Vlaamse Europarlementsleden houden onkostenvergoedingen geheim

© Getty
Kamiel Vermeylen

Het merendeel van de twaalf Vlaamse Europarlementsleden was de voorbije jaren niet transparant over hun lobbycontacten en onkostenvergoedingen. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven.

Op 9 juni vinden er naast de federale en de regionale ook Europese verkiezingen plaats. In het Europees Parlement zitten 12 Vlaamse vertegenwoordigers: de N-VA en Vlaams Belang hebben er elk drie, de CD&V en de Open VLD elk twee, en Groen en Vooruit moeten het ieder met één zetel stellen. Op 16 juli, de dag waarop het nieuwe parlementaire jaar opent, krijgt Vlaanderen er overigens één zetel bij.

In de aanloop naar de Europese verkiezingen brengen de professoren Europese politiek Steven Van Hecke en Wouter Wolfs (KU Leuven) samen met doctoranda Lien Jansen een rapport uit over de Vlaamse Europarlementsleden. Niet alleen hun stemgedrag komt aan bod, maar ook hun inkomsten, vergoedingen en lobbycontacten – en de mate waarin ze daar transparant over zijn. De resultaten zijn ontnuchterend, vooral als het om de centen gaat.

Lobbyisten

Europarlementsleden komen tijdens hun werk onvermijdelijk in contact met lobbyisten, die bij het brede publiek vaak geen al te beste reputatie hebben. ‘Het parlement heeft daarom een aantal maatregelen genomen om zulke contacten beter te reguleren’, zegt Van Hecke. ‘Belangenvertegenwoordigers moeten zich inschrijven in een transparantieregister en parlementsleden moeten openbaar maken welke lobbyisten ze ontmoeten in het kader van wetgevende dossiers waarvoor ze verantwoordelijk zijn.’

Parlementsleden kunnen ook uit eigen beweging al hun ontmoetingen met belangenorganisaties op de website van het Europees Parlement publiceren. Tom Vandekendelaere (CD&V) geeft bijvoorbeeld aan dat hij tijdens de onderhandelingen over de Europese Natuurherstelwet geregeld sprak met de Boerenbond. Johan Van Overtveldt (N-VA) maakt vrijwillig bekend dat hij eind november een ontmoeting had met de Iraanse oppositie.

In totaal geven 7 van de 12 Vlaamse Europarlementsleden inzage in hun ontmoetingen met lobbyisten. Assita Kanko (N-VA), Guy Verhofstadt (Open VLD) en de drie Vlaams Belangers Tom Vandendriessche, Filip De Man en Gerolf Annemans doen dat niet en krijgen van de KU Leuven een onvoldoende. ‘Er is bij mij nooit een belangenconflict vastgesteld’, benadrukt Verhofstadt tegenover Knack. Kanko zegt dat ze ‘zelden of nooit contacten heeft met lobbyisten’.

© Knack

Controverse

Europarlementariërs verdienen aardig hun kost. Boven op een nettoloon van bijna 8000 euro krijgen ze een dagvergoeding van 350 euro telkens als ze zich inschrijven in een aanwezigheidsregister. Daarbij komt een maandelijkse onkostenvergoeding van 4950 euro, die kan dienen voor bijvoorbeeld de huur van kantoorruimte, de organisatie van evenementen of administratiekosten. Beide vergoedingen worden wel gehalveerd als een Europarlementslid aan minder dan de helft van de stemmingen deelneemt.

‘Over die onkostenvergoedingen bestaat al jaren controverse’, vertelt Lien Jansen, coauteur van het KU Leuven-rapport. ‘Parlementsleden hoeven geen bewijsstukken voor te leggen van de kosten die ze maken en de diensten van het Europees Parlement zijn niet verplicht die uitgaven te controleren. Het ongebruikte deel van de algemene onkostenvergoeding hoeft ook niet te worden teruggestort aan het Europees Parlement.’

Dat leest u goed. Europarlementsleden hoeven het maandelijkse bedrag van 4950 euro voor onkostenvergoedingen niet te verantwoorden, laat staan terug te betalen. Sommige Vlaamse Europarlementariërs kiezen er vrijwillig voor om de gemaakte onkosten publiek te maken en de overschotten wel terug te storten: Kathleen Van Brempt (Vooruit) en Cindy Franssen (CD&V) doen dat. Sara Matthieu (Groen) benadrukt dat er in haar fractie een controlesysteem is en dat ze de overschotten steevast terugstort. ‘Elk bonnetje van ons kantoorbudget wordt door ons bewaard en door een externe boekhouder onder de loep genomen. Zo garanderen we maximale transparantie’, aldus Matthieu. ‘Het resterende bedrag dat ik jaarlijks overhoud, zo’n 10.000 euro, stort ik terug aan het Europees Parlement en dus aan de Europese belastingbetaler. Als groenen zijn we trouwens vragende partij voor een betere controle op die budgetten.’

Bij de N-VA, de Open VLD en het Vlaams Belang toont niemand die transparantie. ‘Ik volg nauwgezet de regels van het Europees Parlement over het aangeven van alle externe en financiële belangen. Die kan iedereen op de website lezen’, zegt Guy Verhofstadt. ‘Wat mijn politiek handelen betreft, kan iedereen me beoordelen op mijn politieke tussenkomsten en mijn stemgedrag. Dat volstaat.’ Gerolf Annemans (Vlaams Belang) benadrukt dat hij ‘alle regelgeving nauwgezet volgt’ en Hilde Vautmans (Open VLD) kondigt aan dat ze vanaf de volgende zittingsperiode van het parlement alles openbaar zal maken.

Geldstromen

Toch bestaan er heel wat vragen over de onkosten die de Open VLD en het Vlaams Belang maken. Volgens cijfers van AdLens, een collectief dat politieke advertenties onderzoekt, gaf Vandendriessche sinds juni 2019 een kleine 480.000 euro uit aan campagnes op sociale media. Eerder zei Vandendriessche daarover dat hij een jaarlijks Europees werkingsbudget heeft van ongeveer 60.000 euro, maar dat hij met goedkeuring van het Europees Parlement ook een deel van het budget van partijgenoot en collega-Europarlementslid Filip De Man mag gebruiken.

Assita Kanko (N-VA), Guy Verhofstadt (Open VLD) en de drie Vlaams Belangers Tom Vandendriessche, Filip De Man en Gerolf Annemans krijgen van de KU Leuven een onvoldoende.

‘Ik wend de Europese werkingsmiddelen efficiënt, effectief en wettelijk aan’, benadrukt Vandendriessche tegenover Knack. Gevraagd naar een bewijs van die goedkeuring van het Europees Parlement houdt Vandendriessche de boot af, maar de verantwoordelijke diensten van het halfrond laten weten dat ze voor zulke aangelegenheden helemaal geen goedkeuring geven. Bovendien gaf De Man – niemand die weet wat hij de afgelopen vijf jaar in het Parlement deed – zelf ook ruim 140.000 euro aan campagnes op sociale media uit.

Ook bij de Open VLD-vertegenwoordigers in het Europees Parlement zijn er vragen te stellen bij de geldstromen. Vanuit de liberale Renew-fractie vloeien er flinke bedragen belastinggeld naar bedrijven in de omgeving van Hilde Vautmans – volgens de letter van de wet is dat overigens niet verboden, al is het zeker ook niet de bedoeling. Zo kreeg het Limburgse communicatiebedrijf Hands in 2021 en 2022 een bedrag van ruim 90.000 euro voor het beheer van onder meer de website van Guy Verhofstadt. De onderneming is in handen van de Hasseltse Open VLD-schepen Laurence Liebert en een kandidaat op de Europese lijst van Open VLD, Kristof Schiepers.

Een ander Truiens bedrijf, Publikado, kreeg de voorbije twee jaar ruim 80.000 euro aan Europese middelen voor allerlei gadgets. Eigenaar van het bedrijf is de vader van een Open VLD’er die eerder in Sint-Truiden op de lijst stond en nu kandidaat is op de Kamerlijst. Tot slot ontving het bedrijf Impuls uit Genk de voorbije twee jaar 40.000 euro via de liberale fractie in het Europees halfrond voor het beheer van websites en de sociale media van liberale Europarlementsleden – de voormalige zaakvoerder staat erg dicht bij de familie Vautmans. ‘Ik volg alle regels’, maakt Vautmans zich sterk.

Volgens Van Hecke blazen veel Europarlementsleden tegelijkertijd koud en warm. ‘Velen van hen hebben terechte kritiek wanneer de Europese Commissie schimmige deals sluit of nationale regeringen misbruik maken van Europese middelen. Als diezelfde Europarlementsleden dan zelf geen transparantie bieden over hun contacten met belangenvertegenwoordigers of over de riante vergoedingen die ze krijgen, dan verliezen ze een groot deel van hun geloofwaardigheid.’

Partner Content