het Westen houdt Saoedi-Arabië een hand boven het hoofd’

Protesten in Qatif, in de Oosterse provincie, in 2011. © Reuters
Kamiel Vermeylen

De afgelopen maanden zijn er bij gevechten tussen het regeringsleger en ’terroristisch verzet’ in het oosten van Saoedi-Arabië tientallen mensen om het leven gekomen. De overwegend sjiitische Oostelijke Provincie is al langer het mikpunt van het koningshuis. ‘De overheid maakt de Sjiiten bewust verdacht om zelf buiten schot te blijven’, zegt arabist Chams Eddine Zaougui.

In het olierijke Qatif, een governoraat in de Oostelijke Provincie in Saoedi-Arabië, zijn er al enkele maanden zware gevechten aan de gang tussen het regeringsleger en veiligheidstroepen enerzijds en plaatselijk verzet anderzijds. Hierbij zijn al enkele tientallen doden gevallen, en lokale bronnen geven aan dat de situatie steeds verder escaleert.

‘Een tweede Gazastrook’

Vooral het stadje al-Awamiyah wordt zwaar getroffen door de gevechten. Het regeringsleger bezet sinds tien mei grote delen van de stad om tegenstanders de kop in te drukken.

Via Twitter melden lokale inwoners dat ze hun huizen moeten verlaten of ze anders zullen sterven. Tanks bulderen door de straten en huizen worden bestookt met zware artillerie. Bovendien breken bouwkranen aanzienlijke delen van de stad af, volgens de overheid om er op termijn toeristische faciliteiten van te maken.

Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken zouden verscheidene terroristen buitenlandse arbeiders hebben aangevallen bij de bouw van de toeristische site. Begin juli werden vier van die terroristen uit al-Awamiyah geëxecuteerd omdat ze tijdens protesten veiligheidstroepen zouden hebben aangevallen, enkele dagen nadat een soldaat van het regeringsleger bij een autobom om het leven kwam.

Journalisten zouden worden verhinderd om de stad te bereiken. De enige manier waarop informatie de buitenwereld bereikt is via het internet, maar dat zou samen met het mobiele netwerk voor grote delen zijn afgesloten.

Deze sektarische politiek zorgt er voor dat de Soennieten en de Sjiiten de pijlen op elkaar gaan richten, waardoor het koningshuis buiten schot blijft

Chams Eddine Zaougui

Qatif kent de hoogste concentratie van sjiitische Moslims in het overwegend Soennietische Saoedi-Arabië. In 2009 riep de ngo Human Rights Watch het Saoedische koningshuis in een rapport op om meer aan aandacht te schenken aan de rechten een de grieven van de Sjiitische minderheden. Bovendien werd in 2016 de prominente Sheik Al-Nimr ter dood veroordeeld en vervolgens geëxicuteerd. Al-Nimr was de leidersfiguur van de weliswaar luwe protesten vanuit de Oostelijke provincie tegen het Soennitische koningshuis. Zijn executie lokte in bij de Sjiitische bevolking en in het Sjiitische Iran een golf van protest uit.

Het rapport van Human Rights Watch had trouwens niet veel impact; begin 2017 werden twee medewerkers van de ngo opgepakt omdat ze volgens de Saoedische autoriteiten de stabiliteit trachtten te ontwrichten.

Het door Iran gesponsorde Press TV ziet de bezetting van al-Awamiyah als een schending van de mensenerchten en noemt het in een reportage onowomden een tweede Gazastrook. Maar dat is natuurlijk Iran, dat een slechte relatie met de Saoedi’s onderhoudt en eigen belangen nastreeft.

Verdeel en heers

Er zijn van oudsher spanningen in de Oostelijke provincie in Saoedi-Arabië, zegt Chams Eddine Zaougui. Zaougui is arabist, auteur van het boek Dictators en hij schrijft regelmatig columns in De Standaard over het rijlen en zeilen in de Arabische Wereld. ‘Ook in de rest van het land heerst er hoe langer hoe meer onvrede over het gebrek aan eerlijke politieke vertegenwoordiging. Bovendien gaat het economisch steeds minder goed, terwijl Saoedi-Arabië vroeger slapend rijk werd door de hoge olieprijzen. De nood om werkgelegenheid, zeker voor de jongeren, te creëren wordt steeds groter voor de overheid. Er is sprake van een algemene malaise in het land.’

Die problematiek is nog nijpender in het oostelijke deel van het koninkrijk, voornamelijk omdat daar sjiiten wonen. ‘De provincie krijgt in het geheel genomen minder aandacht, de infrastructuur van de steden is er minder goed aan toe. Bovendien zet de politiek de bewust Sjiiten weg als ketters en als bondgenoten van Iran. Dat laatste is in de realiteit niet het geval. De lokale bevolking in de Oostelijke provincie voelt zich veel nauwer verbonden met haar vaderland dan met Iran’, zegt Zaougui.

Dat is echter een bewuste tactiek van de overheid, die op deze manier de aandacht wil afwenden van de structurele problemen in het land. ‘Deze sektarische politiek zorgt er voor dat de Soennieten en de Sjiiten de pijlen op elkaar gaan richten, waardoor het koningshuis buiten schot blijft. Bovendien versterkt dat de onderlinge samenhorigheid bij de Soennieten. Die gaan zich, ondanks de slechtere levensomstandigheden, als een geheel op de denkbeeldige Sjiitische concurrent. Het koningshuis maakt de Soennieten dus bewust bang om politieke beweegredenen. Anders zouden er wel eens grote opstanden kunnen ontstaan op het schiereiland.’

De Saoedische politieke elite gebruikt het religieuze onderscheid tussen de twee bevolkingsgroepen dus als bliksemafleider om de aandacht op de werkelijke problemen te voorkomen. Het zou maar eens moeten gebeuren dat de Soennieten en de Sjiiten zich verenigen op basis van de grieven die de beide groepen ondervinden. Dan riskeert het regime grootschalige protesten. Een uitgekiende verdeel en heers-tactiek.

Het Westen houdt een hand boven het hoofd

Saoedi-Arabië is in 2011 grotendeels bespaard gebleven van de Arabische Lente. Enerzijds omdat het land protesten überhaupt niet toestaat. ‘Demonstranten riskeren celstraffen van minstens tien jaar. In het ergste geval dreigt de doodstraf. Daarom dat er ook zo weinig doorsijpelt naar de media’, zegt Zaougui. Anderzijds was koning Salman slim genoeg om meteen toegevingen te doen om de rust te doen wederkeren. ‘Saoedi-Arabië heeft niet enkel geslagen, maar ook gezalfd. Koning Abdullah heeft aan elk Saoedische gezin enkele duizenden euro’s geschonken, een maatregel die om en bij de 110 miljard euro heeft gekost. Daarmee gaf hij het signaal dat hij het leed wilde verzachten, en kocht hij de bevolking eigenlijk af. Als de Saoedi’s in een ding goed zijn, is het wel in de geldbuidel tasten om problemen op te lossen. Ten slotte zagen de Saoedi’s ook dat de opstanden in andere Arabische landen snel afgleden naar geweldadige conflicten. Die kant wilden ze niet op.’

Of dit op een lange termijn ook een duurzame aanpak is, moet nog blijken. ‘Saoedi-Arabië heeft in vergelijking met andere Arabische landen nog altijd veel geld. Bovendien houdt het Westen een hand boven het hoofd, denk maar aan het recente bezoek van Donald Trump of de wapenverkoop vanuit verscheidene westerse landen. Maar in andere landen is het ook al van de ene op de andere dag omgeslagen’, meent Zaougui.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content