Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Een roman uit de hippe kunstwereld. Het debuut van Emily Gordts.

Ja, het is een beetje een stinkende titel, zij het met een hoog Hollywoodgehalte’ geeft ze toe, sippend aan een cappuccino in een Antwerpse brasserie. Als ik haar debuutroman Arty-farty (uitg. De Bezige Bij/Thomas Rap) omschrijf als een vergiftigde stationsroman, is ze niet meteen in de wolken. ‘Is het daarom dat we vlakbij het station hebben afgesproken?’ vraagt ze. Welnee, Arty-farty is zo rijk gelaagd als de pest: satire op het wereldje van moderne en actuele kunst, relatiedrama en faction. Met zijn directe stijl, eenduidige personages, klare opbouw en simpele plot, heeft de dunne debuutroman van Emily Gordts (28) anderzijds wel iets keukenmeidenachtigs.

In al die lagen hebben bijen echter hun angel gestoken, want alles is vergiftigd. De blik op kunst wordt vertroebeld door een entourage van modieuze blagen, hypocriete adviseurs, even ijdeltuiterige als blinde verzamelaars en leeghoofdige marketingboys. De kunstverzamelaars Charlotte en Jaap blijven een echtpaar omdat ze van niet beter weten ( Wil ze nu, met deze man, een wandeling maken? Maar natuurlijk. Met deze man maakt ze al vierendertig jaar wandelingen. Daar verandert ze niets meer aan.) En, als een vage dreiging, zweeft het Chinese melamineschandaal boven de bladzijden. ‘Het is niet echt een vrolijk boek’, preciseert ze. ‘Het zijn de donkere rafels van een hele flitsende wereld.’ Vief beschreven, want de auteur is een echte tongvalspecialiste: van Dolce & Gabbana-Italiaans tot gedempte zuiderdokken-Antwerps.

Emily Gordts kent het milieu, want ze is erin opgegroeid. Cultuur met de ochtendpap ingelepeld krijgen is een ding van waarde. Maar als kind al de pretparken voorbijrijden zonder te stoppen, om aansluitend weg te kwijnen op beurzen, biënnales en documenta’s, kan blijvend letsel veroorzaken. En toen de ‘verwende nietsnutjes’ onder haar leeftijdgenoten de gemakkelijke weg opgingen door voor een toekomst in de kunstwereld te kiezen, had ze het wel gehad. ‘Don’t get me wrong,’ bezweert ze, ‘ik vind de kunst zelf interessant.’ Goed dat ze het erbij zegt, want in Arty-farty kijken we door de ogen van hoofdpersonages JP en Charlotte uitsluitend naar hedendaagse kunstenaars als naar een soort charlatans.

De inlassing van de visie van Robert Hughes op het wereldje is een goede vondst. Jaap, en mokkend ook Charlotte, kijken naar de bewaardocumentaire The Mona Lisa Curse, waarin de vermaarde kunstcriticus precies uitlegt wanneer het fout begon te gaan met kunst en de cultuurindustrie ontstond. Dat was in 1963, toen de Mona Lisa naar New York verscheept werd en 1 miljoen mensen zich voor haar verdrongen. ‘Niet om haar te zien, maar om haar gezien te hebben’ notuleerde Emily Gordts wijselijk.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content