Het Pentagon bevestigt dat VS-vliegtuigen raids hebben uitgevoerd tegen vermoede opslagplaatsen van chemische wapens van de terreurgroep Islamitische Staat (IS). De luchtaanvallen volgden op de ondervraging van een gevangen IS-specialist.
Volgens Pentagon-woordvoerder Peter Cook ageerde het Amerikaanse leger na informatie over de opslagplaatsen te hebben verkregen van Suleiman Daoud al-Afari, onder de Iraakse president Saddam Hoessein expert inzake biologische en chemische wapens. De man, die ook een leidende rol had bij IS, werd enkele weken geleden door Amerikaanse militairen opgepakt en nadien uitgeleverd aan de Iraakse regering.
Details over de raids wou Cook niet kwijt.
Saudische steun
Volgens VS-inlichtingendiensten heeft IS minstens twaalf aanvallen uitgevoerd met mosterdgas, voor het merendeel in Syrië. Bij die aanvallen vielen doden, maar niet door de inzet van het gas, wel door artillerievuur. Cook herinnerde eraan dat het inzetten van chemisch wapentuig een overtreding is van de internationale wetgeving. Tot medio 2013 werden zowat alle chemische aanvallen in Syrië toegeschreven aan de regering in Damascus, en was er van het bezit door de terreur- of rebellengroepen in Syrië van chemische wapens nooit sprake. Volgens The New York Times hebben de chemisch wapens van IS de capaciteit om te verminken maar niet om te doden. Daoud al-Afari zou verklaard hebben dat het mosterdgas in de granaten van IS niet geconcentreerd genoeg is om dodelijk te zijn.
Intussen maakt de voormalige Britse diplomaat Craig Murray gewag van de inzet, de voorbije 48 uur, van geel fosfor door door Saudi-Arabië gesteunde “rebellen” tegen burgers in de omstreden Syrische stad Aleppo.
(Belga/RR)
