Bijna één derde van de verdachten doet bij het eerste verhoor afstand van zijn recht op een advocaat, zoals voorzien in de Salduz-wet.
Eén verdachte op drie wil geen advocaat bij hun eerste verhoor door de politie. Dat blijkt uit een rapport over de werking van de Salduzwet, staat te lezen in Het Belang van Limburg en De Gazet van Antwerpen.
Advocaat
De wet geldt sinds 1 januari en bepaalt dat verdachten bij hun eerste verhoor recht hebben op bijstand van een advocaat. De eerste twee maanden van dit jaar nam de politie in totaal 265.197 verhoren af. In 63,9% van de gevallen ging het om getuigen of slachtoffers. 36,1% van de verhoren waren met verdachten. Van die verdachten behoorden er 5.945 of 2,2 procent tot de zogeheten categorie IV, dat zijn mensen die volgens de nieuwe Salduzwet van bij het eerste verhoor recht hebben op bijstand van een advocaat.
Permanentie
Bijna een derde van de betrokken verdachten doet afstand van zijn recht op een advocaat, blijkt uit het tussentijdse rapport van de Dienst Strafrechtelijk Beleid. Een permanentiedienst bij de balie moet verdachten binnen de twee uur aan een advocaat helpen.
Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) is tevreden dat dat ook lukt. “De nieuwe Salduzwet werkt. Alle actoren dragen hun steentje bij. De permanentiedienst boekt zeer goede resultaten.” (Belga/EE)
