De stem van de burger

Louis Michel mag dan al 63 zijn, hij kan nog altijd perfect een achterwaartse politieke salto uitvoeren.

Niet eens een maand geleden gaf de Waalse liberaal, die ooit vastberaden was zijn leven veil te hebben voor het voortbestaan van het koninkrijk België, nog te verstaan dat hij met zijn MR veel verder wilde gaan in de uitbreiding van de autonomie van de gewesten en gemeenschappen dan de wat bange, retrograde collega’s van PS, CDH en Ecolo. Want in tegenstelling tot die partijen geloofde Michel sterk in een zelfstandiger Wallonië en een veerkrachtig Brussel.

Krasser nog: Michel liet Vlaamse onderhandelaars zelfs in het oor fluisteren best bereid te zijn het FDF-sloepje dat de MR achter zich aan sleept los te gooien, als dat een vergelijk over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zou vergemakkelijken.

En wie werd alvast in de bekende Brusselse afspanning Bruneau gesignaleerd, samen met MR-voorzitter en vicepremier Didier Reynders, in het gezelschap van N-VA-kopman Bart De Wever? Toch wel Louis Michel zeker!

Maar afgelopen maandag, nog geen 24 uur na de bekendmaking van De Wevers verslag voor koning Albert II, richtte Louis Michel een dramatische oproep tot de collega’s van de andere francofone partijen. Er moest een Union des Francophones worden gevormd. Een union sacrée als het ware, tegen zijn gewezen tafelgenoot Bart De Wever die, althans volgens de herboren Michel, op niets anders uit is dan ‘het geprogrammeerde einde van België’ en ‘de verarming van Walen en Brusselaars’.

Zo sloot Michel zich aan bij de Franstalige afwijzing van het compromis dat Bart De Wever in het eindverslag van zijn koninklijke verduidelijkingopdracht aanreikte. De vorming van een federale regering lijkt daarmee een uitzichtloze onderneming geworden.

Aan Vlaamse kant onderneemt alleen de SP.A nog oprechte pogingen om de lijnen met de Franstalige PS-kameraden open te houden.

In de koninklijke entourage en in CDH-kringen wordt nog discreet getracht Wouter Beke los te weken uit het Vlaamse front om zodoende – met beloften van zware ministerambten voor zijn CD&V – de vorming van een federale regering zonder de Vlaams-nationalistische N-VA te forceren. Vooral dat laatste illustreert de wanhoop van het Brusselse establishment dat onder zijn Wetstraatstolp nog altijd in oude machtsschema’s denkt.

Deze regeringsonderhandelingen alsnog aan de gang krijgen, is onbegonnen werk. Het vertrouwen tussen de onderhandelaars is zoek. Bovendien kan de N-VA onmogelijk onderdoor de lat die De Wever met zijn compromis heeft gelegd. Het indienen van een wetsvoorstel tot splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde door de N-VA betekent dat voor de Vlaams-nationalisten de grens is bereikt.

En zelfs al zou N-VA samen met de andere Vlaamse partijen instemmen met nog maar eens een communautair compromis à la belge, dan volgt er, alvorens tot een federale regering te komen, nog een forse saneringsronde van om en bij 22 miljard euro, waarvan elke euro communautair is geladen.

Daarom alleen al durven ze bij niet een van de onderhandelende partijen nog maar te denken aan deze oefening. Want als het spoor wordt gevolgd dat onlangs in dit blad door eregouverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank werd uitgetekend, dan moet er tegen 2012 zes miljard euro – nog altijd 240 miljard in oude frank – worden gevonden. Dat zal niet lukken met de beproefde begrotingstrucs. Hier zal echt snoeiwerk, in het federale staatsapparaat en wellicht ook in de sociale zekerheid, aan te pas komen.

Tenzij de Franstalige regeringsonderhandelaars snel een U-bocht inzetten, zit er weinig anders op dan tegen begin 2011, na het afronden van het Europese voorzitterschap, nieuwe federale verkiezingen uit te schrijven. Een vooruitzicht dat de traditionele politieke partijen weliswaar niet zint, omdat die verkiezingscampagne onvermijdelijk onder ongekende communautaire hoogspanning zal staan. Maar er is geen geld meer om, zoals in het verleden, staatshervormende compromissen af te kopen.

Nieuwe verkiezingen zullen de partijen dwingen om duidelijk en concreet te formuleren waar ze met het federale koninkrijk naartoe willen, hoe ze het samenleven van Franstaligen en Vlamingen willen organiseren en hoe zij denken het sociale systeem, het laatste federale bindmiddel, te kunnen handhaven en beheren. Waarna de kiezer zich in alle duidelijkheid zal uitspreken.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content