Leena Adel

‘Wankele stappen naar vrede in Jemen: kan de gebroken natie weer gelijmd worden?’

Leena Adel Curtin University
Ben Rich Universiteit van Curtin

Het einde van vijandelijkheden in de grotendeels vergeten burgeroorlog van Jemen lijkt nabij, maar hoe kan het gebroken land helen na zoveel jaar van bloedvergieten en ellende? Dat vragen experten Internationale politiek Leena Adel en Ben Rich van de Australische Curtin-Universiteit zich af.

Vorige maand zorgde China voor een toenadering tussen Saoedi-Arabië en Iran, een historisch akkoord waardoor de twee bittere rivalen hun diplomatieke banden opnieuw aanhaalden.

Er was hoop dat de toenadering ook een einde zou maken aan een van de langstlopende – en vrijwel vergeten – proxyoorlogen in Jemen.

Er zijn inderdaad vredesbesprekingen begonnen om een einde te maken aan het acht jaar durende brutaal conflict tussen een door Saoedi-Arabië geleide coalitie van negen regionale landen en de door Iran gesteunde Houthi-rebellen in Jemen. De oorlog heeft geleid tot wat vaak de ergste humanitaire crisis ter wereld wordt genoemd.

Ondanks de uitwisseling van honderden gevangenen tussen de strijdende partijen deze week en veelbelovende besprekingen over een permanent staakt-het-vuren en de opheffing van de Saoedische blokkade van Jemen onder Saoedische leiding, blijft de weg naar vrede echter ongelooflijk wankel.

Nog onzekerder is of Jemen zich ooit kan herstellen eens de vijandelijkheden zijn beëindigd.

Een gefragmenteerd land

Tijdens mijn reis naar Jemen afgelopen juli werd ik (Leena) bij meer dan veertig controleposten tussen de zuidelijke stad Aden en de hoofdstad Sanaa aangehouden door milities. Mijn chauffeur, die voor de oorlog arts was, informeerde me voor elke stop over de achtergrond en de banden van de controleurs. Geen enkele briefing tijdens de 12 uur durende rit was dezelfde.

Ter plaatse was het duidelijk dat de humanitaire crisis elk deel van het land had getroffen en de Jemenieten elk perspectief heeft ontnomen. Deze proxyoorlog, vol buitenlandse belangen en gevoed door regionale en lokale concurrentie, heeft van Jemen een gebroken natie gemaakt.

Overal in het land strijden verschillende gewapende groepen om invloed. In 2014 dreven Houthi-rebellen de internationaal erkende regering van Jemen in ballingschap en namen de controle over Sanaa over. Maanden later lanceerde de Saoedische coalitie – gesteund door de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Frankrijk – een militaire interventie om te proberen de regering weer aan de macht te krijgen.

De Houthi’s proberen sindsdien hun verworvenheden in het noorden van Jemen vast te houden, terwijl ze af en toe aanvallen uitvoeren in Saoedi-Arabië zelf.

In het zuiden steunen de Verenigde Arabische Emiraten de twee afscheidingsbewegingen – de Zuidelijke Overgangsraad en de Reuzenbrigades – en militariseren zij twee Jemenitische eilanden voor de zuidkust.

Saoedi-Arabië en Oman hebben ondertussen gevestigde belangen in de Mahra-regio in het oosten van Jemen en bemoeien zich met de stammenpolitiek. En de grootste islamistische politieke partij van Jemen, bekend als al-Islah, controleert de provincie Marib ten noordoosten van de hoofdstad en delen van twee andere regio’s, Taiz en Hadramawt.

De verdeeldheid in het land komt ook op andere manieren tot uiting. De munt die in het zuiden wordt gebruikt verschilt van die in Sanaa. In Aden is de afscheidingsvlag overal zichtbaar. In het noorden zag ik in een van de hoofdstraten van Sanaa het beeld hangen van de Iraanse generaal Qassem Soleimani, die drie jaar geleden door de VS werd vermoord.

Na de verwoestende humanitaire crisis is de fragmentatie van Jemen waarschijnlijk het schadelijkste resultaat van deze oorlog – en het grootste obstakel voor echte oplossingen om de crisis te beëindigen.

Matiging van het Saoedische beleid

Voor de Saoedi’s lijkt het vredesproces deel uit te maken van een bredere trend tot matiging van het buitenlands beleid. Het koninkrijk tracht zich terug te trekken uit bijna een decennium van blunders, misrekeningen en destructieve avonturen in het buitenland.

Sinds de oprichting van het koninkrijk in 1932 worden de Saoedische diplomatie en het veiligheidsbeleid gekenmerkt door voorzichtigheid en de wens om de status quo van een regionaal machtsevenwicht te handhaven.

Riyad heeft daarbij nooit gestreefd naar openlijke overheersing van de regio. Het richtte zijn inspanningen op het dwarsbomen van degenen die dat wel deden, zoals Egypte onder Gamal Abdel Nasser, Irak onder Saddam Hoessein en het postrevolutionaire Iran. Belangrijk is dat de Saoedi’s ook directe confrontaties probeerden te vermijden en in plaats daarvan gebruik maakten van hun olierijkdom en hun diplomatieke invloed en allianties in de omgang met rivalen.

De eerste zes monarchen van het koninkrijk volgden deze aanpak. Maar de zaken namen een dramatische wending met de opkomst van koning Salman en de benoeming van zijn erfgenaam, kroonprins Mohammed bin Salman, op sleutelposities in de Saoedische regering in 2015.

Bekend om zijn zelfvertrouwen en minachting voor traditie, begon bin Salman al snel met het uitstippelen van een nieuw, agressief buitenlands beleid voor het koninkrijk. Daarbij liet hij de lessen uit het verleden links liggen.

Dit omvatte onder meer het opleggen van een blokkade aan (en het net niet invallen van) Qatar, het ontvoeren van de premier van Libanon, het vermoorden van journalist Jamal Khashoggi en een provocerende aanpak van de regionale rivaal Iran.

Onder dit nieuwe gespierde buitenlandse beleid was de invasie van Jemen in 2015 de allereerste grote militaire operatie van Saoedi-Arabië in het buitenland. Het was bedoeld als een korte operatie die de militaire en technologische kracht van een dynamisch en capabel koninkrijk zou demonstreren.

In plaats daarvan ontaardde de invasie al snel in een verkwistend moeras zonder uitweg. Ze heeft het land enorm veel levens, middelen en reputatie gekost. Tegelijkertijd heeft ze de Jemenitische bevolking eindeloos veel ellende en menselijk leed bezorgd.

Acht jaar later keert Riyad terug naar een minder confronterende houding in de regio. Na de detente met Iran zou het oplossen van de oorlog in Jemen een nieuwe belangrijke stap zijn op weg naar een “normalisering” van het Saoedische buitenlandse beleid.

(Lees verder hieronder.)

Volgende stap voor het Jemenitische volk?

Na acht jaar bommen, raketten, vernietiging en honderdduizenden burgerdoden is het het Jemenitische volk dat het meest heeft verloren in deze oorlog.

Houthi- en Saoedi-functionarissen mogen dan wel beweren dat er wordt gewerkt aan een politieke oplossing, maar of die een serieuze en broodnodige humanitaire component zal hebben, blijft een grote vraag. Voor de bevolking van Jemen zal de weg naar vrede zwaar zijn, aangezien zij door de gebroken natie moet navigeren die het conflict heeft achtergelaten.

Als het doel een duurzame vrede is, moeten de Saoedi’s de verzoeken van de Jemenitische onderhandelaars inwilligen, te beginnen met een permanent staakt-het-vuren en het opheffen van de blokkade.

Het is ook absoluut noodzakelijk dat de huidige exclusieve Houthi-Saoedi-vredesbesprekingen worden opengesteld voor leiders van alle facties in het hele land. Een realistisch plan voor ‘transitional justice’ is nodig om de meer dringende humanitaire kwesties aan te pakken. Daarvoor moeten alle partijen bij de besprekingen aanwezig zijn.

Ten slotte moeten de vredesbesprekingen onder Jemenitische leiding blijven om uiteindelijk het pad te effenen voor een politieke overgang waarbij de Jemenieten de toekomst van hun land zelf kunnen bepalen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content