Frankfurter Dagboek: het Vlaams van politici en het Duits van schrijvers

© Belga

Als niemand maar denkt dat Geert Bourgeois’ toespraak typerend is voor de Vlaamse literatuur. Dag 1 op de Frankfurter Buchmesse.

Voor sommigen is er nooit genoeg voorbereidingstijd. Al bij zijn aantreden als Vlaams minister-president in juli 2014 wist Geert Bourgeois dat hij een speech mocht houden bij de officiële opening van de Frankfurter Buchmesse van dit jaar. En dan geeft de N-VA’er zo’n slaapverwekkende draai aan zijn betoog? De Vlaamse regering heeft een beleidsnotitie over de Europese Unie aangenomen, ik zal hem even voor u samenvatten. Dát was de teneur. Prioritair dit, subsidiariteitsbeginsel dat. Iedereen wachtte steeds ongeduldiger op de volgende spreker.

Bourgeois kreeg terecht de slechtste pers op de borrel na afloop. Terwijl hij wel degelijk behartigenswaardige dingen had gezegd. Zo was hij de enige die bij alle mooie woorden over het belang van boeken voor een open dialoog in de internationale gemeenschap wees op de stille arbeiders zonder wie geen enkele uitwisseling van ervaringen en inzichten mogelijk is: de vertalers. Zij zijn de bruggenbouwers. Zij stellen lezers in heel Europa in staat om kennis te nemen van elkaars cultuur, waardoor eenheid in verscheidenheid mogelijk wordt.

Onvindbare antwoorden

Iemand als Rainer Kersten zal het met genoegen hebben aangehoord. Hij is al jaren de gelauwerde vertaler van Tom Lanoye, Dimitri Verhulst, Ilja Leonard Pfeijffer en Arnon Grunberg. Hij vertelde voorafgaand aan de opening met smaak over het omzetten van het onnavolgbare Verhulsts in een artificieel Duits, waarvoor hij uit alle dialecten en varianten van zijn taal de mooiste woorden plukt. En toch was hij al blij verrast dat hij – lid van een genegeerde beroepsgroep – een uitnodiging kreeg voor deze bijeenkomst.

Zou iemand dan ook maar enig idee hebben dat de beurtzang waarmee Arnon Grunberg en Charlotte Van den Broeck de opening afsloten in feite Rainer Kerstens Duits was? In een poëtische en filosofische dialoog zochten de middelbare Nederlandse auteur en jonge Vlaamse debutant naar de betekenis van literatuur, hun identiteit, redenen om te schrijven, Europa, een vaderland – kortom, naar dat wat mensen kunnen en willen delen. Met als conclusie: dat alleen de gezamenlijke zoektocht naar onvindbare antwoorden bindt.

Zonder navel, zoals hun bijdrage heette, was een mooie en ontroerende tekst – voorgelezen in een verrassend goed Duits. Grunberg vertelde over zijn ouders: Berlijnse Joden die uit zijn optreden op de Buchmesse de conclusie zouden trekken dat de oorlog niet helemaal verloren was. Van den Broeck weersprak Grunbergs bewering dat zijn laptop zijn vaderland was. Zij zocht een vaderland in een ander, in verbinding, in een ontmoeting die weerhaken slaat. Ze eindigden hun gesprek dan ook in een innige omhelzing.

Ordinaire handel

Direct na de officiële opening werd het Vlaams-Nederlandse paviljoen ingewijd. Je zou zeggen: daar zijn Willem-Alexander van Nederland en Filip en Mathilde van België voor ingevlogen, daar wordt een groots spektakel van gemaakt. Maar bijna iedereen was nog onderweg van de grote zaal in het Congress Center naar het paviljoen of de selecte gezelschap eregasten hadden de opening onderling afgehandeld. Willem-Alexander gaf Filip een boek van Slauerhoff, Filip riposteerde met twee delen Elsschot en dat was dat. Vrijwel iedereen heeft het gemist.

Maar wat gaf het? De kop is er af – zoals Koen van Bockstal, directeur van het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL), tevreden terugblikte op alle plechtigheden. De internationale handel in vertaalrechten waarvoor iedereen naar Frankfurt is afgereisd, kan eindelijk een aanvang nemen. De verkoop van nóg meer Nederlandse en Vlaamse boeken aan Bulgaren, Egyptenaren, wie ook maar belangstelling toont. De aankoop van soms nog maar half voltooide debuut van een nieuwe Amerikaanse thrillerschrijver. Daar draait de Buchmesse immers om.

Iedereen leurt hier met eigen titels, iedereen zoekt commerciële buitenkansjes uit het buitenland. Eigenlijk is het zo ordinair. Maar het is natuurlijk mooier om te denken dat het gaat om de betekenis van de handel, die Bourgeois en andere hoogwaardigheidsbekleders bij de opening benadrukten. Want alleen als boeken over de grenzen worden verkocht, kunnen burgers wereldwijd elkaar leren kennen en begrijpen. Immers: ,Cultuur is vitaal. Cultuur biedt een garantie voor een vrije samenleving. Cultuur is een katalysator van economische groei.’

Ja, ook die wijze woorden zei Bourgeois.

Maarten Dessing

Partner Content