Crisis Catalonië: moet Europa ingrijpen?

Protest in Barcelona. 'Het is uiterst voorbarig om te roepen dat Spanje geen rechtsstaat is.' © Belga Image
Jeroen Zuallaert

Is Europa hypocriet omdat het de Catalaanse onafhankelijkheid niet steunt en de acties van de Spaanse regering niet veroordeelt?

Waar blijft de Europese reactie? Zelfs onder politici die zich doorgaans uit alle macht tegen Europese inmenging verzetten, klinkt vandaag de roep om méér Europa. Want moet Europa niet dringend optreden tegen Spanje, dat vorige week een internationaal aanhoudingsbevel uitvaardigde tegen Catalaans minister-president Carles Puigdemont? Moet het de arrestatie van de acht consellers niet ten strengste veroordelen?

In eigen land liet vooral de N-VA zich gelden. Zo plaatsten kopstukken als Bart De Wever, Jan Jambon en Theo Francken al openlijk vraagtekens bij het functioneren van de Spaanse rechtsstaat. ‘Als je zwijgt op een moment dat politici in de gevangenis worden gegooid omdat ze gewoon een punt maken, omdat ze een opinie hebben, dan is dat gewoon schuldig verzuim’, aldus Bart De Wever. ‘Je sluit geen mensen op omdat ze hun democratische rechten uitoefenen. Dat doe je gewoon niet. Nergens, en al zeker niet in de EU.’

De Catalaanse beweging is gekaapt door een kleine kring hardliners die elke zin voor redelijkheid hebben verloren.

Professor internationaal recht Jan Wouters (KU Leuven) stoort zich aan de kritiek op de Spaanse rechtsstaat. ‘Puigdemont wordt niet vervolgd omdat hij een politieke mening heeft’, benadrukt hij. ‘Hij wordt verdacht van inbreuken op de Spaanse grondwet. Er zijn dingen gebeurd die in het Spaanse strafrechtboek staan en dus strafbaar zijn.’ Wouters stipt ook aan dat Puigdemont voorlopig nog niet veroordeeld is. ‘We gaan er al te gemakkelijk van uit dat die ministers meteen voor dertig jaar in de cel zullen vliegen. Dat geloof ik voor geen moment.’ Suggesties dat het Spaanse gerecht politiek gemotiveerd te werk gaat, wijst Wouters van de hand. ‘Ik vind het uiterst voorbarig om vóór het proces al moord en brand te roepen dat de strafmaat buitenproportioneel is en Spanje geen rechtsstaat is. Dat is nergens op gebaseerd. Er zal een proces plaatsvinden dat in heel Europa met argusogen gevolgd zal worden. Ik kan me niet voorstellen dat de Spaanse rechters in zo’n context aan politiek gaan doen. En als het tot een veroordeling komt, kan de Catalaanse regering nog altijd naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.’

Joegoslavië

De kritiek op Europa lijkt evenwel van een ander gehalte. Want is de Europese Unie niet hypocriet om de Catalaanse drang naar onafhankelijkheid te miskennen, terwijl de onafhankelijkheid van staten als Slovenië, Kroatië, Montenegro of Kosovo wél erkend werden. Waarom krijgen de Catalanen dan de koude schouder toegekeerd?

Toen Slovenië en Kroatië zich in 1991 onafhankelijk verklaarden, reageerde Europa aanvankelijk terughoudend. Europa was er immers vooral op beducht dat een eventuele erkenning de spreekwoordelijke lont in het kruitvat zou aansteken. Daarom richtte de EU de commissie-Badinter op om adviezen te formuleren. De criteria voor erkenning waren strikt: een kandidaat-staat moest de mensenrechten respecteren, een onafhankelijkheidsreferendum organiseren en grondwettelijke garanties op het voortzetten van de rechtsstaat bieden. Bovendien kon een land niet erkend worden zolang het met een ander land in oorlog was.

Carles Puigdemont
Carles Puigdemont© Belga

Pas op 15 januari 1992, ruim zes maanden na hun onafhankelijkheidsverklaring, werden Slovenië en Kroatië erkend als onafhankelijke staat na een positief advies van de commissie-Badinter. Dat ging gepaard met weinig enthousiasme. Zo weigerde Europa – ondanks een positief advies – aanvankelijk Macedonië te erkennen, omdat Griekenland zich daartegen verzette. De onafhankelijkheid van Kroatië, dat ondertussen in een oorlog met Servië verwikkeld was, was dan weer meer omstreden. ‘Europa wilde voorkomen dat er aan de grenzen van de Joegoslavische deelstaten gemorreld werd’, vertelt Balkankenner Raymond Detrez (Universiteit Gent). ‘Door Kroatië te erkennen wilde men de Serviërs ontmoedigen om verder te gaan met hun oorlogsdaden. Daar hebben ze helaas niet naar geluisterd.’

In tegenstelling tot Catalonië werden Slovenië, Kroatië en Macedonië en Montenegro pas onafhankelijk na uitgebreide volksraadplegingen, waarbij een overweldigende meerderheid voor onafhankelijkheid stemde. Ook bij het Montenegrijnse referendum van 2006 koos een duidelijke meerderheid (55 procent) vóór onafhankelijkheid. Zowel in Slovenië (90,7 %), Kroatië (83,6 %), Macedonië (75%) als Montenegro (86,5%) kwam het overgrote deel van de stemgerechtigden opdagen. Enkel de Kosovaarse onafhankelijkheid – die tot op vandaag niet door Spanje wordt erkend – kwam er zonder referendum. ‘Europa heeft Kosovo erkend op basis van de zogenaamde just cause theory‘, aldus Detrez. ‘Die stelt dat een provincie zich mag afscheiden als er sprake is van langdurige en ernstige schendingen van mensen- en burgerrechten. Dat gold voor Kosovo, waar de Serviërs etnische zuiveringen hielden en duizenden doden hadden gemaakt. Daarvan is in het geval van Catalonië echt geen sprake.’

‘Geen meerderheid’

Bij het referendum van 1 oktober daagde nauwelijks 42 procent van de Catalaanse kiesgerechtigden op. ‘Er is geen democratische meerderheid voor onafhankelijkheid in Catalonië’, benadrukt Francisco de Borja Lasheras, directeur van de Spaanse afdeling van de European Council on Foreign Relations. ‘De zestig Catalaanse parlementsleden die voor de onafhankelijkheid hebben gestemd, vertegenwoordigen amper 45 procent van de Catalanen. Bovendien is het referendum gehouden zonder garanties op een democratisch verloop, waardoor meer dan de helft van de Catalanen heeft geweigerd om deel te nemen. Een dergelijk referendum kan geen basis zijn voor onafhankelijkheid.’

Puigdemont is géén democraat, vervolgt Borja Lasheras. ‘Hij heeft de onafhankelijkheid uitgeroepen zonder electorale meerderheid, waarbij hij elk parlementair debat weigerde. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn politieke beslissingen. Puigdemont doet alsof het Catalaanse volk gestraft wordt terwijl hij enkel vervolgd wordt omdat hij bewust de wet heeft overtreden. In gelijk welke rechtsstaat moeten politici zich verantwoorden voor hun daden. Enkel Puigdemont vindt dat de Catalaanse regering blijkbaar zelf mag beslissen hoe de wet wordt toegepast.’

Puigdemont doet alsof het Catalaanse volk gestraft wordt terwijl hij enkel vervolgd wordt omdat hij bewust de wet heeft overtreden

Borja Lasheras, als Bask zelf een overtuigd voorstander van autonomie voor de Spaanse regio’s, ziet de evolutie binnen de Catalaanse beweging met lede ogen aan. ‘De Catalaanse beweging is gekaapt door een kleine kring hardliners die elke zin voor redelijkheid hebben verloren. De harde kern van de onafhankelijkheidsbeweging is er echt van overtuigd dat ze, eens ze onafhankelijk zijn, een nieuw Denemarken zullen worden, zelfs wanneer er in een maand tijd al meer dan tweeduizend bedrijven Catalonië verlaten hebben.’

Dialoog

I ara què: wat nu? Niemand die het nog lijkt te weten. Nadat de Spaanse regering de Catalaanse autonomie had geschorst, werden voor 21 december nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Hoewel Puigdemont geregeld blijft oproepen tot dialoog, is van onderhandelingen tussen de Spaanse en de Catalaanse regeringsleiders geen sprake. ‘Er is geen echte bereidheid tot dialoog’, zucht Borja Lasheras. ‘Toen hij op 10 oktober de onafhankelijkheid uitriep en die onmiddellijk weer schorste, heeft Puigdemont duidelijk gemaakt dat hij enkel over onafhankelijkheid wil praten. Met zo’n uitgangspunt kun je niet onderhandelen.’

Ondanks de toenemende kritiek vindt Borja Lasheras dat Europa een positieve rol speelt in het conflict. ‘Europa confronteert zowel de Spaanse als de Catalaanse regering met de principes van de rechtsstaat. Het is goed dat Europa de Catalaanse hardliners confronteert met het feit dat een onafhankelijk Catalonië niet zomaar lid kan worden van de EU. Tegelijk zou het goed zijn als er een Europees onderzoek zou komen naar het excessieve politiegeweld van de Guardia Civil tijdens het referendum.’

Maar een Europese bemiddelingsrol gaat Borja Lasheras te ver. ‘Dat zou een ramp zijn voor de Spaanse democratie. We moeten dit zelf oplossen.’

Partner Content