Chinese Super League voor dummies: hoe China hoopt op te klimmen in de internationale hiërarchie

© Belga Image

De Chinese bond hervormde niet enkel de competitie naar Europese normen. Deel 3 van onze reeks over de Chinese Super League.

Na de schermutselingen rond omkoping en andere criminele praktijken, werkt de Super League sterk aan zijn imago. Daarvoor overtuigden ze David Beckham (in 2013) en Pavel Nedved (in 2016) om de competitie wereldwijd te gaan promoten. Beiden hebben wel wat inspraak verworven bij verschillende Europese topclubs. Zo hoopt de organisatie erkenning te krijgen voor de structurele inspanningen van de afgelopen jaren.

Toch hebben ze nog wat werk voor de boeg indien ze het algemene, eerder negatieve beeld dat bij de voetbalsupporter bestaat willen veranderen. Vooral een deftig financieel beperkingssysteem dringt zich op.

Ook tijdens het afgelopen tussenseizoen vergrepen verschillende clubs zich aan immens lucratieve contracten voor Europese en Zuid-Amerikaanse topspelers. Dat terwijl het voetbalniveau eigenlijk amper de hoogte in gaat. Voorlopig konden enkel de Brazilianen Oscar (ex-Chelsea) en Hulk (ex-Porto en -Zenit) met hun team (Shanghai SIPG) het dominerende Guangzhou Evergrande van een titel houden.

Voorliefde voor Brazilië

China trekt al sinds de opstart van de competitie veel Brazilianen aan. Met hun skillmoves en vrolijke speelstijl hopen clubs het publiek vooral te verwennen. Een leuke uitstraling en veel doelpunten primeert op effectieve resultaten. Zo scoren ze in de Super League gemiddeld meer goals dan in onze Jupiler Pro League.

Twintig van de mogelijke 64 buitenlanders in de eerste klasse zijn afkomstig uit het Zuid-Amerikaanse voetballand bij uitstek, allemaal eerder aanvallend ingestelde spelers. Naast de eerder genoemde Hulk en Oscar verdienen ook Paulinho (ex-Tottenham, -Barcelona), Alexandre Pato (ex-Milan) en Ramires (ex-Chelsea) vandaag hun geld in het Oosten.

Met hun diepe portefeuilles overtuigen de Chinese delegaties spelers tegenwoordig al op jongere leeftijd om de stap naar de competitie te zetten. Dat terwijl de MLS meer voetballers op hun retour à la Ibrahimovic en Rooney aantrekt.

Voor sommigen zit het Chinees verhaal er echter snel op. Ze verkiezen om terug te keren naar een intrinsiek betere liga. Denk maar aan de transfer van Axel Witsel afgelopen zomer.

Voorlopig werpen de inspanningen van de Chinese Football Association dus nog niet de gedroomde resultaten af. Toppers zoals Ezequiel Lavezzi (ex-PSG, -Napoli) en Javier Mascherano (ex-Barcelona, -Liverpool) zwemmen dan misschien in het geld, ze zwemmen vooral ook in de put van vergetelheid.

Trainerscarrousel

Meer nog dan het geloof in de kracht van spelers, draait in de Chinese eerste klasse de trainerscarrousel al jaren op volle toeren. Maar weinig clubs kunnen het langdurig volhouden met dezelfde coach. Enerzijds worden coaches buitengegooid door tegenvallende resultaten, anderzijds accepteren ze de grote bestuurlijke inmenging van bovenaf niet. De ploeg Tianjin Tianhai steekt er tussen al dat ontslaggeweld met kop en schouders bovenuit. Maar liefst achttien keer lieten ze de trainingen door iemand anders leiden in de afgelopen elf jaar.

De succesverhalen kun je dan ook op één hand tellen. De opvallendste naam is waarschijnlijk Fabio Cannavaro. De beenharde oud-verdediger van onder andere Juventus en Real Madrid traint sinds november 2017 de Chinese recordkampioen Guangzhou Evergrande.

Zijn eerste passage bij de club in 2014/15 draaide ietwat verkeerd uit, maar de Italiaan keerde anderhalf jaar later terug met een titel in de tweede klasse op zak met Tianjin Quanjian. Hij bracht het team in hun debuutseizoen in de hoogste divisie ook meteen naar een mooie derde plaats én kwalificatie voor de AFC Champions League. Dat leverde hem net voor zijn overgang naar Evergrande de titel van ‘Coach van het Jaar’ op.

Nick Vandierendonck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content