Seki, Azerbeidzjans mooiste

Overnachten in Hotel Karavansaray in Seki is de evidentie zelf. Het was ooit een gastenverblijf, en dat is het nu weer.

In Seki is men reizigers gewend. In de 18de en 19de eeuw was het stadje voor de handelaars uit de Dagestaanse bergen een belangrijke link met de karavaanroute van Turkije naar Baku.

Overnachten in Hotel Karavansaray is de evidentie zelf. Het was ooit een gastenverblijf, en dat is het nu weer.

Romantisch en gezellig is het wel, zo’n gewelfde kamer. Maar de dikke bakstenen muren warmen nauwelijks op. Op het balkon is het aangenamer dan binnen. “Of we nog een verwarmingstoestel kunnen krijgen?” “Geen probleem”, zegt de man aan de receptie, en hij reikt ons twee extra dekens aan.

Seki heeft een toeristische dienst, die, volgens het bordje op de deur, gesteund wordt door het ontwikkelingsprogramma van de VN. Na twee eerdere, vergeefse pogingen worden we binnen gelaten. De man aan de balie vindt zijn computerscherm veel boeiender dan zijn bezoekers, en weet ons geen zinnig antwoord te geven op onze vragen over busverbindingen of folkloristische dans. Er zijn geen brochures, noch stadsplannen voor handen. Alleen folders over strandvakanties in Turkije en Griekenland. Goed zo. Je moet het de toeristen ook niet te gemakkelijk maken.

Seki is naar Azerbeidzjaanse normen een toeristische stad. Bezoekers komen in de eerste plaats voor het onlangs gerestaureerde Paleis van de Khan. Khan Haci Chelabi keerde in 1740 de Perzische heerser de rug toe, en stichtte een onafhankelijk khanaat in Seki.

Haci’s paleis is bescheiden qua omvang, maar binnenin overdadig beschilderd met fijne motieven uit planten- en dierenwereld, plus een gedetailleerd rapport van zijn bloederige veldslagen, gespietste koppen incluis.

We genieten na op een zonnige bank op de binnenplaats van het paleis. De tuinman van de Khan plant er met veel toewijding nieuwe rozen, op zijn eigen trage tempo. Het is lente.

Seki bulkt van de oude theehuizen, doorleefde mannenbastions, waar de hele dag door domino en backgammon wordt gespeeld. De tijd staat er stil. Alleen de zonnestralen die binnen schijnen, schuiven lamgzaam op, van tafel naar tafel.

De kleine winkels langs de Axundov Prospekt werden tot nog toe gevrijwaard van de pletwals die modernisering heet. Voorbij de toeristenshops met zijde, handwerk en de typische Astrakhan-hoeden, verdienen hoogbejaarde kappers, schoen- en kleermakers de kost op ambachtelijke wijze, zoals ze dat al heel hun leven doen. Een goedgeluimde instrumentenbouwer speelt een deuntje op de tar, dat we vaag kennen van een onnozel radiohitje van vroeger. “In de Sahara tussen de kamelen, zat Ali Baba met zijn tingeling te spelen…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content