Herlees: Kim De Gelder: ‘Ik ben niet ziek, leg alstublieft uit wat mijn motief is, u kent het’

© Belga

Op de vijfde dag van het assisenproces Kim De Gelder heeft De Gelder zich verontschuldigd. Over de feiten wil hij morgen praten, zei hij tijdens een erg gespannen moment van de zitting. Herlees de liveblog van dag 5.

Liveblog assisen Kim De Gelder door Simon Demeulemeester en Eddy EerdekensLees ook:

OPINIE John Maes: Zin en onzin van straf OPINIE Piet Van Eeckhaut: Vier gedachten over het assisenhof OPINIE Piet Buysse: Hoofdstuk afsluiten om een nieuw te schrijven OPINIE Bart Tommelein: Geen mediacircus alstublieft

De vijfde dag van het assisenproces tegen Kim De Gelder is voorbij. Vandaag werd aan het hoofdstuk Fabeltjesland begonnnen. In de assisenzaal werden zware beelden getoond van de slachtoffers en de ravage in Fabeltjesland. De voorstelling van de afstapping was een schier eindeloze reeks foto’s van bloedspatten en bloedsporen op deuren en muren, van bloedplassen op de grond en bebloede kinderkleren. De ouders van het ter plaatste gedode baby’tje verlieten de assisenzaal toen de foto’s van hun kind getoond werden. Kim De Gelder keek niet naar de foto’s, behalve naar die van zijn messen.

Kim De Gelder joeg de spanning flink de hoogte in toen hij het woord nam en zei over de feiten te willen praten. Na lang aarzelen en veel hakkelen excuseerde hij zich tenslotte, en zei morgen over de feiten zelf te praten. Een lang ingehouden zucht golfde door de zaal. Meerdere advocaten van de burgerlijke partijen en familieleden van de vermoorde Elza Van Raemdonck vroegen eerder immers nadrukkelijk naar het verloop van de feiten en het motief van De Gelder. De Gelder kwam daar wat Elza Van Raemdonck betreft schoorvoetend aan tegemoet, wat het relaas van de feiten betreft althans. De ouders en familie van de slachtoffers in Fabeltjesland wacht blijkbaar hetzelfde scenario. Dat blijkt toch aan het einde van de procesdag, waarin De Gelder zijn advocaat onderbrak en hem vroeg “alstublieft” te stoppen en het motief te zeggen: “Ge weet het, ik heb het u opgeschreven.” Helemaal aan het einde van de zittingsdag toonde De Gelder zich opnieuw arrogant door te vragen of hij nog aanwezig moest zijn op het proces. “Want ik ga het Hof nog veel minachten en wil da tzoveel mogelijk vermijden.” Morgen worden beelden van een verhoor van Kim De Gelder getoond. Herlees de liveblog van dag 5:

19.26 Na de verwarde en verwarrende tussenkomst van Kim De Gelder schorst de voorzitter de zitting voor vandaag.

19.21 uur De voorzitter vraagt aan De Gelder of hij nog iets wil zeggen: “U deed daarnet teken? Meneer De Gelder?” De beschuldigde kijkt voor zich en zwijgt.
Meester Verstraeten vraagt naar het schriftelijk motief dat De Gelder zei overhandigd te hebben aan zijn advocaat.
Kim De Gelder vraagt net voor het schorsen van de zitting of hij nog aanwezig moet zijn; “Ik vrees dat ik het Hof nog veel ga minachten, en ik wil dat vermijden.”

Voorzitter Defoort: “Als u aangehouden bent in een assisenzaak dan is dat verplicht.”
Kim De Gelder: “Iederere dag?”
Voorzitter Defoort: “Ja.”
Kim De Gelder, na een stilte: “Ik heb een persoonlijke vraag. Kent u procureur Defoor?”
Voorzitter Defoort: “Van zien ja. Het is geen familie, ik ben Defoort. U moet daar niets achter te zoeken. (Na een lange stilte waarin De Gelder hem aankijkt:) Wenst u nog iets te zeggen?”
Kim De Gelder: “ja, de slachtoffers willen mijn drijfveren te weten komen, vroeg of laat, mijn advocaat weet ze. Dus als de jury vragen heeft, stel ze aan mij of mijn advocaat. Dat is alles Jaak (Haentjes, zijn advocaat, red.)

19.02 uur Kim De Gelder vraagt of hij mag onderbreken. Tegen zijn advocaat Haentjes: “Stopt er gewoon mee, ik ben niet ziek. Ik heb u mijn drijfveren gegeven, op een briefje. Je weet dat ik ze niet kan uitleggen…” Als Haentjes wil verder gaan, onderbreekt hij weer: “Leg het alstublieft uit nu, ik vrees anders dat ik het nooit meer ga kunnen doen.” Haentjes negeert zijn cliënt en gaat verder met zijn ondervraging van de onderzoeksrechter.

19.00 uur Haentjes vraagt waarom de onderzoeksrechter er niet dieper op ingegaan is dat een 20-jarige wraak wil op de wereld. “Wij hebben dat gevraagd,” zegt De Brueckere: “Hij wil wraak op zijn ouders, op de maatschappij, … Hij zei dat hij ons inzicht wou geven in zijn psyche.”

18.49 uur Meester Haentjes blijft hameren op de nagel dat Kim De Gelder “geen normale man is”.

18.43 uur Meester Haentjes heeft een vraag over de wisselende stemmingen van De Gelder: “Bent u er ooit van uitgegaan dat de persoon die recht voor u zat, dat die eigenlijk niet normaal kon denken? Dat die eigenlijk geen normaal persoon is?” De Bruecker: “Ik heb in het begin gezegd dat een verhoor geen conclusie is, maar registreren.”
Haentjes: “Heeft u dat ooit aan uw experten gevraagd? Al die verschillende antwoorden, het is soms te gek om los te lopen. Schuldig, niet schuldig, zijn ouders, wraak, geen wraak…”

18.39 Kim De Gelder schreeuwt plots “Larie!” als de onderzoeksrechter antwoordt op de vragen van meester Jef Vermassen. De onderzoeksrechter heeft het op dat moment over de vraag van De Gelder om zijn verhoorders met de voornaam te mogen aanspreken en diens bombastisch taalgebruik. Het is niet duidelijk waar De Gelder het over heeft. De onderzoeksrechter is even de draad kwijt.

18.35 uur Jef Vermassen laat de onderzoeksrechter bevestigen dat De Gelder dan wel zwijgt en weigert te antwoorden, maar wel alles registreert en “aanwezig is”. “Het is pas gekanteld als het ging over internering, en dat hij dan voor de rest van zijn leven vastzit. Dan was ’t gedaan met zotteke spelen. Mag ik dat zo formuleren?” De Bruecker: “Dat mag u.”

18.31 uur Jef Vermassen vraagt of de onderzoeksrechter de houding van De Gelder vandaag (zwijgen) herkent. “Die catatone houding ziet ik vandaag niet. Hij zwijgt gewoon, maar hij is alert, hij luistert,” aldus De Brueckere. Vermassen: “Toen was hij ook alert, hé?” De Brueckere: “Dat is gebleken.” Vermassen: “Zeer goed gebleken.”

18.29 uur Op de vraag van een jurylid of hij medicatie heeft genomen, kijkt Kim De Gelder voor zich uit. Ook een andere vraag van een ander jurylid, “Vindt u dit proces ook tijdsverlies?”, beantwoordt hij met stilte. Als hij een vraag mag stellen veert hij recht: “Vindt u mij een seriemoordenaar?” Onderzoeksrechter De Bruecker: “Die vraag moet u stellen aan de psychiater.”

18.27 uur De voorzitter vraagt aan de onderzoeksrechter: “10 maart 2009 wil De Gelder meedoen aan een reconstructie, op 24 april weigert hij. Hoe verklaart u dat? Hoe interpreteert u dat?” De Bruecker: “Als een brute weigering om mee te werken, met een uitvlucht weliswaar.”

18.18 uur De onderzoeksrechter zegt dat het duidelijk is dat De Gelder een geestesstoornis heeft. Dat college bestond uit 5 psychiaters, waarvan er 1 met pensioen ging. Van de 4 overblijvende psychiaters waren er 3 die van oordeel waren dat ondanks die persoonlijkheidsstoornis De Gelder in staat is zijn daden te controleren.

18.13 uur Onderzoeksrechter Paul De Bruecker zegt 5 deskundigen aangesteld te hebben om de verhoren bij te wonen. Die zouden hem dan advies moeten geven over de geestestoestand van De Gelder. Hij vraagt een tijdslijn van De Gelders medicatiegebruik op te stellen. Er werd eveneens een farmacoloog aangesteld, en iemand die hersenscans neemt.

18.05 uur In een verhoor heeft Kim De Gelder het over zijn depressie, zegt De Bruecker: “Hij vond dat de wereld beter af zou zijn mocht iedereen dood zijn. Die gedachten kon hij enkel verklaren vanuit zijn depressieve toestand. Hij wijst als oorzaak onder meer naar zijn ouders.”

17.58 uur Volgens De Bruecker wordt De Gelder pas concreter (hij heeft uitgebreid zijn visie op de theorie van Albert Einstein gepraat) als het over Fabeltjesland. Hij verklaarde dat opvoedster De Geyter geen bedreiging vormde voor hem.

17.53 uur De Gelder luistert voorovergeboven naar het uitgebreide verslag van zijn verhoren, waarin volgens De Bruecker “geen logische gedachtengang zit. Hij probeert zich intellectueel superieus voor te doen, bedient zich van bombastisch taalgebruik. Hij zegt slimmer te zijn, sneller analyses te maken dan zijn verhoorders.” De Bruecker zegt dat hij dat pompeuze woordgebruik als afleidingsmanoeuvre gebruikt, als er pertinente vragen gesteld worden.

17.51 uur De Gelder verklaarde dat hij de slachtoffers antwoorden wil geven, “Omdat ik het vervelend vind dat men denkt dat ik een psychopaat ben. Ik ben dat niet, ik kan mij inleven in mensen.” De Gelder verklaarde ook dat hij toelichting wil geven, maar op voorwaarde dat er geluisterd wordt naar hem. “Alleen dan kunnen ze mij begrijpen. Ik denk zelf dat ik geestelijk ziek ben, dat ik een geestelijke stoornis heb.”

17.45 uurPaul De Bruecker leest voor uit een brief van De Gelder die hij tijdens een verhoor voorlas: “Ik wasmijn leven beu omdat ik geen uitzicht op een toekomst had. Dus had ik niets te verliezen. Ik zat al geringe tijd met de fantasie in mijn hoofd om mensen te vermoorden. Omdat ik niets te verliezen had, kon ik die fantasie uitleven.” Hij kan die drang echter niet uitleggen: “Soms denk ik, als ik die mens zo of zo benader, dan kan ik die vermoorden. Waarom vermoorden, en niet iets anders, dat weet ik niet. Ik probeerde zelfmoord te plegen, maar dat lukte niet. Du sdacht ik dat ik mijn fantasiën moest uitleven. Maar het plegen van die moorden, dat gaf mij een rotgevoel.”

17.42 uur Eind maart, begin april 2009 legt De Gelder opnieuw elkaar tegensprekende verklaringen af over zijn motief.

17.39 uur Onderzoeksrechter De Bruecker zegt dat De Gelder “angstig, in paniek” was toen hij het huis van de net vermoorde Elza Van Raemdonck verliet. “Hij verklaarde dat hij enerzijds bang was dat iemand hem gezien had. Anderzijds was er weer die drang: ‘Ik kan daar gewoon niet goed tegen, dat ik iemand vermoord had.'” Toch zal hij ook nog verklaren dat hij meer mensen wilde vermoorden. Later drukt hij dan weer zijn spijt uit over de moorden.

17.27 uur De Gelder sprak aldus De Bruecker over een oncontroleerbare drang: “Ik wilde dat niet doen, maar ik kon dat niet tegenhouden.” Er kwamen echter ook emoties, zegt De Bruecker, zonder dat daar naar gevraagd werd: hij zei aan die kinderen te denken, en de man van de vermoorde vrouw.

Kim De Gelder was heel verward, zo blijkt: hij voelde zich slecht door wat hij gedaan had. Maar hij was ook kwaad omdat hij tot dan toe “zo weinig had gedaan om wraak te nemen.”

17.24 uur Kim De Gelder schuift het in verklaringen op zijn ouders dat hij toch is verder gegaan met zijn moordplannen. Hoe voelde De Gelder zich tijdens de voorbereidingen? “Gewrongen, ik wist wat ik deed, maar ik wilde het niet. Ik was ook in de war, ik wist wat er ging gebeuren, maar ik kon er niets aan doen.” Omdat zijn ouders hem dagelijks belden en sms’en stuurde, dacht hij: “Ik ga er mee verder, er is geen andere uitweg.”

17.20 uur De Bruecker citeert De Gelder: “De laatste keer dat ik probeerde mij te laten helpen was het bezoek aan de psychiater die mij uitlachte waar mijn ouders bij waren. Daarna heb ik dat niet meer geprobeerd. Ik had mij beter laten helpen toen ik weer wilde moorden.”

17.18 uur De Bruecker: “Een maand na de feiten zegt hij gelogen te hebben over de stemmen, omdat hij zo hoopte geïnterneerd te worden. Hij geeft ook een motief: wraak tegen de maatschappij. ‘Ik was echt heel kwaad op alle mensen in de wereld. Ik wou er zoveel mogelijk vermoorden, omdat dat het ergste is dat je kan meemaken.’ Hij zei dathij bij het ouder worden geen mensen meer wilde vermoorden, maar dat hij wel moest. Hij geeft aan dat hij zijn ouders ook wilde vermoorden. Later ontkent hij dat.”

17.16 uur “Over de feiten in de Galgstraat zegt hij: ‘Ik zag een oude vrouw liggen, levensloos. Ik had het vermoeden dat ik er iets mee te maken had.'” Ook over de feiten in Fabetjesland doet hij dergelijke verklaringen.

17.13 uur Er wordt een doorbraak bereikt als De Gelder de feiten bekend, maar met een groot voorbehoud: “Hij zegt dat hij stemmen hoorde die hem die moorden opdrongen. Ze zeggen hem om zich te vermommen, zijn haar te kleuren en een valse identiteit aan te namen.’Op die plaats wonen slechte mensen,’ zouden die stemmen hem zeggen over de Galgstraat . Over de crèche zeiden die stemmen: ‘Die kinderen zijn ongelukkig.’ Later zal hij zeggen dat die stemmen verzonnen zijn.”

17.12 uur De Bruecker zegt dat De Gelder geniet van de aandacht: “Hij zei: ‘Waarom zou ik spreken, dan komen jullie niet meer?'”

17.09 uur “Ik zeg dat ik niets weet, ik weet niet waar je het over hebt. Ik heb daar geen verklaring voor.” De Gelder ontkent dat hij de moordenaar is; aldus De Bruekcer: “Dat kan niet. Ik zou dat gewoon niet kunnen. Twee kindjes vermoorden, wie kan dat nu.” De Gelder reageert niet op krantenfragmenten over zijn daden.

17.04 uur De Bruecker beschrijft de ‘katatone’ houding van De Gelder. De Gelder vraagt later zelf om met De Bruecker te praten. “Daar praat hij, huilt hij, zegt hij dat hij zo snel mogelijk wou verhuizen, weg van zijn ouders.” Over de feiten is hij verward: “Men zegt dat ik dat gedaan heb, ik weet het niet.” De Bruecker herhaalt wat eerder gezegd is, dat de passieve houding van De Gelder een verdedigingsmechanisme is. Dat heeft De Gelder zelf verklaard. Volgens De Breucker is De Gelder zich wel bewust van de ernst van de feiten. Hij wil voor de rest van zijn leven in de gevangenis zitten, maar niet praten over de feiten. “Dat stuk van het verhoor zal u morgen te zien krijgen.”

17.00 uur Paul De Bruecker overloopt de overhoren: “Na het bekennen van de feiten, ontkent hij en steekt hij het op ‘de stemmen’. Daarna zegt hij het eigenlijk niet te weten. Nog later heeft hij het over een depressie en over wraakgevoelens. Later zijn die er niet meer.”

16.54 uur Paul De Bruecker somt de voorbereidingen van Kim De Gelder op: “Bedoeld om niet herkend te worden, vertrouwen te winnen (bijvoorbeeld de valse identiteit als controleur van een watermaatschappij bij Elza Van Raemdonck, red.) en uit de handen van de politie te blijven.”

16.45 uur De zitting hervat voor de laatste getuige van vandaag, onderzoeksrechter Paul De Bruecker.

16.35 uur De zitting wordt 10 minuten geschorst.

16.31 uur Kim De Gelder zwijgt, twijfelt, houdt de micro vast. In de zaal hangt een spanning, de voorzitter wacht af, meester Haentjes bekijkt zijn cliënt. Kim De Gelder: “Vindt u het goed als ik het…” Voorzitter: “Zegt u het maar.” Kim De Gelder: “Ik weet niet of ik toestemming moet vragen. Is het goed als ik nu… of morgen… zeg wat er gebeurd is?” Voorzitter: “Zegt u maar.” Kim De Gelder: “Ik twijfel te veel om met zekerheid te zeggen wat zich daar heeft afgespeeld. Dus ik zou… (lange stilte) Ik wil nu, ik wil nu gewoon, op dit moment nu ik er de kans voor heb, nu die mensen er zitten, mijn excuses aanbieden voor wat zich heeft afgespeelt. Dat is alles wat ik nu wil zeggen.”Voorzitter: “Over de feiten zelf wenst u niets te zeggen voor het ogenblik?” Kim De Gelder, na een lange indringende stilte: “Ik zal wachten tot morgen.”

16.27 uur Kim De Gelder neemt het woord, en zegt na een stilte: “Ik… (stilte”
Voorzitter: “Wenst u te antwoorden op een vraag of iets te zeggen?”
Kim De Gelder: “Ik zou nu… Graag allemaal proberen uitleggen wat er zich heeft afgespeeld… (stilte)”

16.23 uur Vermassen pikt in op die vraag van de openbare aanklager: “Ook waar Korneeltje lag, was toch genoeg ruimte?” Ook dat bevestigden de onderzoekers. Vermassen wil nog weten of er dna-sporen zijn gevonden op het mes met de afgebroken punt, “zijn lievelingsmes”. De onderzoekers konden enkel sporen van een ander slachtoffer vinden. Kim De Gelder bekende eerder wel al dat ook Elza Van Raemdonck met dat mes gedood werd.

16.20. uur De openbare aanklager neemt het woord: “Op een gegeven moment is Kim De Gelder in paniek geraakt, zegt hij. Hij wou buitengeraken. Maar uit die foto’s blijkt dat die babyspeelzaal, en de andere plaatsen, toch wel zeer ruim waren. Wie daar in paniek wil buitenraken, heeft dus plaats genoeg en moest geen mensen wegruimen of -stampen. Kan u dat bevestigen?” De onderzoekers bevestigen.

16.19 uur Op de kleren van Kim De Gelder, gevonden in zijn zwarte rugzak, werden sporen van zichzelf en opvoedster Rita Van Geyter gevonden. Zij was de eerste die Kim De Gelder zag in Fabeltjesland.

16.15 uur Ook de spullen uit het appartement van Kim De Gelder werden onderzocht. In de vezelplaat waarop Kim De Gelder een figuur had getekend om steek- en snijbewegingen op te oefenen, is een scherp stuk metaal gevonden. In de keukenla vonden de onderzoekers een keukenmes, identiek aan de twee die in Fabeltjesland gevonden werden. Daarvan was de punt afgebroken. Er was geprobeerd daar een nieuwe punt aan te maken.

16.09 uur De zitting is weer geopend. De technische vaststellingen gedaan op de plaats van de feiten en in het laboratoruim worden verder voorgesteld. De messen van Kim Gelder worden getoond. Het mes met de afgebroken punt meet 11,8 cm lang en heeft een snijvlak. Daarop werden sporen van de later gestorven baby gevonden. Het tweede mes was identiek, maar intact. Op het heft werden sporen van Kim De Gelder aangetroffen. Het derde mes werd in de rugzak van de beschuldigde gevonden. Ook op dat heft werden sporen van hem gevonden, op het lemmet die van een slachtoffer. In de rugzak zat ook nog een bijl, op dewelke sporen van De Gelder zijn gevonden.

15.48 uur De zitting wordt een kwartier geschorst.

15.45 uur De afstapping van Fabeltjesland is een schier eindeloze reeks foto’s van bloedsporen, bloedspatten, bloedplassen en bebloede kledij in het kinderdagverblijf.

15.25 uur Kim De Gelder kijkt niet naar de foto’s uit Fabeltjesland. Hij staart voor zich uit. Hij zou wel opgekeken hebben naar de foto’s van zijn messen.

15.13 uur Bebloede latexhandschoenen en kledij werden ook gevonden buiten het kinderdagverblijf.

15.09 uur De foto’s van de tuin van Fabeltjesland tonen twee forse keukenmessen van Kim De Gelder. Een van die messen heeft een afgebroken punt.

15.00 uur De babyspeelzaal waar het overleden baby’tje gevonden werd, wordt behandeld. De voorzitter en de onderzoeker waarschuwen nogmaals voor het schokkend karakter van deze foto’s.

14.45 uur Je kan een speld horen vallen in de assisenzaal terwijl de foto’s van Fabeltjesland getoond worden.

14.36 uur De mensen van het afstappingsteam dat in Fabeltjesland de vaststellingen deed, tonen foto’s van Fabeltjesland. Er zijn bloedspatten te zien en bebloede kinderkleren.

14.24 uur Jann Hebb, Ilse De Waele, Guy Brul en Paul De Bruecker (onderzoeksrechter) hebben deelgenomen aan de afstapping (op de plaats van een delict of een ongeval waarnemingen gaan verrichten, red.) van Fabeltjesland en lichten de technische vaststellingen toe. Zij vonden bij aankomst twee overleden slachtoffers: één vrouw en één baby. De andere overleden baby stierf later.

14.20 uur De zitting wordt hernomen. Voorzitter Koen Defoort waarschuwt nog eens dat de foto’s pijnlijk kunnen zijn. Volgende getuigen zullen het onderzoek in Fabeltjesland toelichten: Jan Hebb, Ilse De Waele, Guy Brul en Paul De Bruecker.

12.47 uur De zitting wordt geschorst tot 14u.

12.42 uur Een jurylid vraagt of de plaats van arrestatie op de route richting een ander doelwit ligt. De Geest kan daar niet meteen op antwoorden, meester Haentjes vraagt of wijkagent De Mey daar kan op antwoorden.

12.30 uur Meester Vermassen vraagt aan Luc De Geest of er iets verwarrend is aan de routes die in de rugzak van De Gelder gevonden zijn. De Geest bevestigt.
Vermassen: “In die rugzak zit niets waarmee je hem kan identificeren?”
De Geest: “Qua identiteit zat daar niets in, wel enkele aanwijzingen naar woonplaats.”
Vermassen: “Geeft die rugzak u de indruk dat die samengesteld is door een rationele mens?”
De Geest: “Wij doen de vaststellingen, niet de conclusies daarbij.”
Vermassen: “Juist, dat zal de jury doen. In de rugzak zaten ook twee vellen pleisters. Schrok u daarvan? Die waren niet om de slachtoffers te verzorgen.”
De Geest: “Ik benadruk nog eens…”
Vermassen: “Juist, objectiviteit. Zo hoort het in uw vak.”

12.17 uur De laatste getuige van de voormiddag, Luc De Geest, praat over het onderzoek van de rugzak van Kim De Gelder.

12.15 uur Net voor de laatste getuige van de voormiddag komt, vraagt De Gelder naar de voornamen van De Mey en Hofman: “Ik zou ze graag nog aanschrijven in de toekomst.”

12.11 uur Kim De Gelder tegen De Mey: “Ik ga niet meteen spreken over drijfveren, maar euh… (stilte) Klopt het dat u grijnsde toen u uw vuurwapen op mij richtte?”
De Mey: “Ik heb niet gegrijnsd, maar hij kon niet zien dat ik mijn wapen trok, misschien heeft hij in mijn blik…”
Kim De Gelder onderbreekt hem kort en krachtig: “Mijn vraag is beantwoord. Mijn vraag is beantwoord.” De voorzitter zegt hem dat hij de getuige moet laten uitspreken.

12.04 uur Haentjes vraagt aan De Mey: “Uit het verhaal van meneer Polfliet blijkt dat hij nog steeds bijzonder onder de indruk is van wat zich heeft afgespeeld. Ik meen dat dat voor de andere mensen ook geldt. Hebt u als persoon die hem als eerste heeft gezien kort na de feiten, hebt u zich de bedenking gemaak: ‘Hoe is het mogelijk dat iemand een uur na zo’n ravage aangericht te hebben, 20 jaar oud!, mij zo rustig toespreekt.’ U mag daar vrij op antwoorden, als u dat niet gedacht heeft, dan neem ik u dat niet kwalijk.”
De Mey: “Ik heb mij toen die vraag niet gesteld, ik deed mijn werk.”
Haentjes: “En achteraf? Heeft u niet stilgestaan bij de emoties van De Gelder, dat hij zo rustig was, wat stond te glimlachen. Het is een bedenking die ik mij maak over dat contrast.”
De Mey: “Achteraf is de vraag veel gesteld: ‘wat als?’ Tegen mij heeft hij geen weerstand geboden, hij deed wat ik vroeg. Wat als er wel een confrontatie zou geweest zijn?”
Haentjes: “U hebt mijn vraag niet goed begrepen, denk ik. Iedereen was onder de indruk, maar diegene die het gedaan heeft is heel rustig, die blijft rustig bij vragen, die moet toch op dat moment beseft hebben: ‘Ik heb daar in die crèche verschrikkelijke dingen gedaan, ik ben gepakt.’ Heeft u die bedenking niet gemaakt, mij valt dat contrast op.”
Voorzitter: “Het is de derde keer dat u dat vraagt, het is duidelijk.”
De Mey: “Tijdens de controle was ik niet 100 procent zeker dat hij de dader was. Ik deed een controle zoals ik er veel deed. Zijn houding en gedrag vond ik wel verdacht. Hij stelde geen vragen, stopte, stapte van zijn fiets. Dat was raar, normaal blijft een jongeman op zijn fiets zitten als we die doen stoppen. Ook als ik zei dat hij tegen de muur moest gaan staan, deed hij dat gewoon. Ik voelde wel: ‘Hier klopt iets niet’.”
Vermassen: “Hij had wel een emotie: hij glimlachte. En: u heeft eerder geen massamoordenaars tegengehouden, u herkende dus niet die typische emotieloosheid. Dat zijn geen mensen zoals wij.”

11.58 uur Vermassen richt zich tot de voorzitter. “De beschuldigde heeft een nummer opgevoerd omdat ze hem pijn gedaan hebben. Waarom heeft hij dat gezegd? En hoorde dat bij die show?”
Kim De Gelder: “Momenteel kijk ik anders terug op de feiten. Ik zal geen onderscheid meer maken tussen een vuurwapen en een steekwapen. En uit respect voor die meneer daar zal ik niet antwoorden op die vraag.”
Voorzitter: “Ja, maar dat is de vraag niet.”
Haentjes: “Laat hem alstublieft antwoorden! Als u een vraag stelt en hij antwoordt dan onsamenhangend, laat hem dat dan doen.”
Vermassen: “De voorzitter heeft het recht om gerichte vragen te stellen.”
Voorzitter: “Ga eens zitten allebei. Meneer De Gelder, heeft men u pijn gedaan?”
Kim De Gelder: “Ik zou mijn verontschuldigingen willen aanbieden… Aan alle politieagenten in de maatschappij.”
Voorzitter: “Omdat ze u niet pijn gedaan hebben?”
Kim De Gelder: “Ik maak geen onderscheid meer tussen een vuurwapen en een steekwapen.”
Voorzitter: “Ja, ’t is goed, ga maar zitten.”

11.53 uur Meester Vermassen komt terug op de arrestatie: “Hij antwoorde niet op zijn naam. Maar wel op de vraag naar zijn adres. Moest hij lang nadenken over dat, weliswaar valse, adres? Kon hij vlot antwoorden?”
De Mey: “Mja, dat ging tamelijk vlot.”
Vermassen: “Kon je er contact mee maken?”
De Mey: “Ja, maar hij bleef wel in die vreemde toestand.”
Vermassen: “Ja, dat heeft drie dagen geduurd. We weten dat hij drie dagen een nummer heeft opgevoerd, omdat hij – zo beweerde hij – met zijn hoofd tegen de muur gegooid werd en bewusteloos was. Was dat zo?”
De Mey: “Noch ik noch mijn collega’s hebben hem tegen de muur geboeid. En hij is niet bewusteloos geweest.”
Vermassen: “Wie bewusteloos is, blijft ook niet rechtstaan, hé.” Vermassen vraagt of hij het correct samenvat als een man waarmee contact kon gemaakt worden.

11.52 uur Een jurylid vraagt aan De Mey of De Gelder de indruk gaf tevreden of opgelucht te zijn toen hij gesnapt was. “Hij heeft eigenlijk niets gezegd.”

11.50 uur Voorzitter Defoort leest voor uit een verslag dat Kim De Gelder wezenloos voor zich uitkeek, tranenloos snikte toen zijn ouders ter sprake kwamen en wegkeek.

11.47 uur De foto’s die van Kim De Gelder genomen zijn in het ziekenhuis tonen een rustig iemand. Hofman: “We vroegen of we iemand van zijn familie moesten verwittigen, maar daar reageerde hij niet op. hij heeft een beetje gesnikt, maar geen tranen gelaten. Hij keek weg, heeft geen oogcontact gemaakt. Hij reageerde ook niet op onze vraag om mee te komen. Dus hebben we hem naar de combi gedragen om hem over te brengen naar het kantoor van de Federale Gerechtelijke Politie (GFP) in Aalst.”

11.44 uur Hofman: “De Gelder keek mij niet aan toen ik hem vragen stelde.We hebben hem achter twee elektriciteitskasten geplaatst, om hem aan het zicht te onttrekken. Toen we hem spoorbewsut fouillieerden – dus met handschoenen aan – reageerde hij ook niet, ook al zeiden we alles wat we aan het doen waren. Om 11.45 uur is een ambulance en de MUG toegekomen.”

11.41 uur Hoofdinspecteur van de recherche Kurt Hofman: “Iedereen wou weten of hij de dader was. De scholen gingen bijna dicht, en er waren veel ouders en grootouders op weg om hun kinderen op te halen.”

11.38 uur Wijkinspecteur De Mey verklaart dat De Gelder zonder weerstand te bieden tegen een gevel is gaan staan.

11.30 uur Wijkinspecteur Patrick De Mey en hoofdinspecteur van de recherche Kurt Hofman getuigen. De Mey: “Ik reageerde met ongeloof toen ik het hoorde. Ik heb me meteen naar daar begeven om te patrouilleren en de verdachte op te sporen. Zijn persoonsbeschrijving kwam binnen, terwijl ik de veldwegen inspecteerde – aangezien hij met de fiets was. Ik ben de school in de buurt gaan verwittigen. Om 11u25 kruiste ik een jongeman op een mountenbike, die ik totaal niet kende en die ik nooit had gezien in de wijk. Hij had rost haar en een zwarte jas.
Voorzitter: “Ik onderbreek u even: had die man een kap op?”
De Mey: “Geen muts of kap. Toen ik hem aanmaande te stoppen, deed hij dat meteen. Hij had wijdopengesperde ogen, zijn blik stond op oneindig en hij had een lichte glimlach op zijn lippen.”

11.25 uur Meester Haentjes komt terug op de opmerking wat zou gebeurd zijn indien De Gelder niet gevat was. “Het is ondenkbaar dat dat zou gebeurd zijn. Als iemand, die dergelijke feiten op een doordachte manier pleegt, gaat hij dan de plaats delict verlaten met die specifieke kenmerken – zoals zijn haar en kledij, dat door iedereen gezien werd en herinnerd? Als je doordacht te werk gaat, kom je dan niet buiten met een muts?”
Boterberg: “Bij het verlaten van Fabeltjesland had hij een kap aan, dus hij had wel zijn voorzorgen genomen. Het kleine plukje haar die onder de kap kwam, was de kleinste aanwijzing voor de wijkagent.”
Voorzitter De Foort: “Hij had ook een schoonheidsvlekje aangebracht en had een bril op. Die zouden bij een eventuele robotfoto te zien zijn geweest.”
Vermassen: “Klopt het niet dat hij zich weggestoken had toen hij de sirenes hoorde en het plan had om ergens iemand te vermoorden om zich daar te verschansen. Van doordachtheid gesproken?”
Procureur: “Ik zou in lijn daarin willen vragen, meneer Boterberg, of het al voorgekomen is dat een dader douchte op de plaats van de feiten en er zijn haar kleurde?”
Boterberg: “Neen, het duurt ook lang om uw haar te kleuren.”
Haentjes: “Hij heeft inderdaad voorzorgen genomen ervoor, maar tijdens de feiten heeft hij niet doordacht gehandeld. Getuige daarvan dat hij in de verkeerde weg vluchtte.”
Vermassen: “We gaan niet pleiten toch? Maar was hij niet van plan om de dag erna naar Harelbeke te gaan om er dokters af te slachten? Van doordachtheid gesproken!”
Voorzitter: “Meester Vermassen, we gaan niet pleiten vandaag.”

11.20 uur Meester Ann Van De Steen vraagt aan Kim De Gelder wat hij wou doen met de doelwittenlijst: “Wat was het doel van doelwitten 1, 2 en 3 en het vermelde aantal mensen daar?” De voorzitter stelt de vraag aan De Gelder.
Kim De Gelder: “Ik kan u daar een antwoord op geven, maar dan zou ik mijzelf alleen maar dieper in de put steken.”

11.18 uur Voorzitter Defoort vraagt welke elementen naar Kim De Gelder zouden verwezen hebben, was De Gelder thuis geraakt en kon hij zijn fiets herspuiten en zijn haar opnieuw kleuren. Boterberg: “Ik hield mijn hart vast mocht dat gebeurd zijn. Er waren wel materiële sporen, bloed en vingersporen, maar we konden dat met niets vergelijken.”
Voorzitter: “Jullie hadden dus niets?”
Boterberg: “Er was niet zo veel. Ook zijn ouders was geen spoor, hij had geen contact meer met zijn ouders. Neen, het is echt een geluk geweest dat hij opgepakt werd.”

11.15 uur Boterberg: “Er kwamen veel meldingen van getuigen binnen die het over Batman en Joker hadden.” Kim De Gelder leek op dat laatste personage door zijn schmink en zijn vreemde haarkleur.

11.09 uur Boterberg: “Op 24 januari konden we een eerste bilan opmaken en hadden we aanwijzingen voor de feiten in Fabeltjesland en de moord op Elza Van Raemdonck. Op zijn laptop vonden we routebeschrijvingen naar de Galgstraat, waar Elza Van Raemdonck woonde.”

11.07 uur Boterberg vertelt over de huiszoeking in het appartement van Kim De Gelder: “Het was opvallend hoe zeer beperkt de inrichting was.” Ook bij de ouders werd diezelfde dag een huiszoeking gehouden. “De ouders herkenden meteen hun zoon op de foto die genomen werd in het ziekenhuis. Zij geven informatie over hun zoon: dat hij alleen woonde en alle contact had gebroken.”

10.49 uur Boterberg: “Het was meteen duidelijk dat dit uitzonderlijke feiten waren, die uitzonderlijk moesten aangepakt worden. Het was in een kindercrèche, er waren meerdere slachtoffers, een onbekend aantal. Daarbij kwamen de bijzondere omstandigheden; sirens, er was geen gsmverkeer mogelijk, het verkeer werd gestremd: dat zorgde voor een onveiligheidsgevoel. Er was chaos en paniek in de stad. Op de plaats van de feiten kwamen ouders toe, sommigen met kinderen in de armen, hulpverleners liepen rond. Het was een zeer groot plaats delict, met veel bloedsporen. Ik heb daarom onmiddelijk beslist om met crisismanagement te werken. De ‘normale werkaamheden’ werden opgeschort, we hebben exclusieve communicatielijnen ingeschakeld.”

10.48 uur Volgens Luc Boterberg had De Gelder een document bij met daarop drie doelwitten, en daarbij geschreven hoeveel kinderen aanwezig waren op die plaatsen. De Gelder had ook een routeplan bij.

10.46 uur Luc Boterberg zegt dat het opvallend was hoe Kim De Gelder “bleef zwijgen, en apatisch was” bij zijn arrestatie en tijdens het medische onderzoek.

10.38 uur Commissaris Luc Boterberg, gerechterlijk directeur van de federale gerechtelijke politie Dendermonde doet verslag van de eerste onderzoeksverrichtingen van 23 januari 2009 tot 27 januari 2009.

10.35 uur Polfliet: “Ik begrijp de vraag niet. Veel te veel slachtoffers. Ik kan de lijst aflezen, ik had mij daar niet op voorbereid.” Hij leest de lijst slachtoffers voor, waarop voorzitter Defoort vraagt of dat volstaat voor Kim De Gelder.
Kim De Gelder: “Ik had gevraagd om er een nummer op te plakken.” De voorzitter geeft de cijfers.
Kim De Gelder: “Nogmaals, ik heb geen kinderen. Ik wil de burgerlijke partijen niet schofferen, maar als je aan uw kinderen wil uitleggen wat de gevangenis is, dan kan je zeggen dat het een plaats is waar gevaarlijke mensen, zoals ik, onschadelijk gemaakt worden. Als dat u kan helpen.”
Polfliet antwoordt: “Dat zal mij niet helpen, hoor.”

10.31 uur Kim De Gelder vraagt of hij nog eens mag onderbreken. “Ik weet niet wat het is om kinderen te hebben. Ik weet dat niet. Ik moet geen raad van u hebben, gij zijt veel wijzer dan ik. Als u een probleem hebt met een vuurwapen, ja sorry dat ik daar zo blijf op hameren, ik heb ook euh… (stilte).”
Voorzitter: “Wenst u eerst dat meneer Polfliet het aantal slachtoffers voor u opsomt?”
Kim De Gelder: “Ik wens gewoon te weten, sorry dat ik het zo uitdruk, dat komt heel egoïstisch over… (stilte) Ik wil gewoon dat u er een nummer op plakt, simpel gezegd.”

10.29 uur Zitting wordt heropend. Meester Haentjes vraagt dat meneer Polfliet terugkomt, omdat Kim De Gelder hem een vraag wil stellen. Kim De Gelder: “Ik wil u iets uitleggen en ik zal daar beeldspraak voor gebruiken. Ik zal nog genoeg katten te geselen hebben in de tijd dat ik opgesloten ben. Maar ik heb ook moeite met bepaalde zaken. Mijn advocaat ziet dat door te zien hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Mijn vraag aan u is: hoeveel slachtoffers zijn er voor u gevallen, en kan u ze allemaal opsommen?”

10.07 uur Voorzitter Koen Defoort schorst de zitting 10 minuten.

10.02 uur Meester Filip Van Hende vraagt de politieagenten naar het geluid op die dag. Polfliet: “Bij aankomst hoor je wenen, maar in het gebouw hing een ijzige stilte. Daar loop je op een andere planeet, je moet overlichamen stappen, over bloedvlekken.”

09.56 uur Meester De Mulder, die hoofdinspecteur Rogiers vertegenwoordigt, zegt dat zijn cliënt PTSS (post traumatisch stress syndroom) heeft overgehouden aan die dag. “Hij is nog 40 procent werkonbekwaam.” Rogiers was ook een van de eersten die ter plaatse was.

09.53 uur Lucien Van De Winckel zegt dat het hem gesterkt heeft dat ze zo snel de dader hebben kunnen vatten. “De wijkagent heeft, zonder te weten wie het was, die man kunnen vatten. Ik was heel fier op hem. De collega’s hebben prachtig instinctief gereageerd op die indrukwekkende chaos van krijsende kinderen die afgevoerd moesten worden. Dat zijn beelden die je niet kwijtraakt. Ik heb meer dan 30 jaar dienst, heb veel meegemaakt, onder meer de Bende van Nijvel, maar deze beelden raak ik niet kwijt.”

09.49 uur Polfliet getuigt over hoe het voor hen was die dag, op vraag van meester Virginie Cottyn: “Als mens probeer je afstand te nemen, om die man te vinden. Je moet letterlijk over kinderen stappen. Je moet afstand proberen nemen, maar het is moeilijk om dat uit te schakelen. Je staat echt scherp en bent geconcentreerd, terwijl je een verschrikkelijke situatie meemaakt. Je kan dat niet onder woorden brengen, je moet dat een plaats geven. Ik ben niet thuisgebleven, ik ben blijven werken. Iedereen doet dat op zijn manier. Ik heb twee jaar flashbacks gehad. Het kan lachwekkend klinken, maar dat was telkens als ik vis rook. Ik kon dat niet plaatsen, tot ik las dat het een vrijdag was. In die keuken stonden de microgolfovens op ontploffen, daar zal vis in gezeten hebben.”

9.49 uur Lucien Van De Winckel: “Het heeft inderdaad misschien wat lang geduurd, maar dat was de beste manier. Beter wat langer werken, maar dan de juiste kinderen bij de juiste ouders afgeven.”

09.47 uur Polfliet: “Dat moeten vreselijke uren geweest zijn voor die ouders. Als je zelf kinderen hebt, dan…”

09.44 uur De voorzitter vraagt hoe de kinderen geïdentificeerd werden. Polfliet: “Dat is vooral het werk geweest van de medische discipline.” De kinderen kregen een gekleurd kaartje: een rood betekende dat ze in kritieke toestand waren, een groen dat ze lichtgewond waren. Er werden foto’s getrokken van de kinderen, om aan de ouders te tonen. Dat werd ook nog gedaan in het ziekenhuis. Die foto’s werden dan aan de ouders getoond in De Zonnebloem, waar ze opgevangen werden.

09.43 uur Lucien Van De Winckel zegt dat sommige collega’s nog steeds onder de indruk zijn van de feiten, “zeker dezer dagen.”

09.36 uur Om 11.35 krijgen ze de melding dat de verdachte gevat is. Ze krijgen dan nog de valse naam (“Verbeeck”) en het onbestaande adres (“Bakkerstrtaat 101” van Kim De Gelder.

09.35 uur Lucien Van De Winckel: “Om 11uur kwam de burgemeester Piet Buysse ter plaatse. Ook de Procureur des Konings is dan aangekomen, net als de Substituut. Ondertussen werden de slachtoffers en aanverwanten in een naburige herberg ondergebracht.”

09.30 Lucien Van De Winckel: “Om 10.22 uur kreeg ik de eerste melding van de feiten. Een collega, die enorm in paniek was, meldde dat er ook dodelijke slachtoffers konden zijn. Ik heb afgesproken met de zonechef dat hij de coördinatie zou doen in ons bureau en ik op de plaats van de feiten. De toestand daar was inderdaad een ware chaos. De collega’s hebben instinctief heel professioneel gehandeld: eerst hulpverlening aan de slachtoffers en in tweede instantie de opsporing. Dat heeft geresulteerd in de snelle arrestatie van de dader.”

09.27 uur Danny Polfliet: “Ik bleef met de schrik zitten dat de dader nog in het gebouw was. Niemand had een vuurwapen gehoord. Uit literatuur weten we dat zo’n daders vaak zelfmoord plegen.”

09.26 uur Danny Polfliet: “Middenin de ruimte lag een plas bloed met daarin een baby. Die zag heel bleek. Ik ben geen deskundige, maar ik was vrij zeker dat het dood was. Ik ging verder en kwam in de keuken. Daar zag ik een oude dame, voorovergebogen op haar knieën. Aan haar houding te zien, leek ze ook overleden. Ik heb onmiddelijk de mensen van de 100 verwittigd.”

09.22 uur Danny Polfliet doet het relaas van de situatie: “Mensen weenden, baby’s waren bebloed, volwassenen liepen rond of zaten op een stoel. Dat is niet voor te stellen.” Een kinderverzorgster, die zwaar gewond op de grond lag, doet een persoonsbeschrijving: “Rost-koperkleurig haar, wit geschminkt gezicht, met de fiets. Het was voor haar een onbekende man.”

Het was dan nog onduidelijk of de moordenaar nog in het gebouw was: “Ik ben meteen het gebouw ingegaan, niet wetende wat ik zou aantreffen.”

09.18 uur De eerste getuigen van vandaag: Danny Polfliet en Lucien Van De Winckel, de politieagenten die de eerste vaststellingen deden in Fabeltjesland. Zij kregen het volgende bericht binnen via dispatching: “Vijfde Januaristraat Dendermonde een kinderdagverblijf: er is daar een man binnengelopen met een mes en die zou daar iedereen aan het neersteken zijn.” Om 10u27 zijn ze ter plaatse, ze constateren “totale chaos”.

09. 16 uur De voorzitter waarschuwt dat vandaag mogelijk schokkende foto’s worden getoond uit Fabeltjesland.

09.15 uur De zitting wordt geopend. Er zijn opnieuw enkele nieuwe burgerlijke partjen.

09.05 uur In de zaal zitten al advocaten en burgerlijke partijen

09.03 ‘Het wordt vandaag de moeilijkste dag’ (Advocate kinderverzorgsters) Het wordt donderdag “de moeilijkste dag” op het proces van Kim De Gelder, zo verklaarde advocate Ann Van De Steen voor aanvang van de zitting. Het zal gaan over de feiten in Fabeltjesland, waar De Gelder twee baby’s en een 54-jarige vrouw ombracht. In de voormiddag getuigen de politieagenten die op 23 januari 2009 de eerste vaststellingen deden, net als de agenten die De Gelder arresteerden. In de namiddag komen leden van het afstappingsteam en de onderzoeksrechter aan het woord over het drama.

09.00 uur Goeiemorgen. Welkom bij de liveblog van Knack.be over de vijfde dag van het assisenproces Kim De Gelder.

Herlees: Als ik Kim De Gelder tegenkom, dan nijp ik hem dood

Herlees hier de liveblog van de eerste zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder

Herlees hier de liveblog van de tweede zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder

Herlees hier de liveblog van de derde zittingsdag van het assisenproces Kim De GelderHerlees hier de liveblog van de vierde zittingsdag van het assisenproces Kim De Gelder

Op de vijfde dag van het assisenproces Kim De Gelder gaat het over de moorden op twee baby’s en een opvoedster in het kinderdagverblijf Fabeltjesland in Dendermonde.

In de getuigenbank nemen onder meer de agenten plaats die de eerste vaststellingen deden en de politiemannen die Kim De Gelder oppakten. Ook onderzoeksrechter Paul De Bruecker zal zijn werk toelichten.

Tot nu toe heeft Kim De Gelder zich vreemd en soms bizar gedragen tijdens de zitting. Hij is voor lange periodes afwezig, luistert niet naar wat er gezegd wordt, zwijgt heel veel en wil dan plots toch vertellen over wat hij heeft gedaan. Hij heeft de voorzitter voor schut gezet en later gezegd dat hij van plan was geweest om zich daarvoor te excuseren.

Tijdens de getuigenissen van de kinderen van de door hem vermoorde Elza Van Raemdonck heeft hij gezegd dat de moord vijf minuten duurde, dat zijn slachtoffer zich heeft verweerd en dat ze riep van de pijn.

Kim De Gelder heeft woensdag opnieuw een ander deel

van zijn persoonlijkheid laten zien. Hij gaf de nabestaanden van

Elza Van Raemdonck meer duidelijkheid over hoe hij de vrouw ombracht en verontschuldigde zich bij de voorzitter omdat hij zich eerder boos maakte.

De Gelder weigerde dinsdag nog uit te leggen wat er zich op 16 januari 2009 juist heeft afgespeeld in de slaapkamer van Van Raemdonck. Een dag later bleef hij eerst opnieuw stil, maar na een vraag van een jurylid en een smeekbede van een dochter van Elza, gaf hij toch uitleg. “Ze heeft zich fel verweerd tegen de bewegingen die ik maakte”, stelde hij.

Woensdagnamiddag verontschuldigde De Gelder zich bij de voorzitter. “Ik wilde mij gisteren al excuseren tegenover u, omdat ik kwaad geworden ben”, sprak de beschuldigde.

Uit alle getuigenissen bleek woensdag dat Elza Van Raemdonck, het eerste slachtoffer van De Gelder, een goedaardige en onbaatzuchtige vrouw was. De laatste getuigenis was voor het koppel dat aan Kim De Gelder ontsnapte, omdat ze niet thuis waren toen hij op 14 januari 2009 voor hun huis stond.

De verdediging betwist die moordpogingen, maar advocaat Jaak

Haentjens had geen vragen voor de getuigen. Ook De Gelder zweeg.

Partner Content