Trans-Atlantische samenwerking? ‘Amerika en Europa zijn steeds minder op elkaar gaan lijken’

URSULA VON DER LEYEN MET JOE BIDEN ‘Brussel mag dan wel de hoofdstad van Europa zijn, in de VS is dat nauwelijks bekend.’ ©  GETTY IMAGES

Hardnekkige blinde vlekken staan de trans-Atlantische samenwerking in de weg. Wat valt daaraan te doen? Een gesprek over Amerikaans patriottisme, Europees antiamerikanisme en een gevaarlijke derde hond.

Het idee was om het gesprek in de buurt van de Leuvense universiteitsbibliotheek te voeren. Dat gebouw aan het Monseigneur Ladeuzeplein blijft een voorbeeld bij uitstek van de relatie tussen de Verenigde Staten en de Leuvense universiteit. De bibliotheek werd bij het begin van de Eerste Wereldoorlog door Duitse militairen platgebrand en begin jaren twintig van de vorige eeuw met Amerikaans geld weer opgebouwd, als een geschenk van het Amerikaanse volk aan de stad Leuven en haar universiteit.

Maar dat was honderd jaar geleden. Hoe is het nu met de relaties tussen Amerika en Europa gesteld? Omdat ze vinden dat die een stuk beter zouden kunnen, dat misverstanden moeten worden opgeruimd, begonnen Jan Wouters en zijn bijna-naamgenoot Dirk Wouters – geen familie – in 2020 aan de KU Leuven met een Amerika Europa Fonds. Jan Wouters is professor internationaal recht aan de universiteit en bestuurder van het Fonds. Gepensioneerd beroepsdiplomaat Dirk Wouters was tot 2020 ambassadeur in Washington en daarvoor Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie. Hij is nu, na zijn actieve loopbaan, als adviseur verbonden aan het kabinet van prinses Astrid.

Het Fonds voorziet, onder meer, in een onderdeel van een masteropleiding (Comparative American European Studies), een bijzondere leerstoel over innovatie, technologie en internationale regulering, een trans-Atlantische lezingenreeks en een strategisch discussieforum voor bedrijfsleiders en academici. De initiatiefnemers zochten en vonden partners voor hun project aan weerszijden van de oceaan. Onder meer het gerenommeerde German Marshall Fund of the United States en de Bertelsmann Stiftung doen mee.

Trans-Atlantische samenwerking is nodig om te voorkomen dat China de wereld zijn normen oplegt.

Jan Wouters

Dirk Wouters: ‘Het idee voor zo’n fonds is gegroeid toen ik nog ambassadeur in Washington was. Ook als Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie was het me al opgevallen hoe weinig de Europese besluitvorming rekening hield met relevante ontwikkelingen in de Verenigde Staten. En omgekeerd: hoe weinig Washington rekening hield met Europese standpunten. Een punt van zorg was voor mij ook dat de mogelijkheden voor Europese jongeren om via het academische aanbod kennis op te doen van Amerika er spectaculair op achteruitgingen.’

Is er een verklaring waarom de belangstelling voor de relatie met Amerika aan de universiteiten terugloopt?

JAN WOUTERS: Ik heb het eurocentrisme tijdens mijn academische loopbaan de voorbije decennia alleen maar zien toenemen. Hoe dat komt? Follow the money! Wetenschappelijk onderzoek volgt het geld. Universiteiten zijn succesvol in het aantrekken van middelen uit grote Europese onderzoekfondsen, maar dat brengt ook met zich mee dat hun blik op andere delen van de wereld versmalt. Onze uitdaging is om die blik weer te verruimen en de complexiteit van twee systemen te vergelijken in hun juridische, economische, politieke en maatschappelijke dimensie.

DIRK WOUTERS: Bij de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1952 openden de VS bij die nieuwe organisatie bijna spontaan een Amerikaanse ambassade. Als een teken van erkenning. ‘Vader van Europa’ Jean Monnet wist niet goed wat hij daar tegenover moest stellen, maar besloot uiteindelijk in Washington een informatiebureau te openen. Hij begreep toen al dat er bij die Europese constructie uitleg nodig was.

Wat is in de Europese kijk op de VS de voornaamste blinde vlek?

DIRK WOUTERS: We zijn geneigd alleen maar naar de Amerikaanse president te kijken en hebben daardoor veel te weinig oog voor wat er buiten Washington leeft. Tijdens mijn ambassadeurschap heb ik zo’n 35 staten bezocht en ik zag daar een hele sterke economie, die wij waarschijnlijk onderschatten. Toen covid begon, hadden de VS 128 maanden van achtereenvolgende economische expansie achter de rug, dat is meer dan tien jaar! Die expansie kwam voor het grootste deel uit ondernemende staten zoals Texas, Noord- en Zuid- Carolina en Georgia. Toen we vorige zomer in Georgia waren, vertelde gouverneur Brian Kemp (Republikein) ons dat zijn staat de twee jaar daarvoor een groei van 8 procent kende. Ik zag in Amerika een enorm veerkrachtige economie, met een snelle besluitvorming en een grote diversiteit in de ondernemingen. De aanwezigheid van vrouwen is, bijvoorbeeld, ver gevorderd – en dat helpt.

Toen schrijver Geert Mak in 2010 in het spoor van John Steinbeck Amerika doorkruiste, had hij het in zijn reisverslag over een wereld van roest, betonrot en neergang. Is dat beeld intussen veranderd?

DIRK WOUTERS: Er zijn zeker nog sporen van het verleden, maar je vindt daarnaast ook meer en meer moderne industrie. Neem Pittsburgh. Het stereotiepe beeld dat we kennen van zwart-witfoto’s met rook uit vervuilende fabrieken, zit nog altijd in ons hoofd. Maar vandaag heb je daar een economisch en academisch systeem met hoge technologie. Computer- en robotonderzoek in Pittsburgh zijn top.

NAVO-hoofdkwartier in Brussel. ‘De Ruslandfactor werd aan de twee oevers van de oceaan op een verschillende manier beleefd.’
NAVO-hoofdkwartier in Brussel. ‘De Ruslandfactor werd aan de twee oevers van de oceaan op een verschillende manier beleefd.’ © GETTY IMAGES

Als dat het misverstand is aan Europese kant, wat is dan omgekeerd het grootste obstakel?

JAN WOUTERS: Het grootste probleem is dat Amerikanen de Europese Unie nog altijd niet begrijpen. Als universiteit merken we ook dat ze altijd eerst naar bilaterale relaties kijken, naar Parijs en Londen bijvoorbeeld, en eerder de oude culturen en talen zullen bestuderen dan het moderne Europa, zoals wij dat kennen. Brussel mag dan wel de hoofdstad van Europa zijn, maar in de VS is dat nauwelijks bekend.

DIRK WOUTERS: Amerikaanse kenners van de trans-Atlantische relatie zeggen dat ze het beste resultaat halen als ze met allebei de niveaus spreken. Als ze diplomatiek Europa willen consulteren, zullen ze dus eerst Parijs bellen, al was het maar omwille van de nauwe samenwerking tussen de Franse en Amerikaanse militaire apparaten. En Duitsland is natuurlijk nog altijd het economische hart van het Europese project. Maar er is nu toch een groot verschil met de situatie onder Donald Trump, toen er nog nauwelijks met de EU werd gepraat.

In welke mate heeft de oorlog in Oekraïne de relatie veranderd?

DIRK WOUTERS: De Ruslandfactor heeft in trans-Atlantische relaties altijd al een belangrijke rol gespeeld, maar hij werd aan de twee oevers van de oceaan toch op een verschillende manier beleefd. Wij wonen op hetzelfde continent als Rusland. We wisten dat er daar ergens halverwege een bordje hing: ‘Pas op, gevaarlijke hond!’ Maar we raakten daar ook aan gewend en we waren niet meer altijd zo bang. De Amerikanen, die in een strategische rivaliteit met Moskou verwikkeld waren, zagen dat anders. Er was de wapenwedloop. Washington had ook een andere historische interpretatie van het einde van de Koude Oorlog. Voor hen had de Sovjet-Unie echt een duidelijke nederlaag geleden. Maar wij moesten met de opvolgstaat van de Sovjet-Unie, met Rusland, blijven praten.

Is de Ruslandfactor met de oorlog dan nu helemaal terug?

DIRK WOUTERS: Zeker. President Joe Biden nam de leiding van de westerse reactie en Europa kroop weer dichter bij Amerika. Het feit dat de Amerikanen de informatie van hun inlichtingendiensten over de plannen voor de Russische invasie van meet af aan gedeeld hebben met de Europeanen, heeft vertrouwen gewekt. Dat was, bijvoorbeeld, in de tijd van de oorlog met Irak en Saddam Hoessein helemaal niet het geval. Biden heeft ook meteen gezegd dat de VS geen partij zijn in deze oorlog en dat heeft ervoor gezorgd dat de trans-Atlantische relaties op politiek niveau beter zijn dan tevoren.

Op economisch vlak lijkt de relatie toch niet zo hecht. De Inflation Reduction Act (IRA) van Biden, die miljarden dollars uittrekt voor groene bedrijven die in Amerika produceren, geeft zelfs blijk van een protectionisme dat wel van Trump lijkt te zijn geërfd.

JAN WOUTERS: De IRA heeft misschien wel enkele protectionistische kantjes, maar ik zou daar toch niet te zwaar aan tillen. Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft maanden geleden al uitvoeringsregels uitgewerkt die voor een stuk aan de Europese verzuchtingen tegemoetkomen. De wet zelf kunnen ze niet veranderen, maar ze doen wat ze kunnen om te luisteren naar de Europese bezwaren, en ik vermoed ook die van Zuid-Korea en Japan.

Ondertussen maken Europese bedrijven wel stilaan hun rekening.

JAN WOUTERS: Klopt. Als een bedrijf als Volkswagen zegt dat het in de VS voor tien miljard dollar aan belastingkredieten kan krijgen, is dat een teken aan de wand. Andere bedrijven zetten investeringen in Oost-Europa on hold. Ook Amerikaanse staten proberen bedrijven hier te verleiden om bij hen te investeren. Het gaat snel. En dan vragen die bedrijven wat de Europese Unie daartegenover stelt. Dat is momenteel nog een groot debat. De toepassing van de regels voor staatssteun zouden worden versoepeld, maar hoever Europa daarin wil gaan, weten we nog niet. Die regels zijn er ook om minder kapitaalkrachtige lidstaten te beschermen tegen lidstaten met diepe zakken. Duitsland trekt, bijvoorbeeld, ongelooflijk veel geld uit voor subsidies.

DIRK WOUTERS: De VS doen Europa, Zuid-Korea en Japan nu vooral pijn in de sector van de elektrische auto’s. Wie zo’n in de VS geproduceerde auto koopt, heeft recht op een belastingkrediet van 7500 dollar. Eind december al schreef het Amerikaanse ministerie van Financiën uitvoeringsregels die zeggen dat Europeanen dat geld onder bepaalde voorwaarden ook kunnen krijgen. Maar die informatie werd niet opgepikt. Dat is één. Twee: het debat over het verschuiven van investeringen naar Amerika was in grote bedrijven al volop aan de gang vóór er van een IRA sprake was. Drie: de Europese reactie. Je moet de eigen industrie kunnen ondersteunen zonder overheden te ruïneren en de eenheidsmarkt te laten verbrokkelen. Als elk land de vrijheid krijgt om subsidies uit te delen en investeringen aan te trekken, zou dat zeker gebeuren. Landen zoals België en Nederland kunnen dat niet dragen. Bovendien blijft de eenheidsmarkt de belangrijkste strategische troef van de Unie in de internationale betrekkingen.

‘Er is dankbaarheid voor de Europese houding tijdens de moeilijke Trump-jaren.’
‘Er is dankbaarheid voor de Europese houding tijdens de moeilijke Trump-jaren.’ © getty images

Er is in Europa intussen ook een roep om strategische autonomie, zodat we voor onze groene economie bijvoorbeeld niet langer van anderen afhankelijk zijn.

DIRK WOUTERS: Dat is een concept uit een intern Frans debat over militaire onafhankelijkheid, dat naar de rest van Europa komt overgewaaid. Het gaat inderdaad enorm ver: we moeten strategisch autonoom worden op het vlak van volksgezondheid, technologie, data enzovoorts. Maar ik geloof niet dat Europa vandaag de middelen heeft om op al die vlakken autonoom te worden. Voor een aantal zaken werken we toch nog altijd het beste met de Amerikanen samen.

Is er in de trans-Atlantische relaties toch niet vooral sprake van eenrichtingsverkeer vanuit de VS naar Europa?

DIRK WOUTERS: Nee. De Amerikaanse regering is ons zeker dankbaar dat we tijdens de moeilijke jaren van president Trump toch zijn blijven proberen de internationale samenwerking overeind te houden. Er is erkenning voor de manier waarop de Europese instellingen recent de gezondheidscrisis hebben opgevangen en voor de manier waarop de Europese Centrale Bank de inflatie aanpakt. Er is ook waardering voor de Europese reactie op de oorlog in Oekraïne.

Hebben de Amerikanen er begrip voor dat Europeanen anders naar China kijken dan zij?

JAN WOUTERS: Er is behoefte aan trans-Atlantische samenwerking om te voorkomen dat China de wereld meer en meer zijn normen oplegt. President Xi Jinping wil met name op het vlak van de artificiële intelligentie tegen 2030 de wereldstandaarden leveren. Europa is sterk in regelgeving. Met een trans- Atlantisch partnerschap via, onder meer, de Trade and Technology Council (TTC) van Biden staan we tegenover China sterker.

Zag Europa dat Chinese gevaar te laat?

JAN WOUTERS: De eeuwige gespleten ziel van Europa! De Unie concludeerde pas drie jaar geleden dat China niet alleen een partner is, maar ook een systemische rivaal die een ander soort internationale ordening wil en niet wakker ligt van mensenrechten en dergelijke. In de VS leeft dat besef al veel langer, het is ook zowat het enige punt waarover Democraten en Republikeinen het nog met elkaar eens zijn. Europa wordt daar nu, ook via de NAVO, voor een stuk in meegezogen. Instrumenten die Europa ontwikkelt om ook in zijn handelsbeleid strategisch autonoom te worden, zijn in de eerste plaats bedoeld om China in de gaten te houden. Dat wordt niet expliciet gezegd, maar het is wel zo. Denk aan het instrument om investeringen te screenen, dat ervoor moet zorgen dat China niet alle essentiële infrastructuur in lidstaten opkoopt.

Zit Europa nu dan ten aanzien van China helemaal op de lijn van de VS?

JAN WOUTERS: Het is genuanceerd. Ik heb de indruk dat zeker Commissievoorzitter Ursula von der Leyen sterk de Amerikaanse kaart speelt. Maar of alle andere Europese politici dat ook doen, weet ik niet. Er is onze samenleving toch nog altijd een vrij groot antiamerikanisme.

Waar komt dat vandaan?

DIRK WOUTERS: Het vindt zijn oorsprong in de jaren zestig en de Vietnamoorlog. En zelfs al daarvóór, toen de Amerikanen in het spoor van de Marshallhulp hun bedrijfscultuur naar Europa brachten. Het is nu wat minder, met de oorlog in Oekraïne. De angst voor Rusland is terug en die maakt dat er ook bereidheid is om over die IRA te praten. Samenwerken zit in het DNA van de Europese Unie, maar wat China betreft, zitten we toch nog niet op dezelfde lijn als de Amerikanen. Zij weten waarschijnlijk al beter wat ze zouden doen als China actie zou ondernemen tegen Taiwan. Europa heeft zijn positie op dat vlak nog niet bepaald.

Dat is voor ons dan weer ver van ons bed.

DIRK WOUTERS: Er zijn tussen Europa en Amerika gelijkenissen, maar ook fundamentele verschillen, die maken dat het zicht op de wereld niet altijd hetzelfde is. Er is het grote patriottisme in de VS, kinderen die elke dag de vlag groeten, het gevoel dat ze in een uitzonderlijk land leven. Denk ook aan de rol van de militairen, die bij publieke evenementen altijd en overal op de eerste rij zitten. Ons gevoel is dat Amerika en Europa steeds minder op elkaar zijn gaan lijken. Amerikanen hebben totaal andere opvattingen over de rol van de overheid in de samenleving dan Europeanen.

Biden pompt nu toch ook veel overheidsgeld in de economie? Hij lijkt welhaast een Europese sociaaldemocraat.

DIRK WOUTERS: Dat is ook de reden waarom hij zo veel kritiek krijgt. De Amerikanen zeggen dat ze hem niet hebben verkozen om een soort New Deal-president te zijn, maar om in de eerste plaats de rust terug te brengen. Om de politieke instellingen weer te laten werken.

De VS zijn vandaag steeds meer de Verdeelde Staten van Amerika. Welke gevolgen heeft dat voor de trans-Atlantische betrekkingen?

DIRK WOUTERS: Het is niet de eerste keer dat het land zo verdeeld is. Denk aan de Grote Depressie in de jaren dertig of aan de rassenrellen in de jaren zestig. Het verschil is dat het democratische systeem toen altijd is blijven werken, terwijl het presidentschap van Trump echt een beeldenstorm was op de Amerikaanse instellingen. De eerste zorg is nu dat het model van democratie wordt gevrijwaard, want de Republikeinen zullen allicht proberen lokaal volledige controle te krijgen op het tellen van de stemmen.

JAN WOUTERS: Toen we in Washington bij de Europese ambassadeur langsliepen, was hij bijzonder enthousiast over ons Fonds. Hij zag er een gelegenheid in om uit te leggen hoe politieke partijen in het Europees Parlement samenwerken in plaats van te polariseren, zoals in het Amerikaanse Congres. Laten we hopen dat we zo in beide richtingen van elkaar kunnen leren.

Jan Wouters

° 1964

Studeerde filosofie en rechten aan de universiteiten van Antwerpen, Leuven en Harvard.

Professor internationaal recht en internationale organisaties aan de KU Leuven.

Visiting professor aan het Europa College in Brugge, Sciences Po in Parijs en de LUISS University in Rome.

Jean Monnet Chair ad personam voor EU & Global Governance Studies.

Directeur van het Instituut voor Internationaal Recht en het Leuven Centre for Global Governance Studies.

Dirk Wouters

° 1955

Studeerde rechten en economie aan universiteiten Antwerpen, Leuven en de London School of Economics.

Begon zijn diplomatieke carrière in 1980.

2008 diplomatiek adviseur van premier Herman Van Rompuy.

2009 kabinetschef van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere.

2011-2016 Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie.

2016-2020 ambassadeur in de Verenigde Staten.

Sinds 2020: verbonden aan het kabinet van prinses Astrid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content