Zelfdiagnose via TikTok: ‘Veel van die video’s bevatten ronduit onjuiste informatie’

© TikTok
Karin Eeckhout

Ze zijn een heuse rage op TikTok: filmpjes die u helpen uit te maken of u lijdt aan ADHD, autisme, een angststoornis of een andere mentale aandoening. Psychologen waarschuwen voor de risico’s. ‘Een zelfdiagnose kan verlammend werken omdat niet meer verder wordt gezocht naar wat er concreet bij iemand speelt.’

U draagt niet graag sokken, komt vaak te laat, houdt niet van telefoneren en kijkt telkens opnieuw naar dezelfde serie? Volgens een video die op TikTok meer dan 5 miljoen keer werd bekeken, hebt u ‘autistische kenmerken’. Bent u snel afgeleid en vergeetachtig, en hebt u moeite om taken af te werken, te plannen en organiseren? U zou wel eens ADD kunnen hebben, volgens een video van 30 seconden van Feealexa. Op haar TikTokprofiel vindt u video’s over zowat alle mogelijke mentale aandoeningen, van burn-out, over angststoornissen tot depressie.

Feealexa is, voor alle duidelijkheid, geen dokter of psycholoog. Ze is een van de vele influencers die zogenaamde ‘therapy TikToks’ op het videoplatform loslaten. In die video’s, voorzien van hashtags als #adhdtiktok, worden de ‘symptomen’ van allerlei mentale stoornissen opgesomd. Dat die filmpjes goed zijn voor miljoenen views is niet verwonderlijk. Mentale gezondheid is een issue bij jongeren, en zij gebruiken TikTok zoals volwassenen Google gebruiken.

Herkenning

‘Wie een probleem heeft, zoekt een spiegel om zichzelf in te herkennen’, zegt professor psychoanalyse Stijn Vanheule (UGent). ‘TikTokvideo’s zijn bijzonder aantrekkelijk omdat ze in een heel korte tijd een eenvoudige boodschap brengen. Bovendien zijn er zo veel van die filmpjes beschikbaar dat je altijd wel iets tegenkomt waarin je jezelf herkent, als je maar lang genoeg blijft scrollen. Die herkenning zorgt voor opluchting: ‘Wat ik heb is niet uitzonderlijk. Mijn probleem heeft zelfs een naam.’

‘Die video’s hebben de grote verdienste dat ze het thema mentale gezondheid uit de taboesfeer halen’, vindt klinisch psycholoog Ama Kissi, postdoctoraal onderzoeker aan de UGent en verbonden aan Praktijk50. Net als professor Vanheule vindt Kissi vooral die video’s waardevol waarin jongeren hun eigen ervaringen met mentale problemen delen. ‘Iemand die vertelt hoe hij of zij uit een depressie is geraakt, kan een bron van hoop zijn voor leeftijdsgenoten.’

Toch ziet Kissi ook gevaren, zeker als het gaat over de ‘vijf tekenen dat je stoornis x of y hebt’-filmpjes. ‘De opgesomde symptomen zijn meestal zo algemeen dat iedereen die wat rondsurft op TikTok er al snel van overtuigd zal zijn dat hij of zij aan meer dan één stoornis lijdt. Mensen hebben nu eenmaal de neiging om snel kenmerken of gedrag te herkennen, bij zichzelf of bij anderen. Nu narcisme een hot topic is, lijkt iedereen wel een narcist te kennen. Terwijl dat een zware diagnose is en slechts een miniem percentage van de bevolking narcistisch is.’

Selffulfilling prophecy

‘Bij zelfdiagnose is het risico op fouten altijd groot,’ bevestigt Vanheule, ‘niet alleen wanneer die gebaseerd is op TikTokreels, maar ook wanneer mensen een eigen diagnose stellen door te googelen of online tests in te vullen. Het is niet omdat mensen denken symptomen bij zichzelf te herkennen dat die inschatting ook juist is. We weten uit onderzoek dat ons zelfbeeld vertekend is.’ Er is ook nog zoiets als selffulfilling prophecy: denk je na het zien van een paar video’s dat je ADHD hebt, dan is de kans groot dat je almaar meer ADHD-symptomen bij jezelf gaat herkennen. Bovendien kan iedereen video’s online zetten, ook wie geen kennis van zaken heeft. En de context, die altijd heel belangrijk is, gaat per definitie verloren in een video van dertig seconden. ‘Een diagnose vraagt tijd, aandacht, context en vakkennis. Dat moet je overlaten aan professionals’, zegt Kissi.

Karikatuur

De professionals die nu verontrust of verontwaardigd zijn over het fenomeen van de zelfdiagnosevideo’s op TikTok oogsten volgens Vanheule wat ze zelf hebben gezaaid. ‘Psychologen en psychiaters hebben zelf de diagnoses uitgehold door ze te reduceren tot het aflopen en aanvinken van de checklists uit de DSM, het standaardwerk dat alle psychische stoornissen definieert. De zogenaamde checklistdiagnostiek, die te veel afgaat op de criteria die in het boek zijn beschreven en te weinig bezig is met het gedrag en de context van de patiënt, is een bekend neveneffect van de DSM. Die TikTokvideo’s zijn niet meer dan een karikatuur van die checklistdiagnoses.’

‘Ooit werd het werken met die gestandaardiseerde criteria uit de DSM als wetenschappelijk beschouwd’, zegt Vanheule. ‘Ondertussen blijkt dat idee voorbijgestreefd, niet het minst omdat die manier van werken leidt tot heel veel valspositieve diagnoses. In de psychologie stappen we daar blijkbaar makkelijker overheen dan wanneer het over kankerdiagnoses gaat, maar een diagnose van een mentale stoornis is niet onschuldig. Het doet iets met iemands identiteit wanneer men al op jonge leeftijd een psychiatrisch label opgeplakt krijgt. Het is trouwens vastgesteld dat die labels aanleiding geven tot discriminatie op de arbeidsmarkt.’

Klinisch psychologe Trees Traversier, die in haar praktijk met kinderen en jongeren werkt, benadrukt dat wat op TikTok gebeurt, niet losstaat van wat in de samenleving aan de hand is. ‘Ik merk het bij mijn consultaties: zowel ouders als jongeren smeken om diagnoses. Als je de vragen beantwoordt die in die zelfdiagnosevideo’s worden gesteld, heb je altijd wel iets. Dat zorgt voor een soort geruststelling, een verklaring voor wat er misloopt: ‘Nu weet ik waarom ik zo ben.’ Maar een diagnose of zelfdiagnose kan ook verlammend werken omdat niet meer verder wordt gezocht naar wat er concreet bij iemand speelt.’

Een zelfdiagnose, al dan niet op basis van een TikTokvideo, kan ook een aanleiding zijn om op zoek te gaan naar professionele hulp. ‘Een zelfdiagnose is dan het begin van een gesprek of een behandeling. Op zich een goede zaak, al zijn er ook valkuilen, waarschuwt Ama Kissi. ‘In principe zal een huisarts, een andere arts of een psycholoog de patiënt vragen stellen alvorens een behandeling op te starten. Als het over geestelijke gezondheid gaat, moet die arts zich vooral baseren op het verhaal van de patiënt. Als dat verhaal sterk beïnvloed is door wat die patiënt heeft gelezen of op TikTok heeft gezien, en de arts is zich daar niet van bewust, dan kun je een verkeerde behandeling niet uitsluiten.’

Niet iedereen raakt zover. De wachtlijsten voor psychische hulp zijn lang, en ook de kostprijs is vaak een drempel. Toch heeft het succes van de zelfdiagnosefilmpjes volgens Traversier weinig met de wachtlijsten te maken. ‘Dat mensen zelf op zoek gaan naar informatie, is van alle tijden. Het verschil is dat ze vroeger boeken lazen die tenminste door experts geschreven waren. Online is het gevaar groter dat ze bij foute informatie uitkomen. Om het even wie kan daar publiceren, en veel van die TikTokvideo’s bevatten ronduit onjuiste informatie.’

TikTokpsychologen

Moeten psychologen zich dan maar zelf op TikTok begeven, om daar met correcte informatie tegenwicht te bieden? Traversier vindt dat geen slecht idee. ‘Informatie zoeken doen mensen toch, en je kunt jongeren het best opzoeken waar ze zitten. Zelf voel ik me niet geroepen, maar voor sommige jongere collega’s voelt die stap wellicht natuurlijker aan.’

Ama Kissi is zo’n jongere collega die overweegt om actief te worden op sociale media. ‘Ik denk dat ik daar iets kan betekenen, onder meer om de nodige nuance in het discours aan te brengen. Als we jongeren willen aanspreken, dan kunnen we bijna niet anders dan die nieuwe platformen te gebruiken. En het is belangrijk dat we die groep bereiken, juist omdat jongeren zo kwetsbaar zijn. Uit de voorlopige resultaten van een recent onderzoek waaraan ik heb meegewerkt, blijkt dat 6 op de 10 jongeren aangeven mentale problemen te hebben, en dat slechts 30 procent van die groep zorg krijgt.’

Kissi is nog op zoek naar de juiste manier. ‘We weten wat werkt op TikTok — ultrakorte reels, bulletpoints — maar zo gaat veel nuance verloren. Content maken die jongeren aanspreekt en tegelijk extra achtergrond meegeven, dat is de uitdaging.’

Misschien vindt Kissi inspiratie bij de Nederlandse jeugdpsychologe Malou, die 21.000 volgers heeft. Ze geeft praktische tips, bijvoorbeeld over ademhalingstechnieken om toe te passen bij een paniekaanval, en ze waarschuwt jongeren voor zelfdiagnose, onder meer met een video waarvan de titel verwijst naar de filmpjes die ze op de korrel neemt: ‘5 redenen van een psycholoog waarom jij misschien wel ADHD hebt’.

Psychologen die de checklists die ze in hun praktijk gebruiken vertalen in lekentaal zijn in hetzelfde bedje ziek als de influencers met hun filmpjes.

Vanheule is geen fan van tiktokkende psychologen. ‘Psychologen die de checklists die ze in hun praktijk gebruiken vertalen in lekentaal zijn in hetzelfde bedje ziek als de influencers met hun filmpjes. Bovendien zou het kunnen lijken op reclame voor psychologen, wat volgens de deontologie van ons beroep verboden is.’

Vanheule ziet meer heil in het versterken van online community’s over geestelijke gezondheid. Zo bestaat er al eentje over psychose, Psychosenet. ‘Wie “psychose” googelt, komt onmiddellijk bij die community terecht en vindt daar accurate informatie, gebracht door patiënten én deskundigen. Dat soort online community’s zou overheidssteun moeten krijgen.’

Zoals zoveel fenomenen op sociale media, werkt ook de rage van de ‘therapy TikToks’ polariserend. Luide tegenstemmen roepen dat het een hype is die jongeren mentale problemen aanpraat door ze voortdurend aan die filmpjes bloot te stellen. ‘Dat valt inderdaad niet uit te sluiten’, zegt Vanheule. ‘We zien dat mechanisme ook bij onze studenten: wie een cursus psychopathologie krijgt, zal sneller geneigd zijn om bepaalde stoornissen bij zichzelf te herkennen. Ik vind dat we die maatschappelijke tegenreactie vooral moeten zien als een oproep aan het adres van professionals om anders om te gaan met diagnostiek en op te passen voor overdreven labelen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content