Tessa Avermaete

‘Minder dierlijke voeding eten maakt echt wel een verschil’

Tessa Avermaete Bio-ingenieur en onderzoeker aan de Sustainable Food Economies Research Group van de KU Leuven

‘Nee, je hoeft heus niet als vegetariër door het leven te gaan, maar denk eens na over vastgeroeste ongezonde eetgewoonten met een overdosis aan dierlijke voeding’, schrijft Tessa Avermaete, expert duurzame voeding.

De Vlaamse Overheid zet in op een eiwitshift. Dat komt erop neer dat we minder dierlijke producten moeten eten en meer plantaardig voedsel. Voor de groeiende – maar nog steeds beperkte – groep vegetariërs onder ons klinkt de eiwitshift allicht als een bevestiging. De verstokte carnivoren in onze samenleving beschouwen het pleidooi voor een eiwitshift daarentegen als een aanval op hun keuzevrijheid, of sterker, een advies dat ingaat tegen hun bourgondische cultuur.

De statistieken liegen er echter niet om. Het is niet zo best gesteld met de eetgewoonten van de gemiddelde Vlaming: de helft is te zwaar en voedingsgerelateerde ziekten kosten vadertje staat handenvol geld. Een beter evenwicht tussen dierlijk en plantaardig voedsel draagt zeker bij om het tij te keren, én het is bovendien een goede zaak voor milieu en klimaat.

Klimaatverandering hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. Dat de hele maatschappij wat duurzamer moet worden ingericht, weten we al langer dan vandaag. In de jaren ’80 liepen we met een T-Shirt ‘No Time to Waste’ rond op de Oude Markt in Leuven. In diezelfde studentenstad was er toen één vegetarisch restaurant, joeg de wind door het enkel glas van het klaslokaal en reden we met een zware dieselauto Brussel in. Vandaag dringt de urgentie van de klimaatverandering steeds harder door. Innovatie helpt ons een heel eind op weg, maar gedragsverandering van de burger is noodzakelijk. Het matigen van dierlijke voeding is zo’n gedragsverandering die echt wel een verschil maakt.

Dierlijke voeding heeft een hogere milieu- en klimaatimpact dan plantaardige voeding. Daar zijn wetenschappers het volmondig over eens. De impact van producten van herkauwers, waaronder de koe en het schaap, liggen een stuk hoger dan die van andere diersoorten. Ook dat zal geen wetenschapper nog in vraag stellen. Zuivel behoort overigens, net als eieren, tot de dierlijke producten. De milieu- en klimaatimpact van melk en yoghurt is heel stuk lager dan die van vlees, maar hoger dan die van de meeste plantaardige alternatieven.    

Studies tonen aan dat zowel in Europa als in de Verenigde Staten een verschuiving van het huidige naar een gezond consumptiepatroon al een wereld van verschil maakt op vlak van milieu en klimaat. Gezond, dat betekent meer plantaardig, minder overconsumptie en -verspilling en het vermijden van lege calorieën. Het huidig consumptiepatroon van de Vlaming, en bij uitbreiding van de Europeaan, is verre van gezond is.

Anderhalf schelletje salami per week. Dat is de richtlijn voor charcuterie.

Wat is er mis met ons dieet?

Er zijn veel zaken die verkeerd lopen in ons eetpatroon. Een te grote consumptie van dierlijke producten hoort daar zeker bij. Te veel vlees, wat is dat dan? De richtlijn ligt op 300 gram rood vlees en 30 gram bewerkt vlees per week. 30 gram, dat komt overeen met anderhalf schelletje salami. Dat is voor een doorsnee vleesliefhebber dus heel weinig. ‘Kan dat dan echt kwaad?’ is een relevante vraag. Er is wel degelijk een verband tussen overconsumptie van rood vlees en bewerkte vleeswaren enerzijds en hart- en vaatziekten en kanker anderzijds. En het hoeft allicht geen pleidooi dat de Vlaming die wekelijks, soms zelfs dagelijks, gaat voor een Big Mac of een Whopper, alle baat heeft bij een eiwitshift. De gezondheidszorg kreunt onder het gewicht van de Vlaming. Het zal overigens ook niemand ontgaan zijn dat onze hooggeprezen Bourgondisch cultuur mede de oorzaak was voor overvolle ziekenhuizen ten tijde van corona.   

Lees verder onder het artikel.

De eiwitshift wil de Bourgondische Vlaming niet omscholen tot een sobere calvinist. De eiwitshift wil de verknochte carnivoren, wiens vleesconsumptie piekt tot ver boven de aanbevolen richtlijnen, over de brug krijgen. Voor hen klinkt de boodschap van een eiwitshift als een groen smakeloos dogma. Uiteenlopende argumenten worden in de strijd gegooid tegen de eiwitshift: ’het gaat in tegen onze cultuur’, ’het is smakeloos, ’het klaarmaken van volwaardige alternatieven kost eindeloos veel tijd’. En, last but not least, ‘een eiwitshift leidt tot tekorten aan eiwitten’. Dat laatste argument wordt zeker in de schaal geworpen door de sportieve carnivoor, die we onder meer aantreffen in de fitnesszalen die als paddenstoelen uit de grond verrijzen. Zij vrezen dat je van een eiwitshift op je bord bleek en broos wordt.  

Er is goed nieuws voor deze carnivoren. De eiwitshift betekent niet dat u morgen als een vegetariër of veganist door het leven moet gaan. U kan nog steeds genieten van een stukje vlees, een glas melk drinken bij uw ontbijt of een potje échte yoghurt uitlepelen zonder schuldgevoelens. Bovendien werken zowel boer als de voedingsindustrie hard aan smaakvolle en gezonde alternatieven, waarbij sommige merken kiezen voor het nabootsen van dierlijke varianten en anderen resoluut gaan voor innovatie in textuur en smaak. Ook de Vlaamse chefs als Seppe Nobels geven groenten een ereplaats op het bord.

Kort samengevat is de eiwitshift een oproep aan de Vlaming om de balans op zijn bord her uit te vinden, af te stappen van vastgeroeste ongezonde eetgewoonten met een overdosis aan dierlijke voeding. Het is geen groen dogma of beknotting van de keuzevrijheid, maar een enthousiasmerend en positief verhaal. Een succesvolle eiwitshift in Vlaanderen zal bijdragen tot een gezondere en duurzamere samenleving, de druk van de ketel halen voor de gezondheidszorg en opportuniteiten creëren voor de hele voedselketen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content