Vrije Tribune

Vrijheid is als zuurstof: niet ongevaarlijk (Stefaan Hublou)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Of hoe de rivaliteit tussen Dirk Verhofstadt en Wouter Beke mensenlevens bedreigt.

Wouter Beke, senator en voorzitter van de Vlaamse Christendemocratische partij, schreef met “De mythe van het vrije ik” een monografie die zijn wereldvisie vorm geeft in de hedendaagse nationale context, en die een aantal Christendemocraten zal inspireren. Naast Rik Torfs kent de christelijke politieke familie dus nog mondige mensen als het aankomt op verfrissend denken.

Zij hebben niet het monopolie: anderhalf jaar geleden heeft de denkgroep Liberales, bezield door Dirk Verhofstadt, haar openheid van geest bewezen door het knappe essay “Wie gaat er dan de wereld redden?” van Rik Torfs te onderscheiden met de titel van Liberales boek van het jaar. Dit jaar is “Een tijd voor empathie” van de Nederlands-Amerikaanse mensapendeskundige Frans De Waal door de liberale denktank uitverkoren. Voor een deel omdat die etholoog een zinvolle koerscorrectie aanbrengt op achterhaalde aspecten van het katholieke mensbeeld.

Al te lang bestond in Roomskatholieke kringen een denkslag die ging als volgt: “De mens is van nature zondig en slecht; juist daarom is het dat wij als mens het evangelie, voorbeeld en de zegen van Jezus Christus nodig hebben. En dat wij absoluut niet zonder de Kerk kunnen.”

Tot daar kan ik heel goed volgen wat de hedendaagse Vlaamse Liberalen doen. De scherpe, afwijzende kritiek van Dirk Verhofstadt op de mens- en wereldvisie van Wouter Beke, gepubliceerd op zijn Facebookpagina, maakt echter op heldere wijze een paar gebreken in de huidige stand van de ideologie van de Vlaamse liberalen duidelijk. Een majeure kritiek op het afwijzen van religie en groepsbeleving, twee Leidmotieven en idealen bij Beke, is de volgende.

Het zal de wakkere Vlaming niet ontgaan zijn dat zelfdoding een grote doder is in onze populatie, naast kanker, hartziekten en verkeersongevallen. In grote segmenten van de leeftijdspiramide is zij zelfs de eerste doodsoorzaak. Ons land is op dit vlak een trieste koploper op Europese en op wereldschaal. Ik trek op dit bangelijke probleem al sinds midden jaren negentig regelmatig de aandacht in opiniestukken, onder andere in De Standaard en Knack, ook juist nadat ik in de familiekring heb mogen ondervinden dat deze doodsoorzaak voor de nabestaanden de zwaarst denkbare rouwverwerking meebrengt. Zelfmoord is trouwens een geval apart wat sterven betreft: het is altijd de meest tragische, de meest absurde dood. Zelfmoord van een mens is altijd een signaal, een aanklacht, een teken van een bepaald falen van de gemeenschap.

Welnu, uit objectief onderzoek blijkt dat een deel van een heilzaam antwoord op de zinledigheid en de liefdeloosheid die mensen overhaalt zichzelf van kant te maken, juist bestaat uit drie zaken die niet tot de favoriete traditionele liberale aandachtspunten behoren: het verhogen van de ervaring van de zin en de betekenis van het bestaan via het religieuze referentiekader. Het geregeld uitvoeren van rituelen. En het gemeenschapsleven en de geborgenheidervaring die het lidmaatschap van een parochie biedt. Het zou erg zijn als een bepaalde ideologische mindset toonaangevende denkers belet deze waarheden te zien en te accepteren als een deel van de oplossing van een zwaar probleem dat schandalige kantjes kent.

Het is intussen nochtans zo: toen een deel van de geciteerde positieve resultaten van godsdienstbeleving een paar jaar geleden bekend raakten, kopte de krant van Yves Desmet, verblind door haar wereldbeschouwelijke agenda: “Pilaarbijten helpt”. Als liberale denkers werkelijk humanistisch gedreven zijn, werkelijk om de mens bekommerd, dan moet het verhelpen van de zelfdodingen een prioriteit op de agenda worden. Deze menslievendheid kan dan meteen een eye opener zijn voor existentiële feiten die grote liberalen uit het verleden niet op gerede wijze hebben gezien.

Het is intussen nog altijd zo dat individualisme, het mooie liberale ideaal bij uitstek, iets te maken heeft met eenzaamheid. En eenzaamheid, zo merkt de geëngageerde psychiater en filosoof Piet Nijs op, is een risicofactor is voor depressie. Deze in onze populatie veel voorkomende geestesaandoening is op haar beurt een risicofactor is voor zelfdoding. Een mens kan sterven aan een intermenselijk klimaat dat teveel “neutraliteit” bevat. Een mens kan in het leven op een dwaalspoor geraken door zich te al te zeer te concentreren op het bewaren van zijn koopkracht, zijn salaris, zijn pensioen, zijn prestigieuze wagen en zijn ‘rechten en vrijheden”.

Misschien mogen wij concluderen dat Vrijheid, dat mooie liberale ideaal, is als zuurstof voor de mens: levensnoodzakelijk, een aangenaam comfort, dat weet iedereen die het hooggebergte heeft verkend, maar bij al te hoge concentraties is het sluipende doder.

Is het teveel verhopen, dat onder druk van een kwestie van leven en dood die ons allen aangaat, liberale denkers gaan erkennen dat de gelovige geesteshouding haar plaats heeft in de jungle van het postmoderne bestaan? Dat de biddende mens geen soort is die best uitgeroeid wordt?

Stefaan Hublou Solfrian, gewezen leraar geschiedenis en godsdienst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content