Maigret in het Museum

Een nieuw Letterenmuseum in de Brusselse Koningsgalerij opende met een tentoonstelling over Georges ‘meest vertaalde Belg aller tijden’ Simenon.

Als Brusselse broertje van het Parijse Musée des lettres et des manuscrits, legt het nieuwe Museum voor Letteren en Manuscripten de focus op Belgische letteren. Een tentoonstelling rond Georges Simenon past dan ook perfect in het plaatje. Simenonofiel Michiel Leen ging alvast een kijkje nemen.

Wie een tentoonstelling wil bouwen rond de manuscripten en het oeuvre van Simenon, kan zich maar beter schrap zetten. Onder zijn eigen naam schreef de Luikenaar 200 romans, 155 novelles en 25 delen autobiografie, zonder rekening te houden met het vele journalistieke werk en stationsromans die hij in het begin van zijn carrière onder verschillende pseudoniemen schreef. Het is verfrissend om de columns die Simenon op zijn 16e (!) schreef voor de Gazette de Liège, hier te zien opduiken, naast enkele zeldzame romannetjes uit de beginjaren.

Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan Simenons biografie, al is zijn parcours misschien wat te summier geschetst. Van Luik naar Parijs, na de Tweede Wereldoorlog naar de USA, vandaaruit in de jaren ’60 naar Zwitserland, intussen tweemaal trouwen en weer scheiden én volgens de legende de liefde bedrijven met 10.000 vrouwen – het laat zich niet gemakkelijk samenvatten, waardoor je als bezoeker de draad een beetje dreigt kwijt te raken. De brieven en kattebelletjes uit Simenons privé-archief brengen niet altijd verheldering. Wie de tentoonstelling bezoekt, kan zich op voorhand dus maar beter een beetje inwerken in het leven en werk van Simenon – hoegenaamd geen straf.

MaigretBiograaf Patrick Marnham portretteerde Simenon als “de man die niet Maigret was.” Nochtans is de massieve speurder Simenons bekendste geesteskind, ook al speelt hij ‘slechts’ in een 75-tal verhalen de hoofdrol. De genese van Simenons bekendste personage krijgt de nodige aandacht, ook al omdat ze troebeler is dan Simenon zelf liet uitschijnen. Als je de schrijver op zijn woord moet geloven, verzon hij het personage op een koude ochtend in 1929, toen zijn jacht aangemeerd lag in het Nederlandse Delfzijl. Enig gegrasduin in het vroege werk toont aan dat de speurder Maigret al eerder enkele cameo’s maakt in Simenons policiers. Wat er ook van zij, eenmaal de reeks op de sporen staat, is het succes fenomenaal. Des te onbegrijpelijker is dan ook Simenons aanvankelijke plan om Maigret al in 1935 op pensioen te sturen. Maar al snel komt hij op die beslissing terug: uiteindelijk zou de laatste Maigret in 1972 verschijnen.

Enveloppe De klemtoon van de tentoonstelling ligt op Simenons merkwaardige schrijfritueel. De schrijver toont zich een routinemaniak, een trekje dat zich ook doorzet in zijn privéleven. Bij Simenon duurt het schrijven van een roman ongeveer een week, getuige de kalenders die bij veel manuscripten bewaard zijn. Daarna volgden enkele dagen rust, gevolgd door enkele dagen voor correcties. De grote lijnen van het verhaal en de karaktertrekken van de personages schetste Simenon steevast op een grote enveloppe, de befaamde ‘envelope jaune,’ waarvan er enkele op de tentoonstelling te zien zijn. Zolang Simenon als een bezetene achter zijn schrijftafel tekeer ging, was ‘niet storen’ het codewoord. Het halsbrekende tempo waaraan Simenon novelles en romans uit zijn pen schudde, verhinderde niet dat de manuscripten een rigoureuze correctiefase doorliepen vooraleer ze naar de uitgever gingen: ook daarvan is bewijs te zien in de Brusselse vitrines.

Tijdgenoten Uiteraard is een dergelijke uitstalling van originele manuscripten en brieven voer voor de echte fans. Een voorliefde voor het intensief turen naar semi-onleesbare lettertjes is een must, en enige aanleg tot het lezen van pancartes kan dan ook geen kwaad, al is er een audiogids voorhanden. Gelukkig weten de samenstellers van de tentoonstelling het pure manuscriptmateriaal af te wisselen met beeldmateriaal van de societyfiguur die Simenon ook was. Ook de verhouding met illustere tijdgenoten als Colette – die ‘le petit Sim’ afraadde ‘literatuur’ te willen maken – of fervente fan André Gide komt aan bod. Bijzondere aandacht is er voor Simenons bezoek aan geboortestad Luik in 1952, waarbij de gevierde schrijver in de straten van Outremeuse haast letterlijk oog in oog komt te staan met zijn roots.

Kortom, het nieuwe museum trapt af in stijl. Wie na zijn bezoek zin heeft in meer, kan in de shop terecht voor biografieën en werken van Simenon en andere schrijvers die in de permanente collectie te zien zijn. Of voor een van de fraaie catalogi, die nog het meest weergeven wat je als bezoeker al snel doorhebt: dat dit materiaal nog het best tot zijn recht komt op verduldig papier.

Michiel Leen

Simenon: parcours van een Belgische schrijver

Nog tot 24 februari 2012

Museum der letteren en manuscripten Koningsgalerij 1, Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content