Waterprobleem geen ver-van-mijn-bed-show: ‘Migratiecrisis is gedeeltelijk gevolg van waterschaarste’
Op een planeet die voor 70 procent uit water bestaat, sterven dagelijks twintig- tot dertigduizend mensen door een gebrek aan zuiver water. En de druk op het water neemt steeds meer toe. In ‘Water. Waarom elke druppel telt’ brengt emeritus professor Marc Van Molle een ongemakkelijke waarheid die breed gehoor zou moeten krijgen.
Op het ogenblik dat dit wordt neergeschreven, heeft het coronavirus de wereld in zijn greep. Tal van landen verkeren of verkeerden in een complete lockdown. Reizen is strikt beperkt en in functie van de inkleuring van de bestemming. Publieke manifestaties worden verboden. Elkaar begroeten doen we best vanop afstand. Er wordt gevreesd voor een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis zoals in 2008 (of erger). De maatregelen die genomen worden zijn drastisch, maar absoluut noodzakelijk voor de volksgezondheid en zeker niet buitenproportioneel.
Wereldwijd sterven dagelijks twintig- tot dertigduizend mensen door gebrek aan zuiver water! Jaarlijks sterven 2 miljoen kinderen jonger dan 5 jaar door gebrek aan zuiver water! In de Minst Ontwikkelde Landen wordt kindersterfte voor 30 tot 50 procent veroorzaakt door een gebrek aan zuiver water! Wereldwijd zijn 80 procent van alle ziektegevallen te wijten aan een gebrek aan zuiver water, goede sanitaire voorzieningen en hygiëne.
Elke Belg verbruikt meer dan tweemaal zoveel water dan de gemiddelde wereldburger.
Duizelingwekkende cijfers verwijzend naar een keiharde realiteit, die evenwel geen voetnootje waard is in onze media. De meeste landgenoten, de meeste Europeanen, de meeste mensen in de welvarende geïndustrialiseerde wereld maken zich nauwelijks zorgen over water. Het is een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Het is niet besmettelijk. Het zal ons niet overkomen. Het is niet ons probleem.
Maar is dat ook zo? Elke Belg verbruikt meer dan tweemaal zoveel water dan de gemiddelde wereldburger. Zelf beschikken we over onvoldoende water om aan die consumptie te voldoen: twee derde van ons waterverbruik voeren we in. Die invoer komt voor bijna 40 procent uit landen die getroffen worden door een gemiddelde tot hoge waterschaarste. We voeren katoen in uit India en Bangladesh. In die landen zorgt de teelt van katoen in de industriële landbouw voor een extreem hoog waterverbruik.
Nochtans heerst er reeds een ernstige waterschaarste. De eerste slachtoffers zijn de lokale landbouwers die onvoldoende water ter beschikking hebben voor hun eigen en de lokale voedselproductie. Door ons consumptiepatroon maken we de toestand in deze landen alleen maar erger!
Onze import komt uit landen met zowel fysische als economische waterschaarste. De fysische waterschaarste wordt veroorzaakt door klimatologische omstandigheden die zorgen voor geringe hoeveelheden neerslag gedurende grote delen van het jaar of zelfs gans het jaar door. Zelfs hier kunnen we moeilijk onze kop in het zand steken. De invloed van de geïndustrialiseerde landen op de klimaatsverandering is vele malen groter dan die van de ontwikkelingslanden. Door minstens de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, zal de fysische waterschaarste minder snel toenemen.
Daarnaast kunnen we ervoor zorgen dat de technologische ontwikkelingen die in geïndustrialiseerde landen werden gerealiseerd ook daadwerkelijk beschikbaar worden in ontwikkelingslanden. Denken we op de eerste plaats aan technologieën op het vlak van ontzilting, zuivering van afvalwater, hergebruik van afvalwater en waterbesparende irrigatietechnieken.
Zelfs in landen waar er een overvloed aan water is (en waar dus geen fysische waterschaarste heerst) kan een groot deel van de bevolking geen toegang hebben tot water als gevolg van economische factoren (gebrek aan waterinfrastructuur, aan waterzuivering, aan drinkbaar water). Men spreekt dan van economische waterschaarste.
Ook hier kunnen we ons ‘druppeltje’ bijdragen. De voornaamste oorzaak van de economische waterschaarste is het gebrek aan investeringen in de watervoorziening door de overheid. Soms is dat te wijten aan de schaarse financiële middelen die de overheid ter beschikking heeft. Hier dient de internationale gemeenschap voldoende grote inspanningen te leveren om zowel de financiële als de technologische middelen te verzekeren om de watervoorziening in orde te krijgen. Soms speelt de corruptie van diezelfde overheid een belangrijke rol: zelfs in landen met een grote rijkdom aan economisch waardevolle grondstoffen die over gans de wereld geëxporteerd worden, zijn er onvoldoende middelen om de bevolking toegang te geven tot zuiver water. Ook hier kunnen internationale instanties voor ondersteuning zorgen op financieel en technologisch vlak. Maar dat zal niet helpen indien er geen drastische maatregelen genomen worden tegen de corruptie. Daarbij is het belangrijk om niet alleen te focussen op de gecorrumpeerden binnen de lokale overheden, maar ook actief op te treden tegen de corrumpeerders! Die laatsten zijn dan op de eerste plaats te vinden in de grote multinationals die instaan voor het leegroven van de natuurlijke rijkdommen van deze landen. Het betreft dan zeker niet alleen goud, koper, kobalt … Maar ook water behoort tot deze natuurlijke hulpbronnen en wordt door de grote multinationale agro-industrie gebruikt voor de export van tal van gewassen, waaronder katoen, soja, koffie …
In ontwikkelingslanden is de watervoorziening meestal in handen van de privésector. Dit heeft alleen maar geleid tot een ondermaatse dienstverlening. De toegang tot veilig water is er beperkt tot diegenen die het kunnen betalen.
Water is een mensenrecht! Iedereen moet toegang hebben tot veilig water! Die toegang moet betaalbaar zijn voor iedereen. Een antwoord bieden op de basisbehoefte aan water is een plicht voor de overheid. Wat verstaan we dan onder ‘basisbehoefte’? Op de eerste plaats veilig drinkwater en daarnaast water voor de landbouw om te voorzien in de basisvoedselvoorziening van elkeen. De rol van de privésector in de watervoorziening dient beperkt te blijven tot het commercieel gebruik van water: wanneer winst gemaakt wordt via het gebruik van water, moet ook een eerlijk deel van die winst gaan naar de watervoorziening. In deze kan de privésector, maar ook de overheid, participeren in de watervoorziening.
Heel af en toe kan water ook bij ons voor ongerustheid zorgen, zoals de afgelopen twee jaar, toen de droge zomers zorgden voor restricties bij het besproeien van het gras in de tuin. Veel verder ging het niet. Het probleem blijft een ‘ver-van-mijn-bed-show’.
Of misschien toch niet. In 2015 werd Europa geconfronteerd met een instroom van meer dan 1 miljoen migranten en vluchtelingen. De meeste vluchtelingen kwamen uit Syrië, Afghanistan en Irak. In mei 2017 waarschuwde de Duitse regering dat 6,6 miljoen migranten en vluchtelingen wachtten om vanuit Afrika en het Midden-Oosten Europa binnen te komen. We weten allemaal dat er diepgaande politieke gevolgen waren/zijn in Europa. Deze langdurige migratiecrisis, die zich vandaag herhaalt, wordt gedeeltelijk gedreven door waterschaarste. Aan de basis van de conflicten die zich afspelen in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika ligt niet rechtstreeks een gebrek aan water. Het watertekort maakt de situatie alleen maar erger en onleefbaarder. Studies van asielaanvragen voor 157 landen in de periode 2006-2015 tonen aan dat uitgesproken droogteperiodes de waarschijnlijkheid van gewapende conflicten hebben beïnvloed en een belangrijke rol speelden als verklarende factor voor het aantal asielzoekers in de periode 2011-2015. Het sterkste causale verband treedt op in de periode 2010-2012 toen de vluchtelingenstroom werd gedomineerd door asielzoekers afkomstig uit Syrië. Waterschaarste genereert op de eerste plaats interne migratie, naar de dichtstbijzijnde waterbron.
Klimaatverandering zal niet overal internationale vluchtelingenstromen veroorzaken. Dat zal hoogstwaarschijnlijk gebeuren in een land dat een politieke transformatie ondergaat, waar conflicten een vorm van ontevredenheid van de bevolking zijn ten aanzien van een niet-efficiënte reactie van de regering op klimaateffecten. Volgens het World Migration Report van 2018 zijn er nu 258 miljoen internationale vluchtelingen. Dat cijfer houdt geen rekening met de mensen die migreren binnen hun land. De meest recente schattingen suggereren dat er op dit ogenblik wereldwijd meer dan 760 miljoen binnenlandse migranten zijn. De prognoses naar de toekomst toe variëren sterk: tussen 25 miljoen en 1 miljard klimaatmigranten tegen 2050, waarbij de meest genoemde prognoses tegen 2050 maar liefst 200 miljoen door klimaatverandering veroorzaakte migranten suggereren.
Migraties als gevolg van klimaatveranderingen kunnen niet worden aangepakt op het lokale niveau, binnen een land of binnen een regio. De probleembehandeling kan niet worden overgelaten aan lokale of nationale overheden. Internationale actie dringt zich op. We leven in een geglobaliseerde wereld, die de facto gecontroleerd wordt door multinationale ondernemingen met winstmaximalisatie als primordiale doelstelling.
Yuval Noah Harari stelt in zijn boek ’21 lessen voor de 21ste eeuw’: “De eenentwintigste eeuw zou wel eens de meest ongelijke samenlevingen uit de geschiedenis kunnen voortbrengen“. Om dit doemscenario te vermijden, mag niet langer de winst centraal staan, wel de mens. Op elk van ons komt het dus aan. Elke druppel telt!
MARC VAN MOLLE is emeritus professor Fysische Geografie (Vrije Universiteit Brussel). Zijn onderzoek situeerde zich op het vlak van opslag van CO2 in de bodem, bodemerosie en waterbeheer. Hij is een veelgevraagd spreker omwille van zijn multidisciplinaire visie en expertise over het milieu, typisch voor een geograaf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier