‘Tienerzwangerschappen en covid: een dubbele pandemie in Zuid-Afrika’

‘Mede door de pandemie stijgt het aantal tienerzwangerschappen in Zuid-Afrika. Dat heeft met heel wat factoren te maken, waaronder desinformatie en moeilijke toegang tot gezondheidszorg’, schrijft Kim Jonas van de South African Medical Research Council.

Tienerzwangerschappen blijven een wereldwijd probleem. In ontwikkelingslanden worden jaarlijks naar schatting 21 miljoen meisjes tussen 15 en 19 zwanger, van wie er 12 miljoen bevallen.

De zwangerschappen op jonge leeftijd leiden niet alleen tot gezondheidsrisico’s voor de moeders en hun baby’s, maar kunnen ook de volgende generatie parten spelen. Meisjes die zwanger worden stoppen bijvoorbeeld vaak met school, waardoor hun kansen worden beperkt en een vicieuze cirkel van armoede in stand wordt gehouden.

Stijging

Zuid-Afrika registreerde in 2018 en 2019, en meer recentelijk tijdens de covid-19-pandemie, verhoogde percentages tienerzwangerschappen in verschillende regio’s in het land. Dat was mede te wijten aan de moeilijkheid om toegang te krijgen tot voorbehoedsmiddelen tijdens de lockdown.

Een toename van het aantal tienerzwangerschappen wijst sterk in de richting van problemen bij de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg voor deze kwetsbare leeftijdsgroep. En het is een reden tot bezorgdheid.

Al voor de pandemie was 16 procent van de vrouwen in Zuid-Afrika zwanger tussen hun 15 en 19. Het cijfer varieert tussen 11 procent in steden en 19 procent in landelijke gebieden.

Geweld

Een factor die daaraan bijdraagt, is geweld tegen vrouwen en meisjes. In Zuid-Afrika ervaart een op de drie vrouwen gendergerelateerd geweld en krijgt een op de vijf minderjarige kinderen te maken met seksueel misbruik.

Ook tekortkomingen in het gezondheidssysteem dragen bij aan de vele tienerzwangerschappen. Het is niet altijd makkelijk voor adolescenten om voorbehoedsmiddelen te vinden, als de dienstverlening niet op hen is toegespitst. Bovendien laat ook de voorlichting over anticonceptie te wensen over.

En in Zuid-Afrika krijgt 31 procent van de meisjes tussen 15 en 19 jaar niet de anticonceptiva die ze nodig hebben – een hoger percentage dan bij andere leeftijdsgroepen.

Wij hebben de factoren onderzocht die de toegang tot en het gebruik van anticonceptie bij adolescente meisjes en jonge vrouwen beïnvloeden. Als er geen aandacht wordt besteed aan deze factoren, kunnen de behoeften en rechten van adolescenten worden verwaarloosd, ook na de pandemie. Het aantal ongewenste vroege zwangerschappen kan hoog blijven, met gevolgen voor de gezondheid en levenskeuzes van jonge vrouwen en hun kinderen.

Ons onderzoek

We hebben twee afzonderlijke onderzoeken uitgevoerd, als onderdeel van een evaluatie van een Zuid-Afrikaans programma voor hiv-preventie voor adolescente meisjes en jonge vrouwen.

De eerste enquête, uitgevoerd in 2017 en 2018, omvatte 4425 adolescente meisjes en jonge vrouwen van 15 tot 24 jaar in zes districten in vijf provincies in Zuid-Afrika. In een tweede enquête, in 2020-2021, bevroegen we 515 adolescente meisjes en jonge vrouwen.

Beide onderzoeken laten een zorgwekkend hoog aantal zwangerschappen in deze leeftijdsgroep zien. We ontdekten ook dat de meeste (70 procent) van die zwangerschappen niet gepland waren.

Vroeg seksueel actief

Uit het onderzoek blijkt dat 68,4 procent van de meisjes en vrouwen ooit seks heeft gehad, en 9 procent zegt seks te hebben gehad vóór de leeftijd van vijftien. Van de groep die al seks heeft gehad, zegt 36,2 procent dat hun eerste zwangerschap had plaatsgevonden voordat ze achttien waren.

Onze bevindingen tonen aan dat adolescente meisjes en jonge vrouwen een grote, onvervulde nood aan anticonceptie hebben en dat de barrières van het gezondheidssysteem voor anticonceptiediensten aanhouden. Slechts 48 procent van de respondenten zegt ooit een modern anticonceptiemiddel te hebben gebruikt.

Ongeveer de helft (51 procent) zegt bij het laatste seksuele contact een condoom gebruikt te hebben. Dat betekent dat de helft van de adolescente meisjes en jonge vrouwen het risico liep besmet te raken met hiv of een seksueel overdraagbare infectie, of zelf een infectie door te geven.

Foute informatie en barrières

Uit de interviews blijkt dat veel jonge vrouwen, vooral in de leeftijdsgroep 15 tot 19 jaar, ook moeilijk aan betrouwbare informatie komen. Velen weten niet hoe de verschillende methoden werken en het lichaam beïnvloeden.

Sommige respondenten geloven mythes en foute informatie dat voorbehoedsmiddelen niet goed zijn voor het lichaam. Ze geloven dat het hun baarmoeder kan schaden en daarmee ook de kans op kinderen in de toekomst. En sommige meisjes geloven zelfs helemaal niet dat anticonceptie werkt.

Gezondheidswerkers

Velen moeten het zonder steun van ouders of andere verzorgers stellen om voorbehoedsmiddelen te gebruiken. Ze zeggen dat gezondheidswerkers hen gênante vragen stelden:

“De verpleegkundigen gaan allerlei vragen stellen; waarom ben je hier? Je bent nog zo jong, heb jij een vriendje? En vanwege die vragen en je schaamte ga je uiteindelijk gewoon weg.”

“Ze praten niet privé met je in een kamer, maar zeggen luidop dat je hier bent voor voorbehoedsmiddelen, in het bijzijn van al die mensen in de kliniek.”

In de tweede enquête geeft slechts 28 procent van degenen die aangaven seks te hebben gehad in het jaar voorafgaand aan de enquête, aan dat ze consequent anticonceptiva gebruiken.

De redenen: een hekel aan de bijwerkingen, het gebrek aan anticonceptiva, onhandige openingstijden van de gezondheidsdienst, en de covid-pandemie. Meer dan een op de vijf was het voorbije jaar niet in staat om aan de nodige anticonceptiemiddelen te geraken.

De weg vooruit

Interventies op school kunnen een belangrijk deel van de oplossing zijn in de strijd tegen seksueel geweld. Ze kunnen het bewustzijn over seksuele en reproductieve rechten onder adolescenten verhogen.

Er is ook nood aan educatieve campagnes om de socio-culturele mythes en desinformatie te doorbreken die het gebruik van anticonceptiemiddelen hinderen.

Gratis anticonceptie zou niet enkel in gezondheidscentra beschikbaar moeten zijn, maar ook in andere veilige ruimtes zoals de school, gemeenschapscentra en apotheken. Gezondheidswerkers moeten de noden en zorgen van adolescente vrouwen met ze bespreken en ze helpen om aan de beste middelen te geraken.

Tot slot blijkt uit onderzoek dat beloningen voor wie zijn medicatie volhoudt een veelbelovende strategie zijn. Zo kunnen mensen meer middelen krijgen voor transport of mobiele data voor online informatie. Dat kan dan weer de toegankelijkheid en het consequente gebruik van contraceptiva door jonge vrouwen en meisjes ten goede komen.

Deze opinie is oorspronkelijk verschenen op IPS-partner The Conversation.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content