Hubert Van Humbeeck
‘Wat is de plaats van Europa in de wereld van Xi Jinping?’
Op diplomatiek vlak is de Chinese president en partijleider Xi Jinping zonder twijfel de man van het moment. Twee weken geleden nog kreeg hij het voor elkaar dat de bittere vijanden Iran en Saudi-Arabië weer met elkaar praten. Vorige week hield de wereld de adem in tijdens zijn bezoek aan Vladimir Poetin. Het nieuws uit Moskou werd ook in Brussel nauwlettend gevolgd. Xi beloofde alvast niet openlijk dat China de Russen in Oekraïne militair zal steunen. Een groter Chinees engagement in de oorlog zou tot een meer directe botsing met de VS en de NAVO kunnen leiden.
Verschillende Europese leiders reppen zich nu snel na de Russische uitstap van Xi naar Peking. De Spaanse premier Pedro Sánchez maakt er deze week al zijn opwachting. Begin april stapt de Franse president Emmanuel Macron in het vliegtuig. Hij neemt Ursula von der Leyen mee, de voorzitster van de Europese Commissie. ‘Ik heb wel geen mandaat van Europa om met China te praten,’ zei Macron, ‘maar het is altijd goed om met één stem te spreken.’ Het herinnert aan het bezoek van Xi aan Parijs in 2019, toen Macron de Duitse bondskanselier Angela Merkel en toenmalig Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker mee rond de tafel vroeg.
De relatie met China is dan ook complex en alsnog niet helemaal duidelijk. Europa weet, zoals de VS, dat Chinese dominantie op het vlak van technologie een groot veiligheidsrisico betekent. Denk maar aan de beperking van het gebruik van de Chinese social media-app TikTok door verschillende overheden. Maar er wordt ook handel gedreven. De Chinese markt is groot en het land beschikt over noodzakelijke grondstoffen, zoals lithium voor de batterijen van elektrische auto’s. Europa wil wel minder afhankelijk worden van China, maar zover zijn we nog niet. De Luxemburgse premier Xavier Bettel waarschuwde in Brussel dat er misschien een dag komt waarop we China nog nodig hebben. Met andere woorden: wees voorzichtig.
Voor Xi steunt de internationale politiek op akkoorden tussen grootmachten die hun waarden niet opdringen.
Xi ziet zichzelf overigens als een neutrale bemiddelaar. De internationale politiek steunt, volgens hem, op akkoorden tussen grootmachten die hun waarden niet aan andere landen opdringen. Versta: geen gezeur over mensenrechten. Twintig jaar na de door Amerika geleide invasie van Irak is daar in een goed deel van de wereld ook begrip voor. Dat deel gelooft dat het Westen als het om internationaal recht en mensenrechten gaat een dubbele standaard gebruikt. In die wereld van Xi zoekt ook de economische grootmacht Europa zijn plek.