WK veldrijden: de belofte voor de toekomst overstemt de dominante status quo van het heden

Het podium van het WK bij de profs, met v.l.n.r. Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Thibau Nys. © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Het WK veldrijden in Liévin zal niet alleen de geschiedenis ingaan als dat waar Mathieu van der Poel met zeven wereldtitels een record evenaarde en waar Wout van Aert dat door een slechte startpositie niet kon beletten. Maar minstens evenzeer als de definitieve bevestiging dat hun opvolgers, Tibor Del Grosso en Thibau Nys, klaarstaan.

Het toeval bepaalt veel in het leven, ook in het veldrijden. Als Wout van Aert in Benidorm niet vierde, maar derde was geworden, had hij in de eindstand van de Wereldbeker drie punten meer gesprokkeld. Dan was hij op de zestiende plaats geëindigd, en niet op de zeventiende. En dan had hij op het WK in Liévin op de tweede startrij kunnen beginnen in plaats van op de vierde. Want vanaf de derde rij geldt niet meer het Wereldbekerklassement, maar de UCI-ranking. Door de slechts vier crossen die hij voor het WK reed staat Van Aert daarop pas 36e. Het gevolg van zijn focus op de weg, en het siert de Kempenaar dat hij daar ook niet over klaagde.

De speling van het lot en het reglement kostte hem in de openingsronde van het WK, mede door een extra oponthoud meteen na de start, wel liefst 46 seconden op Mathieu van der Poel. Ook omdat die, zoals te verwachten viel, al direct een knock-outpunch uitdeelde aan de concurrentie, met name aan Van Aert. Na 28 seconden nam de zesvoudig wereldkampioen de leiding over van Toon Aerts, en na twee en een halve minuut reed hij definitief weg van de tegenstand. Geen wereldkampioen bij de mannen ging in de laatste veertig jaar al zo vroeg in de titelrace solo.

Van der Poel verbeterde zijn record van vorig jaar, toen het in Tábor een kleine vier minuten duurde eer hij afstand nam van de concurrentie. Toen sloeg hij echter niet zo’n kloof als in Liévin in de openingsronde: 20 seconden op Sweeck, die als tweede passeerde. Een verschil van 4,5 procent – in de topsport is dat gigantisch. Van Aert volgde nog 26 seconden verder, op 46 tellen. Het WK was (helaas) gereden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Lekke band

Opvallend: zeven ronden later bedroeg het verschil tussen Van der Poel en Van Aert uiteindelijk… 45 seconden. De tijd die de Nederlander in de tweede ronde (drie seconden sneller dan de Belg), de vierde ronde (vijf seconden rapper), de vijfde ronde (vier tellen sneller) en de zesde ronde (zes seconden rapper) extra uitliep op zijn eeuwige rivaal, werd teniet gedaan door een verlies van drie seconden in de derde ronde (omdat Van der Poel tussen de twee materiaalposten lek reed en energie verloor), en door een verlies van vijf en negen seconden in de twee laatste ronden.

Ervoor had ‘MvdP’ zes ronden de snelste tijd van alle deelnemers neergezet, maar in de zevende ronde (derde tijd) en vooral de slotronde (pas de veertiende tijd) dacht hij alleen nog aan veilig finishen, geen risico’s meer nemen op een nieuwe lekke band en zijn zevende wereldtitel en de 250e UCI-zege als prof savoureren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Gezien de kleine voorsprong die Van der Poel telkens nam op Van Aert in de rondes waarin ze beiden voluit gingen, kan je concluderen dat hij de Kempenaar ook achter zich had gelaten als die vooraan had mogen starten. Mogelijk hadden we dan wel een langere strijd tussen de twee crosstenoren gezien. Ook omdat achtervolgen op 45 seconden iets anders is dan wanneer je je kunt vastkleven aan het achterwiel van een tegenstander, zoals Van Aert aanhaalde.

Hoeláng die strijd zou hebben geduurd, weet niemand met zekerheid. Maar dat Van der Poel zijn zevende wereldtitel zou hebben behaald, was gezien de dominantie die hij al twee seizoenen tentoonspreidt het meest logische scenario geweest.

Van Aert niet gefrustreerd

Historisch, maar voor de kijkers thuis een saai en voorspelbaar scenario. Al is dat ook het gevolg van Van der Poels doelbewuste piek richting Liévin, terwijl Van Aert het als een amusante lastminutetrip beschouwde. Zijn reactie achteraf – over hoe erg hij zich had geamuseerd – en zijn gebaar na de finish – een petje af voor Van der Poel – spraken boekdelen.

Nooit is de winnaar in Van Aert minder gefrustreerd geweest dan bij zijn intussen véértiende zilveren medaille in nationale en internationale kampioenschappen, over alle disciplines. Het plezier dat het WK hem heeft bezorgd, zal hem een grote mentale boost geven richting het voorjaar. Zoals ook Mathieu van der Poel die zal krijgen na zijn zevende wereldtitel.

Opmerkelijk: terwijl hij na zijn zesde regenboogtrui nog sprak over een winter zónder veldrijden, zweeg de Nederlander daar nu over. Hij leek oprecht te hebben genoten van zijn recordjacht. Bovendien merkte Van der Poel vorig jaar dat een kort veldritseizoen hem in de voorjaarsklassiekers een extra zetje geeft.

Dat ook bij Van Aert de passie voor zijn eerste liefde de voorbije weken weer hoog opflakkerde, en dat hij zelfs al sprak om zijn carrière af te sluiten als fulltimecyclocrosser, doet vermoeden dat beiden nog een paar seizoenen op zijn minst een (beperkte) veldritcampagne, mét WK, zullen afwerken. De nabije ligging van de drie komende WK’s (Hulst, Oostende en Hoogerheide) zal daarin ook meespelen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat beiden het veldrijden telkens weer een boost geven, bleek ook opnieuw in Liévin, waar 25.000 toeschouwers een ticket voor de drie wedstrijden op zondag hadden gekocht. Toch zal de heerschappij van de Grote Twee ook geen tien jaar meer duren. En dan is het cruciaal dat er opvolgers in de coulissen staan te wachten.

Die niet alleen de scepter kunnen overnemen, maar de ouder wordende Van Aert en Van der Poel – beiden zijn nu 30 – ook écht kunnen bekampen. Iets wat de Belg en de Nederlander in hun beginjaren niet konden, omdat Sven Nys op zijn laatste crossbenen liep en omdat de tussengeneratie met Niels Albert, Lars Boom en Zdenek Stybar door een hartprobleem en carrièrekeuzes (overschakeling naar de weg) was weggevallen.

Tibor en Thibau

Het WK in Liévin gaf de definitieve bevestiging dat die opvolgers klaarstaan. Met de 21-jarige Nederlander Tibor Del Grosso die bij de beloften à la Van der Poel vanaf het begin weg knalde en met de flair en gracieuze techniek van zijn landgenoot naar zijn tweede wereldtitel reed. ‘Een fenomeen’, klonk het unisono bij zijn Belgische concurrenten.

Daarnaast is er de acht maanden oudere Thibau Nys, die op een leeftijd van 22 jaar en bijna drie maanden zijn eerste medaille op een WK voor profs behaalde. En voor het eerst in zijn carrière ook als derde eindigde ná Van der Poel en Van Aert. Op een zwaar crossparcours, waar de besten sowieso bovendrijven. Dat is minstens evenveel waard als Nys’ Belgische en Europese titel, zonder ‘MvdP’ en ‘WvA’ aan de start.

Del Grosso en Nys hebben behalve hun fysieke kwaliteiten, stuurvaardigheid en killerinstinct ook de eigenzinnige x-factor en de mondigheid om het veldrijden ook in de post Van der Poel en Van Aert-periode te kunnen dragen. Zelfs hun voornamen – Thibau en Tibor – zijn ervoor geschikt.

Tibor Del Grosso won met grote overmacht de titelstrijd bij de beloften. © Icon Sport

Beiden hebben wel al vroeger van de weg geproefd én daar al geschitterd. En fulltimecrossers zoals Eli Iserbyt en co en zoals Van der Poel en Van Aert in het begin van hun loopbaan, zullen ze niet worden. Maar ze zijn wel evenzeer verliefd op het ploeteren door de modder. Genoeg om nog vele winters terug te keren naar het veld.

Hoewel het dan weer een tweestrijd wordt tussen een Nederlander en een Belg en de internationalisering een pijnpunt blijft (de top twaalf in Liévin bestond voor het eerst in de WK-geschiedenis alleen uit renners uit de Lage Landen) kan de cyclocross er wel bij varen. Met daarnaast de snelle ontwikkeling van Emiel Verstrynghe (vijfde op zijn eerste WK, als 22-jarige) en met ook talentvolle jongedames in aantocht (Zoe Backstedt, Marie Scheiber) overstemt de bevestiging dat het veldrijden een toekomst heeft zo de dominante status quo van het heden.

Wielergids 2025: hoe Wout van Aert een leider werd en Lotte Kopecky haar grenzen wil verleggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content