Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Wie wordt er eerste minister in 2020?’

Zonder ongelukken gaat de federale regering aan het eind van dit jaar de tweede helft in van haar regeerperiode. Herman Matthijs blikt alvast vooruit naar de coalitievorming na de verkiezingen in 2019. Hoe liggen de politieke kaarten vandaag?

De federale regering is eind van dit jaar ‘midterm’, halftijds, en dan volgt er een intergalactische periode voor de politieke partijen tot aan de parlementaire verkiezingen van 2019. Maar we kunnen er vanuit gaan dat de lokale verkiezingen van oktober 2018 het startsein zullen worden voor een lange electorale campagne. Het zal zeer cruciaal zijn hoe de verkiezingen van 2019 worden georganiseerd, namelijk: op één dag (supersunday) of uit elkaar en dan met welke tussenperiode? Maar hoe liggen de politieke kaarten vandaag? Wie zit in ‘pole position’ voor de functie van eerste minister in het jaar 2020 ?

De Franstalige kaarten

Deze ‘Svenska Koalition’ heeft een ongewone samenstelling met maar één Franstalige politieke partij en geen meerderheid langs die zijde. Op de centrum (rechtse) zijde heeft de MR weinig concurrentie. De PP is te klein en het FN heeft (nog) geen structuur in Franstalige België. Bovendien is het momenteel de MR tegen de rest en dat levert deze liberale partij zeker geen windeieren op.

De PS heeft veel concurrentie van Ecolo en vooral de communistische PTB. Deze laatste partij zit in de lift en dat betekent verlies voor de PS. Ook de (terreur-)toestanden in diverse Brussels gemeenten, de Waalse (trein-)stakingen alsook het andere beleid speelt de PS parten. De winst van de PTB gaat zeker ten nadele van de PS en dit maakt van de MR de grootste Franstalige politieke formatie. Men mag niet vergeten dat, na lokale verkiezingen van 2012, de MR de meeste Waalse burgemeesters heeft binnengehaald. Bovendien is het resultaat van de zesde staatshervorming dat de regionale regeringen met de PS moeten besparen. Het CDH evolueert al langer richting de electorale afgrond en ecolo dreigt ook verder te verliezen aan de PTB. Met andere woorden, de kaarten liggen erg goed voor de MR in het Franstalig landsgedeelte.

Vlaanderen

Het Vlaamse politieke landschap is al enige jaren volledig door elkander geschud en dit door de spectaculaire opmars van de N-VA. Deze partij moet wel de Vlaamse regering leiden, maar heeft niet die functie op federaal vlak. De N-VA heeft een aantal troeven in handen, zoals: de nieuwste partij, de ‘anti-establishment’-partij en één partijvoorzitter die alles domineert. De politieke gevolgen van een mogelijke wissel van dit leiderschap in 2017 zijn iets onbekends. Desondanks moeten vriend en vijand toegeven, dat Bart De Wever een zeer lange politieke houdbaarheid heeft.

De N-VA is ook de meest kritische partij over de immigranten en de Europese Unie. Deze twee topics zijn ook niet de meest populaire items bij de man in de straat. Ook het feit dat meer en meer EU-regeringen zich kritisch gaan opstellen tegenover deze twee thema’s, komt de grootste Vlaamse partij goed uit. De partij zal wel moeten scoren op fiscaal, budgettair en sociaal-economisch vlak.

Deze laatste opmerking geldt ook voor Open VLD. Een cruciale vraag is of er een bijkomend zichtbaar hoger nettoloon komt in een taks shift II en of het de bedoeling is om een begrotingsevenwicht te bereiken tegen het eind van deze legislatuur. Noch de N-VA, noch Open VLD kunnen zich nieuwe hogere taksen permitteren. Zodoende is het bereiken van dit evenwicht alleen mogelijk via een sanering van de sociale zekerheid. De sleutel ligt hier bij de Open VLD.

Het nieuwe denken over het confederalisme bij de N-VA is nogal logisch, want dat is de historische ‘corebusiness’ van deze partij. De andere partijen moeten wel opletten dat ze het dossier over de staatshervorming niet in monopolie geven aan de grootste partij. Want men kan moeilijk beweren dat de zesde staatshervorming een duidelijke, transparante en werkbare constructie is. In feite zitten de kiemen van een zevende staatshervorming reeds in de huidige zesde.

‘Wie wordt er eerste minister in 2020?’

De N-VA zal wel een begrijpelijk plan moeten voorleggen over het confederalisme. Tevens moet duidelijk de band worden aangetoond tussen een nieuwe staatshervorming en het voordeel daarvan met betrekking tot de sociaal- economisch-budgettaire dossiers.

In feite kunnen het CD&V, de Open VLD en het Vlaams Belang alleen maar groeien als ze stemmen weten af te snoepen van de N-VA. Het grootste gevaar voor de N-VA zit erin dat het CD&V, à la het Nederlandse CDA, en de Open VLD, à la de Nederlandse VVD , zich rechtser gaan opstellen. Maar tot op heden is daar weinig van te merken.

Het linkse electorale spectrum in Vlaanderen evolueert relatief autonoom van de vorige partijen. Hier valt de groei op van de PvdA en vooral van groen. Die winst gaat er voornamelijk af bij de SP.A. De machtsverhoudingen tussen groen versus de SP.A zullen intens geanalyseerd worden na de lokale verkiezingen 2018 en dan vooral voor de steden Antwerpen en Gent. Als de PvdA in 2019 geen parlementaire zetels weet te behalen, dan blijft de communistische partij een Franstalige bedoening. Bij de ecologisten lijkt het erop dat groen doorstoomt, maar dat Ecolo pluimen verliest.

Verkiezingen 2019

Als we de tendensen in de huidige peilingen mogen geloven dan blijft de N-VA de grootste partij na de verkiezingen van 2019. Uiteraard gaat deze partij passen voor de Wetstraat 16. Het leiderschap van de federale regering zal opnieuw worden aangeboden aan de bevriende Franstalige partij: de MR. Dit N-VA-aanbod zal zeker niet worden bestreden door de Open VLD en ook niet door het CD&V. Want deze laatste partij heeft nog weinig affiniteit met CDH. Zodoende heeft de MR drie Vlaamse vrienden om de Wetstraat 16 te behouden.

De PS zal dit proberen te bestrijden maar tegen die Vlaamse vriendenkring van de MR kan ze niet op. Bovendien zou een heruitgave van de huidige Zweedse coalitie de PS liefst tien jaar in de federale oppositie zetten. Maar de machtspartij, die de PS toch is, kan de MR wel verleiden met regionale regeringsdeelnames en dit dan om in ruil federaal terug te mogen meedoen. Zodoende kunnen de twee belangrijkste Franstalige politiek partijen alles onder elkander verdelen. De vraag stelt zich dan wel wie de Vlaamse tegenhangers worden in een dergelijke federale constructie? Of gaat de PS ook in 2019 een zevende staatshervorming vragen om zijn Waalse belangen veilig te stellen?

Besluit

Uit de voorgaande analyse kunnen we alleen maar besluiten dat de Wetstraat 16 ook nog in 2020 door de MR gaat bemand zijn. Is er een interne concurrent voor Charles Michel? Het antwoord is: ja. Uiteraard gaat het dan om de Machiavelli van de Belgische politiek: Didier Reynders. Maar die zit op Buitenlandse Zaken en diens naam wordt genoemd voor allerlei internationale topfuncties. Trouwens bij de verdeling van deze afuncties heeft de MR een uiterst belangrijk voordeel: ze is de enige Franstalige regeringspartij en Reynders heeft een goed imago in de internationale pers. Desondanks zou een vertrek van Reynders een aderlating van kennis zijn voor de MR.

De huidige bewoner van de Wetstraat 16 populair in Vlaanderen, spreekt goed Nederlands en heeft veel steun van diverse Vlaamse politieke partijen. Zodoende liggen vandaag de politieke kaarten gunstig voor Charles Michel, om de Lambermont 2 en de Wetstraat 16, nog steeds te bemannen in het jaar 2020.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content