Meisjes worden gemakkelijker afgestoten
Er is niet altijd een perfecte balans tussen jongens en meisjes bij de geboorte.
De geslachtsverhouding is een heikel thema in de natuur. In principe moeten er in de meerderheid van de soorten omzeggens evenveel jongens als meisjes geboren worden, anders kunnen er problemen komen met de stabiliteit van een populatie.
Maar er zijn situaties beschreven die duidelijk afwijken van een mooie balans. In het algemeen worden er in moeilijke omstandigheden wat meer meisjes geboren, en in gemakkelijke omstandigheden wat meer jongens – dat is ook bij mensen het geval.
De logica daarachter is dat het voor meisjes gemakkelijker is om tot voortplanting te komen, waardoor er in moeilijke omstandigheden minder in jongens wordt geïnvesteerd. Als het leven wat meezit, slaat die balans om.
Miskraam
Het is onduidelijk hoe er met de geslachtsbalans gespeeld wordt. Het Y-chromosoom dat bepaalt dat een embryo een jongen wordt, is wat korter dan het vrouwelijke X, waardoor er een verschil in zwemsnelheid naar het eitje kan zijn. Het is ook mogelijk dat er een verschil is in de kans op een miskraam in functie van het geslacht van een embryo.
Een artikel in het vakblad Theriogenology werd wat licht op de zaak. Er zou een rol weggelegd zijn voor de groeifactor IGF1. Alvast bij paarden is die in vrouwelijke embryo’s dubbel zo hoog dan in mannelijke.
Ook bij paarden baren goed gevoede merries verhoudingsgewijs wat meer hengstjes. Er worden ook wat meer vrouwelijke embryo’s geaborteerd dan mannelijke. De groeifactor zou de gevolgen van die verschillen binnen de perken kunnen houden. (DD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier