De milieuorganisatie Sea Shepherd wint (voorlopig) de strijd tegen de walvisjacht.
In de wateren rond de Zuidpool probeert de Amerikaanse organisatie Sea Shepherd regelmatig niet zachtaardig de Japanse walvisjacht te dwarsbomen. Daarbij komt het tot ware zeeslagen tussen de walvisvangersvloot en de organisatie.
Vorige week werd de jacht tijdelijk stopgezet, nadat Sea Shepherd het moederschip van de walvisvloot achterna had gezeten en de
laadhelling aan de boeg had geblokkeerd. Nu heeft het Japanse ministerie van Visserij beslist dat de vloot een week voor het einde van het seizoen huiswaarts keert, omwille van de “veiligheid van de schepen en de bemanningen”.
Volgens een militant van Greenpeace zou Japan echter eerder al besloten hebben om hun campagne dit jaar stop te zetten. Die beslissing zou echter niet te danken zijn aan de acties van de Sea Shepherd, maar aan het feit dat Japan al grote hoeveelheden walvisvlees zou hebben binnengehaald.
Obstructie
Japan vraagt echter wel aan de ambassadeurs uit Australië, Nieuw-Zeeland en Nederland om druk uit te oefenen op Sea Shepherd. De Japanse minister van Buitenlandse zaken, Seiji Maehara, noemt het “extreem betreurenswaardig dat de obstructieactiviteiten van Sea Shepherd niet zijn verhinderd” door Australië, Nieuw-Zeeland en Nederland.
In 1986 werd de commerciële walvisvangst verboden. Maar Japan jaagt “omwille van de wetenschap” nog steeds op de zoogdieren. Elk jaar trekken Japanse boten erop uit om honderden walvissen in de Antarctische Oceaan te vangen.
