Ann Peuteman

‘De onderwijskwaliteit daalt? Dat kan ook aan de lege magen liggen’

Steeds meer gezinnen komen amper nog rond en dus zitten er almaar meer hongerige kinderen in de klas. ‘Natuurlijk kan het onderwijs de armoede niet oplossen, maar we zouden wel veel meer voor die leerlingen kunnen doen’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar wekelijkse column De Zoetzure Dinsdag.

Tot voor kort kocht juf Sofie altijd een klein meergranenbroodje. Daar deed ze twee dagen mee. Nu bestelt ze elke weekdag een groot bruin boerenbrood bij de bakker. Niet dat ze plots een veel grotere eetlust heeft ontwikkeld of is gaan samenwonen met een partner die dol is op boterhammen. Dat brood deelt ze met haar leerlingen uit het tweede leerjaar. Voor ze ’s ochtends met de rekenles begint, smeert ze een hele berg boterhammen met chocopasta. Elk kind dat zin heeft, mag ervan eten. ‘Sinds ik daarmee ben begonnen, leren ze de maaltafels veel sneller’, zegt ze.

Niet zo vreemd natuurlijk. Wie honger heeft, kan zich moeilijker concentreren. In hun nieuwe pamflet Ten derden male – Omdat armoede onwenselijk en onmenselijk is opperen Jos Geysels en Erik Vlaminck dat armoede weleens een van de oorzaken zou kunnen zijn voor de terugval van het Vlaamse onderwijs in allerlei internationale rankings. Zo vergezocht is dat niet. Zeker niet in een tijd dat steeds meer gezinnen in de problemen komen door de oplopende energiekosten en voedselprijzen.

Dat er soms niets in hun brooddoos zit, is ook niet de enige reden waarom de kinderen van kansarme ouders het op school vaak moeilijk hebben. Vooral in het basisonderwijs valt het leerkrachten op dat er leerlingen zijn die in de wintermaanden in een zomerjas of op sandalen naar school worden gestuurd. Tijdens de voorbije coronagolven zaten sommigen in veel te lichte kleren in klassen waar de ramen werden opengezet om het virus naar buiten te jagen. Dit schooljaar belooft al niet veel warmer te worden: met het oog op de almaar stijgende energieprijzen zien ook veel scholen geen andere mogelijkheid dan de verwarming lager te zetten. ‘De leerlingen die daar het meest onder zullen lijden omdat ze geen aangepaste kleren dragen, zijn net degenen die het de komende winter ook thuis koud zullen hebben’, zegt de meester van een vijfde leerjaar. ‘Bibberend onder een dekentje huiswerk maken, levert meestal geen goede punten op.’

Niet alleen is het vaak koud in hun ouderlijke woonst, kinderen die in armoede of op de rand ervan opgroeien, hebben veelal ook geen eigen ruimte of rustige plek om te studeren. Daarbij komt nog dat hun ouders hen in heel wat gevallen niet bij hun huiswerk kunnen helpen. Doordat ze laagopgeleid zijn, maar nog vaker doordat ze al hun energie nodig hebben om hun financiële problemen het hoofd te bieden. En een kind dat elke dag weer de angst van zijn ouders voelt, kan zich ook al moeilijker op maaltafels of onregelmatige werkwoorden concentreren.

Natuurlijk is armoede een complex probleem dat niet op school kan worden opgelost. Dat neemt niet weg dat we voor scholieren uit gezinnen die het niet breed hebben veel meer zouden kunnen doen dan vandaag het geval is. In Finland, waar ik een paar jaar geleden een resem scholen bezocht, kunnen álle leerlingen gebruik maken van gratis schoolvervoer en krijgen ze in de kantine elke dag een voedzame, warme maaltijd voorgezet. Dat kost de Finse overheid natuurlijk een fikse duit, maar kinderen hebben er wel veel gelijkere onderwijskansen. Op andere plekken in Europa worden dan weer initiatieven genomen om alle scholieren een plek te bieden waar ze in alle rust en warmte hun huiswerk kunnen maken. Ook daar kunnen we in Vlaanderen wat van leren. Blijft een kind hier na schooltijd in de studie, dan moeten ouders daar doorgaans voor betalen. Daardoor gaan de kinderen die het meest baat kunnen hebben bij zo’n rustige studeerplek er vaak niet heen.

Ondertussen broedt juf Sofie op een nieuw plan. Op haar sociale media heeft ze een oproep gepost: ze zoekt plaids in alle maten en kleuren. Wanneer haar leerlingen na de herfstvakantie op school arriveren, moet er over elke stoel zo’n dekentje hangen. Zoals je in de herfst vaak op caféterrassen ziet. Wie het tijdens de les koud krijgt, kan zich dan in zijn deken wikkelen. Of zijn ouders zich nu dikke winterruien kunnen veroorloven of niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content