Ministerraad zet rem op dagcontracten in de uitzendarbeid

(Belga) Bedrijven zullen in de toekomst minder makkelijk uitzendkrachten kunnen inzetten via opeenvolgende dagcontracten. Enkel als de onderneming de nood aan flexibiliteit kan bewijzen, zal dat nog mogelijk zijn. Dat staat in een aanpassing aan de wet op de uitzendarbeid, die de federale ministeraad vandaag goedkeurde. Die biedt ook een wettelijk kader voor aanwervingen van onbepaalde duur via uitzendarbeid.

De wet op de uitzendarbeid bestaat vijfentwintig jaar. Vorig jaar werkten ruim 547.000 mensen minstens één dag als uitzendkracht. Daarmee was in 2011 zowat één op de acht werknemers in ons land actief in het uitzendcircuit. Minister van Werk Monica De Coninck (sp.a) heeft nu op basis van een akkoord tussen de sociale partners een mondernisering van de wet klaargestoomd. In die nieuwe wet wordt er een rem gezet op het gebruik van opeenvolgende dagcontracten. Daarbij zetten bedrijven dezelfde uitzendkrachten gedurende een lange tijd in via contracten voor telkens een dag. De betrokkene moet dan dag na dag afwachten of hij een nieuw contract krijgt. “De beperking van het gebruik van opeenvolgende dagcontracten tot het geval waarin de onderneming de nood aan flexibiliteit bewijst, moet leiden tot een aanzienlijk terugdringen van deze praktijk. Niet alleen omdat het wettelijk niet meer mogelijk zal zijn dit zomaar te gebruiken, maar omdat ik ook reken op de werkgevers om in te zien dat zij mensen niet op die manier op een slappe koord kunnen laten dansen”, legt De Coninck uit. Bedrijven die uitzendarbeid gebruiken als kanaal voor de aanwerving van vaste werknemers, zullen uitzendkrachten die uiteindelijk niet aangeworven worden uitleg moeten geven waarom ze geen vast contract krijgen. (ANA)