Worden PVDA-politici beter betaald dan Open VLD’ers?

Zolang er geen volledige transparantie is, zal er discussie blijven bestaan over het loon van de politici.
Jan Lippens
Jan Lippens Freelancejournalist

Met cijfers kun je alles bewijzen. Dat blijkt ook uit een aantal reacties op het Knack-artikel over de inkomens van parlementsleden. Kamerfractieleider Egbert Lachaert (Open VLD) betwistte op Twitter de gepubliceerde cijfers en berekende dat zijn nettoloon 3686,49 euro bedraagt en dus niet ruim 7000 euro. Zijn Brusselse PVDA-collega Jan Busselen komt dan weer uit op een netto-inkomen van 7419,77 euro per maand.

De bedragen die Knack publiceerde, komen uit een EU-rapport uit 2016 waarin wereldwijd 44 parlementen werden vergeleken. Alle bedragen daarin werden omgerekend in euro, jaarbedragen overgezet naar maandbedragen en voordelen en extra’s allerhande opgelijst. Dat levert onvermijdelijk een wat diffuus maar toch interessant beeld op. Het rapport wijst overigens zelf op een aantal problemen van de vergelijkende tabel. ‘Het vergoedingssyteem is geen eenvoudig of gemakkelijk te begrijpen onderwerp en omvat een groot aantal verschillende aspecten per land.’

Alleen al de gebruikte terminologie die landen hanteren is verwarrend en heeft zeker niet altijd dezelfde inhoud, aldus het rapport. Zo is er sprake van remuneratie, loon, salaris, inkomen, betaling, toelage, supplement, bestanddeel, voordeel, vergoeding, bonus, terugbetaling. Soms zitten kosten inbegrepen, soms niet. Soms zijn er extra-vergoedingen voor bepaalde functies (zoals in België) of wordt een dertiende of veertiende maand betaald (niet in België) en zijn er al dan niet pensioenbijdragen of uittredingsvergoedingen. Daarnaast spelen verschillende wettelijke regelingen en ook de fiscaliteit verschilt. Kortom, geen enkele vergelijking zal perfect zijn, maar de ‘orde van grootte’ van de bedragen in het rapport blijft overeind.

Hoe zit het in België? Ook dat is geen transparant verhaal. Egbert Lachaert, fractieleider van Open VLD in de Kamer, gaf zijn eigen berekening op Twitter: ‘Recente loonfiche bekeken. 7230 euro bruto, -646,98 euro pensioenbijdrage en -44% belastingen: 3686,49 euro netto. Wel te vermelden: een kostenvergoeding van 2131,22 euro. Maar persoonlijk geef ik die ook wel uit aan kosten. Dus: hoe komt Knack aan 7140 euro netto?’

Uit een volgende tweet blijkt dan dat hij niet zijn eigen loonfiche weergeeft: ‘Heb de originele versie opgevraagd. Want ik vernietig ze eigenlijk altijd omdat ik weinig papier bijhoud. Maar bij deze dus al de cijfers die een collega me doorgaf.’ Merkwaardig dat een parlementslid zijn eigen loonfiches ‘vernietigt’.

Brussels PVDA-parlementslid Jan Busselen gooide een paar dagen geleden wel een uittreksel van zijn persoonlijke loonbriefje op de sociale media en kwam uit op een netto-inkomen van 7419,77 euro per maand, wat dus nauwer aansluit bij de bedragen die het EU-rapport vermeldt, op basis van cijfers van 2016.

Worden PVDA-politici beter betaald dan Open VLD'ers?

Worden PVDA-parlementariërs beter betaald dan Open VLD’ers? Uiteraard niet, het enorme verschil schuilt in wat je wel of niet meerekent als inkomen. Busselen telt bijvoorbeeld zijn onbelaste, forfaitaire kostenvergoeding van 2131 euro mee. Lachaert telt die niet mee omdat hij ze ook effectief uitgeeft, twitterde hij. Om 2131 euro per maand te kunnen uitgeven, moet je ze wel eerst ontvangen hebben. Dus behoren ze bij je netto-inkomen, vindt Busselen.

Busselen is net als Lachaert fractieleider en krijgt daar (van het Brussels Parlement) nog eens 1096 salaris en 657 euro kostenvergoeding bruto (!) bovenop. Lachaert ontvangt als Kamerfractieleider vergelijkbare extra vergoedingen, maar rekent die op Twitter niet mee. Naast fractieleiders krijgen ook leden van het bureau van het parlement (een soort dagelijks bestuur), ondervoorzitters, secretarissen, commissievoorzitters en uiteraard ook de Kamervoorzitter dat soort extra salaris en kosten, telkens met verschillende bedragen naargelang van de functie. Lachaert is overigens ook eerste schepen in Merelbeke, maar de vergoedingen daarvoor speelden geen rol in de EU-vergelijking.

Berekening is complex

Nog moeilijker wordt de precieze berekening als je bijvoorbeeld zou meetellen wat de nettowaarde van gratis openbaar vervoer (eerste klasse in de trein) is. Ook de pensioenbijdrage zorgt uiteindelijk voor een, weliswaar uitgesteld, behoorlijk stuk netto-inkomen. Daarnaast zijn er nog een rist verzekeringen inbegrepen: gezondheidszorg, kapitaalsuitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit na ongeval, burgerlijke aansprakelijksheidsverzekering, desgevallend ook een begrafenisvergoeding enzovoort. De eventuele afscheids- en uittredingsvergoedingen blijven dan nog buiten beschouwing. De rekening is dus hoe dan ook complex en zelfs verschillend per parlementslid, onder andere door de gezinssituatie.

Egbert Lachaert zegt via de telefoon dat de vergelijking met Busselen niet klopt omdat hij nog niet betaald werd als fractieleider. Lachaert: ‘Ik ben nog maar pas benoemd. Mijn berekening is die van een gewoon parlementslid en niet van een fractieleider. Je mag met gemiddelde cijfers niet de indruk wekken dat elk parlementslid evenveel verdient als een fractieleider, want zo zijn er maar een handvol. En als gewoon parlementslid verdien ik dus 3686,49 euro. Een andere kwestie is dat je als parlementslid zelf beslist hoeveel je door de Kamer laat inhouden op je brutowedde. Ik heb gekozen voor een inhouding van ongeveer 44% op basis van mijn belastingaanslag van vorig jaar. Als je niet genoeg laat inhouden, dan krijg je uiteraard het jaar daarna de aanslag van de fiscus. Maar dat is dus een persoonlijke keuze van elk parlementslid.’

De kostenvergoeding beschouwt Lachaert niet als inkomen: ‘Als ik een weekend rondloop, dan ben ik 200 euro kwijt aan allerlei verenigingen die u bijvoorbeeld vragen om wat te sponsoren of een schenking te doen. Waar je over kunt discussiëren, is of een parlementslid dat niet bijster actief is dat soort kostenvergoeding wel moet hebben als hij of zij ze gewoon niet gebruikt. Dat wringt toch wel. Wie hard werkt en competent is verdient een degelijke wedde, zeker als je dat soort mensen in de politiek wilt houden.’

Hoe je dat moet organiseren weet Lachaert niet meteen, maar hij is wel voorstander van een aantal goede en heldere criteria om parlementsleden correct te vergoeden, ‘want nu wordt iedereen over dezelfde kam geschoren en dat is wat zuur voor wie wel hard werkt als politicus en ziet dat veel minder actieve collega’s hetzelfde verdienen.’

Te veel politiek personeel

Professor Herman Matthijs bevestigt de cijfers die Knack publiceerde en hekelt het gebrek aan transparantie: ‘Er hangt veel mist rond wat politici verdienen, alsof het om een soort staatsgeheim gaat. Uiteraard zullen de cijfers niet tot op de eurocent precies zijn. Dat is zo goed als onmogelijk in zo’n algemene internationale vergelijking. Maar als je alle voordelen en extra’s meerekent komt een parlementslid zeker in de buurt van die 7000 à 7500 euro netto-inkomen. Mijn punt blijft dat niet zozeer de hoogte van dat individuele inkomen, maar wel het grote aantal politieke mandatarissen het probleem is.’

Lachaert is het eens met de conclusie dat er te veel politieke mandatarissen zijn. ‘We hebben per inwoner inderdaad gewoon te veel politiek personeel. Daarbovenop is er dan ook nog de partijfinanciering. Als je de N-VA bekijkt, dan zie je dat die partij belegt in vastgoed omdat ze het geld blijkbaar niet opkrijgt.’

Jan Busselen en zijn partij houden hun wetsvoorstel van 2017 klaar om het inkomen te beperken tot ongeveer 4000 euro netto per maand. Busselen: ‘Voorlopig is het afwachten hoe de collega’s van andere partijen zullen reageren op het voorstel. Ik kreeg nog geen reactie daarop, maar zag wel dat sommige groenen mijn bericht op facebook hebben geliket.’

Lachaert wil eerst het concrete wetsvoorstel in detail kennen, ‘maar als de PVDA in een netto-inkomen van 4000 voorziet, dan voldoe ik daar in feite nu al aan.’

‘Als de PVDA in een netto-inkomen van 4000 voorziet, dan voldoe ik daar in feite nu al aan.’

Egbert Lachaert

Conclusie: volledige transparantie over wat politici nu precies verdienen is er dus (nog) niet. En zolang die er niet is, zal er discussie bestaan of de cijfers wel kloppen, naargelang je ze wel of niet als ‘inkomsten’ beschouwt. Politici bepalen zelf hoeveel ze zichzelf betalen en op welke voordelen ze recht hebben. Aangezien het uiteindelijk allemaal om belastinggeld gaat, kunnen alle politieke mandatarissen misschien als eerste stap naar transparantie hun loonfiche publiceren, met alles erop en eraan?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content